PKN

Vanuit de classis
Afscheid en bevestiging Classispredikant
Op zondagmiddag 3 september 2023 nam ds. Wim Beekman in de Martinikerk te Franeker afscheid van de classis Fryslân – hij gaat met emeritaat – en werd ds. Riemer Praamsma bevestigd als de nieuwe classispredikant van Fryslân.
Namens de kerkenraad van It Keningsfjild waren Grietje Albada, Henk Boersma en Aafke Nicolai aanwezig.
In de ochtenddienst in de Mande te Bakkeveen hadden de gemeenteleden twee kaarten kunnen tekenen. Eén met een groet aan ds. Wim Beekman en één als bemoediging voor de nieuwe classispredikant Riemer Praamsma.
De Martinikerk in Franeker was goed gevuld. Wim Beekman leidde het begin van de viering. Hij las het Bijbelgedeelte uit Matteüs 6: 26-34. Met name vers 34 ‘Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.’ In de preek vertelde hij hoe twee totaal verschillenden gemeenten op hun eigen manier deden wat hun hand vond om te doen. Natuurlijk waren er ook zorgen, over het voortbestaan van hun gemeente in de toekomst.
Toch wisten zij dat het ging om vandaag: Omzien naar elkaar en de noden van de wereld. De Heer zal er uiteindelijk in voorzien.
Na het afscheid van ds. Beekman volgde de bevestiging van ds. Riemer Praamsma als zijn opvolger door ds. Ellen Peersman, de voorzitter van de Classis Fryslân. Ds. Praamsma haalde na zijn bevestiging de woorden uit Romeinen 13: 11 aan. Daar staat: ‘U kent de huidige tijd, het moment is gekomen waarop u uit de slaap moet ontwaken, want de redding is ons meer nabij dan toen we tot geloof kwamen.’ Voor hem ging het vooral om de laatste woorden van dit Bijbelgedeelte. Wij leven vandaag en doen wat ons te doen staat in deze gebroken wereld. Met de verwachting voor ogen dat wij onderweg zijn naar Gods toekomst, dankbaar voor die momenten dat zijn toekomst tastbaar en zichtbaar is in onze gemeenten. Na afloop was er gelegenheid om de gaande en de komende classispredikant een hand te geven.
Daarbij hebben we als afvaardiging van It Keningsfjild de kaarten met namen van gemeenteleden overhandigd. Dit werd zeer gewaardeerd.
Ds. Aafke Nicolai
P.s. Hebt u de dienst niet meegemaakt of online gevolgd, maar wilt u die toch graag alsnog zien? Dat kan via de kerkomroep.
Op 5 februari vond de eerste vergadering van de classis Fryslân in 2020 plaats.
Centraal stond in deze vergadering een bespreking van ‘Lichter Verkend’, een nota van de landelijke werkgroep ‘Kleine gemeenten lichter’.
Mevrouw Door-Elske Cazemier van de werkgroep was aanwezig om eventuele vragen te beantwoorden. Oorsprong van de nota was de wens van pioniergemeenten: een structuur voor kleine gemeenten die nog niet lang bestaan. Deze gemeenten hebben veelal geen kapitaal opgebouwd en kennen amper bezittingen. De oplossing die hun wordt aangereikt, kan echter niet naadloos worden overgebracht naar de situatie van kleine maar gevestigde gemeenten.
Wat echter wel voor bv. de Friese kleine gemeenten kan gelden, is de insteek: laat ambtsdragers de inhoudelijke zaken beheren, laat praktische punten over aan ter zake kundige lieden. Vanuit de vergadering kwam overigens ook de suggestie: zou een grote(re) gemeente niet mee kunnen kijken/praten/denken met de diaconie en het Cvk van een kleine gemeente? De reacties op de nota maken wel duidelijk dat de voorstellen als verademing worden gevoeld: “Heel blij mee’ / ‘Gewoon nodig’ / ‘Komt moai op ús paad’ / ’Fijn dat een kleine gemeente zo in stand kan worden gehouden, want daar ligt kracht.’ / ‘Gelukkig geen dwang tot samengaan of opheffing.’
Grote reserve wordt echter geuit bij de mogelijkheid, ook aangereikt, in één college de twee kerkelijke geldstromen te beheren, diaconaal college en CvK samen te voegen. Hier speelt dus heel duidelijk het verschil tussen pioniergemeenten en kleine gemeenten zoals wij die in Fryslân kennen. Het minst inhoudelijk is nog de kritiek dat een samenvoeging wel praktisch lijkt, maar geen vermindering van werk betekent. Maar van vele kanten wordt beklemtoond dat het niet goed is aan één persoon het beheer van twee geldstromen toe te vertrouwen. Blijven de stromen wel gescheiden? Gaan we zo niet ‘de kat op het spek binden’? Voor een kleine gemeente met veel geld vormt het voorstel geen model van ‘good governance’!
Aan de werkgroep “Kleine gemeenten lichter” vraagt de classis Fryslân dan ook de regels voor kleine gemeenten en kerngemeenten wél gelijk te trekken maar daarbij meer oog te hebben voor de verschillen die zeker op financieel terrein bestaan.
1 Juli 2023: Herdenking slavernij 150 jaar geleden afgeschaft
Kerk en slavernijverleden: voorbij de woorden
In 2013, toen we het woord woke nog nauwelijks gebruikten, heeft de Raad van Kerken in Nederland – waar ook de Protestantse Kerk toe behoort – schuld
erkend en verantwoordelijkheid genomen voor zijn aandeel in het slavernijverleden. Kerken en individuele kerkleden hebben een duister aandeel in dit verleden doordat ze slavenhandel en slavernij kritiekloos legitimeerden en er zelfs van profiteerden.
Voor God gelijk
Het onderliggende thema van slavernij is racisme: het benadelen of uitsluiten van mensen op basis van huidskleur of afkomst. In de slavernij werd dat concreet met een ‘superieur ras’ – de witte Nederlanders/ Europeanen – en een zogenaamd ‘inferieur ras’: de slaven van Afrikaanse herkomst, waarbij de eerste groep de tweede inzette voor eigen gewin. Als kerk hadden we toch beter moeten weten, zou je denken. In Christus is er immers slaaf noch vrije (Galaten 3). Alle mensen zijn beelddrager van hun Schepper en voor God gelijk.
Zeer terecht dus, deze schuldbekentenis. Maar niet genoeg, want na woorden komt het op daden aan. Wat moeten voor de Protestantse Kerk in Nederland en haar leden die daden zijn? Zit het ‘m in meer diversiteit in onze kerkelijke gemeenten? Zou onze witte kerk meer toenadering moeten zoeken tot zwarte? Dat zeker, en uiteraard met respect voor de afzonderlijke eigen gewoontes, traditie en vorm, in een wederzijdse en gelijkwaardige relatie. Maar hebben we ook niet – en misschien wel eerst – individueel nog een enorme slag te maken? Het superioriteit denken zit in ons witte mensen – kerkgangers of niet – nog altijd ingebakken, meer dan we zelf beseffen, vrees ik.
Moderne slavernij
In Nederland – en op meer plekken in het Westen – leven de meeste mensen lang en gelukkig. We zijn goed geschoold, verdienen genoeg en er is weinig corruptie. Ondanks alle crises hebben we de boel aardig onder controle. Dat maakt dat we onszelf snel top of the bill vinden, de hoogste aap op de rots. Het verklaart de reserve ten opzichte van vreemdelingen: zijn die wel net zo ‘beschaafd’ als wij, kunnen ze zich wel aanpassen aan onze moderne liberale cultuur? Als we hen al welkom heten, is dat vaak als goedkope arbeidskrachten in onze kassen, op onze bouwplaatsen en in onze fabrieken. Over aanpassen gesproken: als het daar om de hoogte van het loon en om sociale voorzieningen gaat, vinden we verschil blijkbaar heel gewoon. En hoe zit het
met onze kledingkeuze? Om een voorbeeld te noemen: hoe normaal vinden we het dat er voor het produceren van kleding extreem veel water nodig is, zoveel dat meren droogvallen met alle gevolgen voor het milieu vandien? Om maar niet te spreken over de arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie. Of het nu om het Westland of Bangladesh gaat, het gebeurt allemaal omdat wij uiteindelijk liever een ander tekort doen dan dat we zelf moeten inleveren, bijvoorbeeld door een eerlijke prijs te betalen.
Zo zwart-wit is het.
En blijkbaar vinden we dat we dat kunnen maken. Dit is slavernij in een hedendaags jasje: moderne slavernij. Het is een nerf van kwaad, van zonde in ons
– witte – mens-zijn.
Bijbel en ontmoeting
Wat is er nodig om dit te veranderen? Om oprechte gelijkwaardigheid ten opzichte van anderen te ervaren? In de eerste plaats: de Bijbel laten spreken. Voor God zijn alle mensen gelijk. In Genesis 1 staat dat God ieder mens als zijn evenbeeld heeft geschapen. Galaten 3, nogmaals, maakt het nog concreter: in Christus zijn er geen Joden of Grieken, slaven of vrijen, mannen of vrouwen. Zodra je de ander ziet als minderwaardig, als iemand over wie je mag heersen, heb je de Bijbel tegenover je.
Overigens is dit principe ook uitgewerkt in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Goed om dit keer op keer – in de kerk en daarbuiten – te benadrukken.
Daar zijn moderne profeten voor nodig. Vrouwen en mannen als Martin Luther King, die mensen bewust maken van waar ze mee bezig zijn, die ‘het volk terugroepen’, zoals je dat ook in de Bijbel ziet, zodat uiteindelijk structuren veranderen.
Ik vind Paul Schenderling met zijn boek ‘Er is leven na de groei’ ook zo’n profeet. Het is nodig dat we dit soort stemmen horen. Ik hoop dat ook onze predikanten zulke profeten zijn.
Wat de kerk, in de tweede plaats, moet stimuleren is persoonlijke ontmoeting tussen mensen van verschillende komaf. Uit de slavernijgeschiedenis zijn verhalen bekend van slavenhouders die een band kregen met hun slaaf. Ze leerden elkaar kennen waardoor de machtsverhouding werd doorbroken. Door alleen maar óver mensen te praten, ontstaan er beelden. Je voelt je dan al snel beter. Als je elkaar daadwerkelijk ontmoet, wordt de ander een mens van vlees en bloed, net als jijzelf. Dan ontdek je dat het maar net is waar je wieg heeft gestaan en dat het net zo goed omgekeerd had kunnen zijn: dat die ander hier in Nederland was opgegroeid en jij in een waggel vluchtelingenbootje de Middellandse Zee was overgestoken. Deze wederkerigheid gaat verder dan ons ontfermen over kwetsbare vluchtelingen.
Gelukkig kent de Protestantse Kerk talloze initiatieven die mensen uit verschillende culturen samenbrengen. Al die afzonderlijke ontmoetingen kunnen samen iets moois teweegbrengen. Alle mensen zijn gelijk en niemand is meer gelijk dan een ander. Is dat woke? Nee, dat is Bijbels.
Ds. R. de Reuver, scriba Generale Synode PKN Nederland