ZONDAG 17 september 2021

Gelezen: Genesis 12: 1-7 en Johannes 8:30-39

GEMEENTE VAN CHRISTUS IN IT KENINGSFJILD

BESTE KIJKER,

De reis van Abram en zijn vrouw wordt wandelen genoemd. We zien hem en de zijnen wandelen vanuit Irak, via Syrie naar Sichem, Salem, Hebron en ‘BEER-SHEVA = de zeven bronnen in de Negev-woestijn. Abram hoort de stem van binnen: Ga voor jezelf wandelen, laat los de politieke ruzies van je land, voor je persoonlijke groei, laat je de neuroses van afkomst los, laat los de gewoonten van je stam (vaderhuis), je mag een nieuwe landje bewonen. Wat is het doel van het wandelen? Zegen ervaren, geen vloek. Zegen en zegen zelfs voor alle familie’s der aarde want kennelijk in ieder van ons is een verlangen om mee te doen, er te mogen zijn. Abram en zijn vrouw Jiska, later heet ze Sarai; dan is er hoop voor en zegen voor u en mij.

En steeds bouwt Abram eigenhandig van ruwe stenen een soort kerkje en net als de bouwer van deze kerk, collega Foppe de Jong ooit deed alhier: Sichem, Betel, Zevenbron. Hij de NAAM aan, die de belofte van zegen deed.

Ik herken me wel in dat wandelende leven van Abram, die tafels en kerkjes bouwt. Zo wandelde ik langs de altaren van Vreeland, Brielle, Rotterdam-Overschie, Middelharnis, Maasdam en ook hier  Ureterp/Bakkeveen en vanaf 1 november de zevende plaats Stiens. En inderdaad, in de navolging van Abram en Sarai met het doel van de zegen, niet vloek. Waar ik de NAAM met medemensen mocht aanroepen om zegen.

Wat is zegen en vloek? Mozes legt het uit. Vloeken komt voort uit kleineren, zegen komt voort uit groots of hoogachten, van belang zijn, van betekenis zijn, zin hebben in de dag als je opstaat. Het woord voor Zegen (barach) is verwant aan het woord voor waterbron (bericha): de bron van fris, helder zoet water: drinkbaar water, zodat de plantjes, de bomen, de mensen, de akkers opbloeien. Kleineren echter maakt slaafs en bang; onze talenten, gaven en bijdragen verschrompelen, sacherijn en jaloezie, ruzies en vetes gaan woekeren als brandnetels (qotzim = spijkerharde distel). Dat is vloek.

Daarom mijn gebed aan u: Heb ik iemand gekleineerd, vergeef me! Gooi die distel in het vuur! Laat het me weten, hoef ik het niet te herhalen in Stiens!

Was er zegen voor Abram en Sarai: Ja. Twee hoofdstukken verder komt ene ‘dominee’ Malki-Tzedeq met brood en wijn Abram tegemoet. Abram heeft met de wapens in de handen een tyran op de vlucht gejaagd; zijn neef Lot gered. Hongerig en dorstig keren ze terug naar de tenten in Beer-Sheva, de zevenbron. De koning van Sodom vraagt: Wil je goud, zilver, tapijten? Wil je mooie slavinnen? Wil je een triomfboog, zoals de Romeinen bouwen voor hun generaals? Wil je mooi standbeeld, begin van een praalgraf? Met een heldengedicht: Abram de briljante generaal? Niets van dat alles; wat wil Abram ontvangen: brood en wijn, teken van de zegen.

Voor mij – en soms zeker ook voor ons in de afgelopen jaren – waren er bijzondere momenten van zegen. Het paasfeest op witte donderdag, met de platte broden, met wijn en met charosjet (van Jeltje Heida). Zelfs heb ik geprobeerd de zegen te zingen, en anders wel uit te  spreken! Leerlingen kinderen van Abram mochten we zo hier zijn. We zeggen het Malki-zedeq na:

Gezegend zijn we. En Gezegend de NAAM, de eigenaar van de schepping

Een tweede moment dat ik wil aanhalen, heeft te maken met dit kunstwerk: de vallende man. Van Fie Werkman. Met Hanneke van der Geer de toenmalige scriba ben ik naar de stampvolle van der Aa kerk in Groningen tussen kunstbobo’s gegaan, naar prof van Os. Hij hield een uitgebreide verhandeling over dit kunstwerk. Het kunstwerk verwijst naar haar vader, Hendrik Werkman, die hier in de Mandeveld vlak voor de bevrijding in 1945 is vermoord. In Bakkeveen ligt hij ook begraven. Hendrik Werkman werkte samen met ds August Henkels, zelf zoon van Duitse ouders, enthousiaste aanhangers Adolf H. Deze zoon, later dominee, had door de verhalen van Martin Buber, over de chassidische vertellingen die weer vernieuwen de Bijbelse verhalen de neuroses van afkomst verlaten; net als Abram en zijn vrouw Jiska (Sarai); Henkels inspireerde Werkman tot de druksels, die nu hier weer hangen in de kerk. De kunstwerken gaven mensen hoop in welke moeilijkste omstandigheden ook. Dit kunstwerk – de vallende man – verwijst voor mij daarom naar de Bijbelse verhalen: de poging ze zo te vertellen dat u zegen, en anders hoop op zegen voelt!

Het hangt hier zeer toepasselijk, want: Hoe wij spreken en ontmoeten is een vraag van zegen of vloek. Het is heel erg jammer als het (s)preken niet zo lukt. Dan vernam ik later: Jak, ik was de draad kwijt…Maar ook wat inspirerend als we achteraf zeggen: de ontmoeting was een bron van zegen! De agape maaltijd, het pastorale gesprek of de kerkdienst was zinvol. Of met een paar mensen in de kerk in de Corona-tijd een lied en een overdenking ter bemoediging laten horen.

Wat mij betreft: Laten we volop vertellen: zegen is mogelijk! Wij zegenen elkaar om onze inspanning en wij zegenen onze schepper.

En wat ik ook prachtig vond: een actueel thema als het klimaat gaan we niet uit de weg. Zie eens de bloemen, de struiken en planten en bomen rond de kerk, Miente met de zonnepanelen.

Jaap Spoelstra biedt aan om voor It Keningsfjild een kerkwoud te planten! Wat hoopvol.

(4).  Dat brengt me bij een even persoonlijke als essentieel vraag: Kan je dankbaar zijn, wetend van grote vragen in onze wereld, of van pijnlijke tegenslagen dichtbij? Boosheid om onrecht? Abraham belijdt op het slot van zijn leven: ik ben gezegend in alles! Maar er waren vele beproevingen? Hoe kan dat? Dankzeggen voor moeilijke dingen?

Van Abraham en Sara worden wel 10 pijnlijke beproevingen verteld. Sara was 2 maal in de harem van een machtige koning beland. Hongersnood, een oorlog, ruzie met neef Lot, de klimaatramp van Sodom, etc. Toch belijdt Abraham zelf: ik ben gezegend in alles!  Rara hoe kan dat?

Moeilijkheden en verdriet, zonden of misstanden kun je verwijten aan het noodlot of aan de omstandigheden, aan het grootkapitaal, aan je ouders, of aan je land met een Trump of een Rutte.  Aan de media, aan grote tech-bedrijven. Of aan dede joden, aan Israel. Aan hullie van… (Grap van leraar Cohen over de godsdienstles op school. Leraar vertelt over Jericho. Vraagt de week erna: wie heeft de muur van Jericho verwoest? Jan, wat denk jij! Ik niet meneer: sorry. De Ouders van Jan worden boos: onze Jan zal nooit muur van Jericho verwoesten! Voorzitter van CvK roept leraar Cohen naar kantoor. Hier heb je 1000 euro en hou op met zeuren over die kapotte muur!

In het evangelie van Johannes kan je lezen van die schrille en onaangename gesprekken. Het doet me soms pijn aan de oren. Een vrouw in het midden zonder naam of gezicht: zullen we haar stenigen of niet. Hallo zeg, wat bot!

In hoofdstuk 8 is een fel debat over de waarheid. Over de vraag wie nu een volgeling van Abraham is. Jezus meent: de waarheid zal je vrij maken… Later zal Jezus verkondigen: IK BEN DE WAARHEID; weer later WERD DAT in kerken: dus wij hebben de waarheid – en jullie niet. Ene Dolf Jansen zei onlangs: hou eens op met godsdienstige waarheden op school de kinderen opleggen! Laat kinderen vrij! Een gemeenschap kan een systeem worden in naam van God.

Toch staan die nare debatten in de Bijbel: Hoe ben je een kind van Abraham? Wanneer belijd je: ik ben gezegend in alles? Wat is daarvoor nodig? Het is volbracht = gezegend in alles? Soms is het leven een puinhoop, soms doet het zo pijn?

Abram en Sara en Jezus: wie is kind van Abram? Vanmorgen een simpel antwoord. Luister naar de stem van God: ga wandelen voor jezelf, zet een stapje, luister en wees stil. Wandel in de hoop op zegen. Er is een punt in je hart dat je leven voelt, een gevoel van vrij zijn…Moeilijkheden verdwijnen dan niet, maar worden anders in het wandelen, in het samen wandelen. Ik mocht met u wandelen, daarom gezegend , ja in alles! Daarom voel ik een diepe stille bijna onzegbare Dankbaarheid.

Ik dank u daarvoor. AMEN.

ZONDAG 5 september 2021

Gelezen: Deuteronomium 30:11-20 en Mattheus 6: 5-15

Gemeente van onze Heer,

Beste kijker,

Velen van U kennen het gebed van het Onze Vader, dat vervolgt met “Die in de hemelen zijt”. En daarin weer de bede van Matt 6:10:” Uw wil moge gebeuren, zoals in de hemelen zo ook op aarde.
Het woord voor hemelen staat in het meervoud. Oplettende luisteraars, horen mij dat altijd ook in het meervoud zeggen. Want in de talen van de Bijbel staat dit woord in het meervoud (Hebr., Aramees en Grieks). Dit meervoud klinkt al op de eerste bladzijde van de Bijbel: In den beginne schiep God de hemelen en de aarde…, En op de zesde dag : God voltooide het maken van de aarde en de hemelen (NB andere volgorde, aarde en hemelen…)
Het woord hemelen is verwant aan het woord voor wateren : SJA-MAIM= hemelen en MAJEM = wateren.
Dat woord voor water – majem – is in de Nederlandse taal gekomen via het jiddish van Amsterdamse joden : majem.
Waarom staat het woord voor hemelen in een meervoud: hemelen? (Evenals wateren)

Er zijn vele soorten wateren. Zoet en zout; rivier en meer; oceaan, dauw en bevroren en de lucht en de wolken. U kent wellicht de geest van God zweefde als een adelaar over de wateren.
En God maakte onderscheid tussen de wateren boven en de wateren beneden.  En hier op aarde zijn er wateren en het droge.

EVEN TERZIJDE. Onlangs werd mevr Ewine van Dishoeck – (een professor in de astro-fysica te Leiden) adviseur van de RKKerk. Zij heeft 35 jaar naar het heelal gekeken met de vraag waar komt water vandaan? (spreker neme het glaasje water bij de lezenaar) : Onze wateren komen van boven, uit het heelal. Hoe? Miniscuul stofje zweeft door het heelal. Ontmoet een waterstof atoom; (H2) ontmoet zuursof atoom(O) ; een molecuul water is ontstaan. Een minidruppel. Het water in dit glas heeft een oeroude en verre reis van achter zich!

Dat broeden en zweven van stofjes, met waterstof en zuurstof atomen gebeurt heel vaak: wateren uit heelal zweven naar aarde: Nog altijd! Als het regent, mede een gevolg van heelal! Dit glaasje water is de uitkomst van miljarden jaren reizende atomen , water moleculen…

Verwonder u, bij het doopfont, met mensen rondom het doopfont! Bedenk en geloof dit wonder van de wateren. Om de lange weg tot op heden. En ook om de TOEKOMST.  We weten nu dat er vele wateren zijn; Er zijn vele hemelen. Dus zijn er volgens de Bijbel, volgens ons geloof  vele soorten toekomst,. In het bijzonder bij het doopfont belijden we: er zijn vele mogelijkheden in de toekomst!

Dopen met wateren, je leven is uit duizenden ontelbare wonderen opgebouwd… Terugkijkend. Maar ook vooruitkijkend: de toekomst. De toekomst is meervoudig, hemelen, wateren. Er zijn heel veel toekomsten!

Hoe is de toekomst? De toekomst is net zo wonderlijk.

Er is heel veel soorten toekomst. 1. Voor Mij en voor u persoonlijk. Zolang we leven, zien we naar de dag van morgen. Daarom de bede : geef ons heden ons brood voor de dag van morgen. en wellicht verder…  Zijn we jong, dan is er heel veel toekomst. Zijn we ouder, dan zien we wellicht anders uit naar onze of mijn toekomst. Soms staan we even stil bij onze persoonlijke toekomst na dit ons persoonlijke leven. Teruggekeerd naar de bron van leven bij God. Wer mogen elkaar daarin bemoedigen: vrees niet, geloof en vertrouw, in Christus Naam!

Ik zelf denk ook aan mijn 3 kinderen en 4 kleinkinderen. Zondag 13 februari 1983. Dat kleine baby-meisje werd geboren in mijn tweedehands preekpak op zondagmorgen, tijdens de preek die ik had moeten houden in Heerjansdam. Maar ik stond als verloskundige bij het kraambed. Duizelingwekkend moment, vol van heden en toekomst … Dat babymeisje is nu moeder van 4 kinderen die haar gezin door de Corona-tijd heen leidt! Hoe is dat mogelijk? Aldus:

Per dag van vandaag en dag van morgen. Ontvangen we de dag van vandaag voor morgen. Iedere dag met mijn gedrag en gewoonten schep ik – of maak ik mede – mijn eigen toekomst. . Toekomst is product van kleine stapjes in gedachten, gebeden, woorden en daden.. ik stuur zelf . Tegelijk zijn vele krachten waarmee ik te maken heb. Familie, mensen, land aarde. Zij zijn ook bezig. Bovenal zijn al die dagen oefeningen in Godsvertrouwen.

Wat is de rol van De kerkgemeenschap hier? Is er toekomst? Hoe dan? De kerkgemeenschap wordt beproefd.  Een ongelooflijke test van onze geest tussen geloof in de toekomst maar voor sommigen ook een twijfel: hoe moet dat? Hoe zal dat gaan? Bidden we mee met het boekje van de kerk ; Van U is de toekomst…

We bidden uit gewoonte: Onze Vader die in de hemelen zijt:

En in het bijzonder bidden we de bede : Uw wil moge gebeuren, gelijk in de hemelen,  –  met allerlei verborgen mogelijkheden  – zo ook op aarde, als wij geloven dat onze gedachten, woorden en onze daden bouwen en mede maken  de toekomst in ons leven – persoonlijk, en ook deze gemeenschap. Dat is kennelijk Gods wil: Uw wil moge ook hier en nu bij ons op deze plaats met elkaar gebeuren. Rustig iedere bijdrage van u allen inzamelen;

(spreker noeme een concrete dag : Op 21 september een gemeenteavond. Vertel het door en vraag om bezinning  gebed en om woorden. Spreek elkaar aan!

Zo kome een mogelijkheid uit de hemel – de toekomst – op aarde, in ons leven. Ik zelf de mensen en de tijd van nu, en op verborgen wijze God.

Al die stapjes tezamen, kunnen ons doen zingen: Van U is de toekomst. De schepper schenkt ons een glas water, langs onvoorstelbaar veel wonderlijke wegen.., dan zal ook de toekomst goed komen.

GROTE ZORGEN: Ons leven blijkt geen rechte lijn te zijn. We gaan omhoog en vooruit; bouwen aan een kerk, aan een gemeenschap; en 30 of 50 jaar later kan de gemeenschap bijkans verdwenen zijn; sommige kerkgebouwen waaraan nog enthousiast is gebouwd, kunnen geheel zijn verdwenen!.

Dat geldt ook voor een bedrijf, voor een paleis, een huis, een kasteel, een wereldrijk. En sommige waarschuwen ons: toekomst van deze aarde is onzeker. Mensen, deze aarde, de wateren zelf: maak je zorgen, zorgen om de toekomst!.

Deze zorgen omarmen we. Aanvaarden we. Al deze zorgen omarmen we.  We gaan er in onder als in doopwater. Als we de zorgen echt omarmen, komen we uiteindelijk bij genade uit. Vallen we in de eeuwige armen van God, in Christus naam.

  1. Genade corrigeert onze hoogmoed. Mensen zijn niet almachtig! B. genade is genoeg; er komt ruimte om iets te bidden , te doen.c. genade motiveert . We willen met God in Christus samenwerken. en d. genade ontspant.

Hemelen is een meervoud, vele toekomsten? Er is een teveel aan vragen en problemen, toekomst kleiner.

Daarom is het gebed van het Onze Vader zo troostrijk, bemoedigend en echt, levensecht. Uw wil moge gebeuren, gelijk in de hemelen zo ook op aarde….

DEUT. 30 geeft een keuze. Keuze om mee te doen voor leven en zegen. Geloven kan zich vernieuwen in ons. De keuze voor zegen en leven is een geloofskeuze. En deze startzondag wil ons bemoedigen die keuze te maken. Kies voor zegen, vanwege Gods eeuwige armen. Zaai de waarden als kleine zaadjes in iedere dag.

Ik noem de 4 waarden: 1. Respect geven; (en niet respect vragen). 2. ruimte-vrijheid voor ieders inbreng; 3. Een gemeenschap schenkt verbinding; 4. Creatieve inbreng van een ieder. Als u geinteresseerd bent, lees het boekje ‘Van U is de toekomst. ‘

Van U is de toekomst; Dus luisteren we naar: Wat de toekomst brenge moge…

AMEN.

ZONDAG 29 augustus 2021

GELEZEN : Johannes 6: 60-71.
En Jezus zei tot de twaalf: Zouden jullie ook niet afhaken?

Gemeente van Christus,

Beste kijker thuis of waar u ook bent,

Jezus stelt deze vraag aan zijn 12 leerlingen. Daarvoor in het hoofdstuk 6 van Johannes waren vele van de 5000 broodeters afgehaakt. Nadat zij het brood dat wonderbaar was vermenigvuldigd, hadden gegeten, wilden ze Jezus een koning maken: zorg, jij Jezus, voor ons brood, voor geld, voor werk, voor onze veiligheid tegen vreemde overheersers, tegen misdadigers, zorg jij voor wet en orde in het land, zorg jij Jezus voor een bloeiende economie. Dan mag jij Jezus wel in een paleis wonen. Dan mag jij wel Koning over ons zijn.

Neen! zegt Jezus resoluut. Zo’n koning ben ik niet… Ja zeker, ik ben het brood, eet me maar op. Word zelf brood; maar niet een gewone machthebber. Meer of minder niet…

Dan haken de 5000 mensen van de wonderbare broodspijziging af. De politieke vraag stellend: wie zal ons wel verder helpen…?

De schrijver van het evangelie – Johannes – had in zijn tijd ook felle gesprekken over de politieke vraag wie koning messias kan zijn. Ene Siemon bar Kochba was tot koning messias uitgeroepen na enkele militaire overwinningen op het slagveld. Hij was een knappe generaal. De twijfel begon toen zijn vaardigheid om recht te spreken niet best was. Om met een modern fenomeen te spreken: als rijdende rechter was hij geen succes. Dus haakten velen weer af. Een echte goede messias, koning, politicus, wat waaraan herken je die? Bovennatuurlijke wonderen, zoals brood en wijn vermenigvuldigen? Een goede rijdende rechter? Militair succes? Loopt zo gemakkelijk uit de hand, angsten, zoals nu in Afghanistan, ten koste van zovele meisjes en vrouwen…

5000 mensen en hun families haken teleurgesteld af. Aan 1 wonder hebben we niet zoveel. Op een krachtige en heldere politiek willen we graag rekenen, nu moeten we afhaken…

Zo snel als geloof in messias Jezus kwam, zo snel verdween het ook. Geloof kan zich wonderbaarlijk snel verspreiden, zoals een exoot in de natuur – het zevenblad of de Japanse 1000 knoop: zo hebben zich in allerlei richtingen van de toenmalige wereld verspreid eerst de joodse godsdienst, vervolgens het christelijk geloof, in 200/300 jaar Noord Oost Zuid en West. En in de zevende en achtste eeuw de Islam.

Maar net zo snel kan een bepaalde vorm van geloven weer verflauwen of zelfs verdwijnen. De Islam is nu bestand tegen ontkerkelijking maar met veel geweld en in het bijzonder met behulp van onderdrukking van meisjes en van slecht onderwijs. Met behulp van analfabetisme.

Vergelijken we Nederland van 1950 met Nederland 2020 wat betreft kerkelijkheid. Het lijkt soms net of bepaalde vormen van geloven net als een mode in de kleding of de muziek is. Na jazz, komt rock en roll; vormen en systemen verdwijnen.

Jezus vraagt aan de twaalf: nu de 5000 afhaken, willen jullie ook afhaken?

Petrus antwoordt namens de twaalf. Zijn beweegreden om te blijven is: neen. we haken niet af want u hebt woorden van eeuwig leven, u bent daarom de heilige van God.

Bij u Jezus is leven, aards leven, tevens gevuld met iets oneindigs. Eeuwig leven. Aards leven van ons mensen, tevens is er iets voelbaar van Gods heilige liefde.

Tussen hen is toen iets gevoeld, en dat wilden ze niet missen; daarom bleven ze. Petrus noemt dat woorden van eeuwig leven, van de heilige God…

Hoe is dat voor ons.?

Voelen we iets heiligs.? Voelen we heilige liefde als we samenkomen?

En dan voegt Petrus ook nog eeuwig leven toe. Eeuwig leven. Voor velen is dat eeuwige hemelse leven vaag geworden. Zoals Frans Bouwer zingt ‘een niemandsland’. Een trein naar niemandsland. Maar eigenlijk moet het nu, heden, in dit leven gebeuren. Dus zitten we eigenlijk gevangen in het nu. Deze aarde, nu reizen, nu feesten als je jong bent, nu. Imagine there is no heaven… I want it all and I want it now…

Het leven nu is werkelijk. En ontglipt ons het leven nu, dan ontstaat angst, boosheid en verdriet

Het lijkt of Jezus daarmee rekening houdt. Soms raken we opgesloten in het leven nu en dat eist zijn tol. Judas zal verraden, omdat het leven nu op aarde hem tegenvalt. Petrus zelf zal verloochenen. De overige apostelen zullen slapers worden…  Het leven nu eist zijn tol op.

Hoe zit dat met ons, u en mij??? Tot nu toe ben ik gebleven. Al zijn er momenten geweest van bezinning: wat houdt me betrokken? Wat beweegt me?

Er is een lied: Ik zie een poort wijd open staan… Vaak is de poort gesloten, leven nu! Hiernumaals…

Heb ik een heilig liefdevol gevoel als ik in de kerk met u hier ben?

Het beeld van Mozes is dat uiteindelijk: een opdracht om een tafel met vlees – het mag ook vegetarisch vlees zijn – van hele verschillende mensen die de woorden van de opdracht willlen horen en zo de maaltijd bereiden met elkaar  (een zebach shelamim) ; een heelmakende en vredestichtende maaltijd houden.

Ja, dan heb ik zeker een heilig gevoel :God heeft ons lief en brengt ons bij elkaar. Het eeuwige leven is er even, niet zo nadrukkelijk. Niet zo wijd open. En toch aanwezig.

Die opdracht is eeuwig; die opdracht in woorden kan iedere week klinken; Die kan je doen en tot slot kan je voelen: voel je vreugde met elkaar?

Mijn antwoord was en is tot nu toe: ja geregeld voel ik dan vreugde. Ben ik o zo dankbaar voor die momenten van vreugde. Het heilige geeft weer iets van het eeuwige…

De opdracht van God in de woorden van Mozes blijft: tafel, brood en vlees, wijn om samen te komen: heling en vrede, vreugde met een heilig gevoel van Gods liefde; en uitzicht op de eeuwigheid. AMEN.

ZONDAG 22 augustus 2021

GELEZEN: Johannes 6: 41-59

Beste kijker, Gemeente van Christus,

Wat gebruikt Jezus een vreemde, eigenlijk schokkende taal. Hij heeft het over het eten van het vlees van zijn eigen lichaam, mensenvlees! En van het drinken van zijn eigen bloed, mensenbloed, het bloed van Jezus. Nu is kannibalisme in de geschiedenis van de mensheid veel voorgekomen. En ook het maken van een verbond door bloed – bloedbroeders en zusters – is een veelvoorkomend fenomeen. Denk aan de motorclubs, zoals de hells angels die door een ritueel van bloed absolute trouw en gehoorzaamheid scheppen, aan elkaar.

De letterlijke betekenis van de beeldspraak van Jezus is onmogelijk. Kannibalisme kan niet bedoeling zijn; misschien figuurlijk: een niet bloedige herhaling van het offer: verwijzend naar absolute gehoorzaamheid.

Bij de wijding van een rooms katholieke priester moet de aanstaande priester op de stenen vloer in de bisschopskerk gaan liggen, de priester moet absolute gehoorzaamheid aan de bisschop beloven, onder aanroeping van de martelaren van de kerk. Deze martelaren waren bereid hun leven – bloed – te offeren voor de gehoorzaamheid aan de bisschop. En dus belooft de aspirant priester hetzelfde door te gaan liggen op de stenen kerkvloer, vlak voor het altaar. Terwijl het koor een lange rij martelaren aanroept…. Een indrukwekkend ritueel.

Wat zou Jezus willen zeggen met deze ietwat onbeschaafde beeldspraak, van bloed drinken en mensenvlees eten?

Wil hij ook een kerk stichten, van absolute gehoorzaamheid, aan iets of iemand? Zoals meneer Xi in China, Poetin in Rusland? Of ooit de machtige kerk…

Zo geloof ik niet;

Wat dan wel?

Jezus zegt dat hij gekomen is om de wil van God te doen. En dat is natuurlijk heel mooi, het zou wat zijn als hij zou zeggen: Doe wat in je opkomt…  Maar pas op… Er zijn er zoveel mensen die dat zeggen. En is het niet Gods wil, dan is het wel dat iemand zegt te komen met de beste bedoelingen! De vader van het gezin te Ruinerwold: Ik weet Gods bedoeling, kinderen! Jullie moeten mij absoluut gehoorzamen.

Baudet heeft de beste bedoelingen, met het christelijke Westen in Europa, sinds de verlichting. Sylvana Simons heeft de beste bedoelingen, om eindelijk eens racisme en discriminatie te doorbreken…

Gods wil, zegt Jezus, dan hoor ik daar in dat Jezus zich niet wil verschuilen. Niet in zijn afkomst, niet in de omstandigheden; niet in een neiging in zijn psyche of geaardheid of kleur om verantwoordelijkheid te nemen voor zijn daden, zijn woorden. Echt willen open staan voor de liefde van God, en die door te geven. Dat punt vinden waarop je ziel zijn of haar kracht vindt.

Lichaam eten en bloed drinken, want eten en drinken zijn onze basis behoeften. Dat heet consumeren. Leven is mogelijk door eten en drinken. Tegelijk zijn eten en drinken beladen met problemen en vragen. Maakt eten en drinken niet ook slachtoffers? Is ons eten en drinken en leven wel zo onschuldig? Door klimaat, door onze omgang met de schepping is ons eten en drinken volop ter discussie gekomen. Leven, overleven en zinvol leven, vreugdevol leven. Leven voor Gods aangezicht; mooi natuurlijk, maar misschien niet zo onschuldig!

Eet mij, , drink mijn levensbloed, dat is luister naar mijn levensverhaal. En hoor in mijn levensverhaal een goede boodschap van God. Luister zo dat we als mensen troost op pijn ontvangen en bemoediging in verwonding; luister en ontvang een teken van verzoening in je dagelijkse gewone leven van eten en drinken. Ontvang zo: Vergeving, hoop en geloof.

Deze zomer zag ik een indrukwekkend gesprek met Roxanne van Iperen. Zij schreef het boek Het Hoge Nest. Zij vertelde van de ontdekking van een archief van de Joden van het Getto van Warshauw. Wetende dat het einde zou komen, hebben zij kaarten, dagboeken, foto’s verzameld van hun gewone leven aldaar, opgesloten in het Getto in een archief verzameld. Ze wilden dat naast het nepnieuiws van van Nazi Duitsland ook hun verhaal zou worden gevonden en gehoord. Een deel van het archief ligt nog onder de Chinese ambassade van Warshauw.

Zelf was Roxanne tussen wal en schip nogal eens vermalen, voelde pijn, als kind van haar gescheiden ouders. Ze zet de pijn van dat verleden om in hard werken. Verhalen vertellen van mensen die bijna vergeten waren, die bijna vermalen waren in oorlog of anderszins. Het is soms pijnlijk om naar de rauwe verhalen te luisteren: alsof je bloed moet drinken en of rauw mensenvlees moet eten…

Dat hoor ik in het verhaal: Jij en je naaste, ieder mens is een mens van vlees en bloed. U en ik en onze naasten…En je wordt geboren in een bepaald systeem, godsdienstig en politiek, met werk en geld, en taal. Kleur van je huid. Niet zo onschuldig altijd. De opdracht echter blijft: Eten en drinken, luisteren naar elkaar, open blijven.

En te midden van dat alles kan de liefde van God, in Christus naam, in de ziel ontvangen worden. Je leven zelf en je frustratie en je verdriet, het licht en het donker werkt bevrijdend en verlossend.

Vlees eten en bloed drinken is het aanvaarden van je eigen levensverhaal, maar met Christus; als ziel met liefde van God. Zo zegt Jezus kom je bij God uit; bij leven in eeuwigheid, bij een soort troost waardoor woede en angst langzaam in balans komen met nieuwe vriendschappen. AMEN

ZONDAG 4 juli 2021

OVERSTAPDIENST op 4 juli 2021.

Nynke en Jesse,

Ouders en familie,

Gemeente van Christus, Beste Kijker,

Bij de voorbereiding kwam het volgende Bijbelgedeelte ter sprake. Een kort stukje uit de bergrede over bouwen. Een huis bouwen. Bouw een huis op een stevig fundament. Bouw je eigen leven op een

GELEZEN Mattheus 7: 24-27

In het Bijbelgedeelte vertelt Jezus van een flinke regenbui. De regen wordt een stroom, die het zand wegspoelt, het huis gaat verzakken. Het huis kan instorten! In Groningen was het geen regen, maar gas uit de grond: de huizen verzakken en er verschijnen scheuren in de muren. Soms zijn huizen afgebroken.

Jullie hadden het afgelopen schooljaar geen last van regen, maar last van het coronavirus gehad; school dicht, thuis zitten, achter de computer. Jullie moesten het uithouden met je broer en je broers, met je ouders die ook veel thuis zijn, en achter de computer zitten: saaie tijd. Soms kunnen problemen zich dan opstapelen. Jullie hebben je redelijk kunnen redden: kennelijk hadden jullie een goede basis: elkaar verdragen, helpen, stimuleren, wat ruimte gunnen, geloof in de toekomst bewaren, plannen maken voor de toekomst, goede ideeen, regelmaat, reinheid en rust, licht en liefde en frisse buitenlucht.

Jezus voegt nog iets toe. Let op je woorden en op je daden.

Nynke, je gaf het voorbeeld van de musical Jona hier in de kerk opgevoerd. Je deed mee. Het verhaal is blijven hangen. Jona hoort een stem, hoort woorden. Een uitnodiging of een opdracht: ga naar Nineve!

Hij gaat precies de andere kant op. Op het schip in de storm slaapt hij. Mensen verdrinken bijna, maar hij slaapt…hij doet bijna niets… Nou is de opdracht ook wel heel vreemd. Gigantische wereldstad waarschuwen. Stel nu eens dat ik zou zeggen, hier of in China of Moskou: nog 40 dagen; en de stad wordt vernietigd. Dan krijg ik te horen: We brengen u even naar het Psychiatrisch ziekenhuis in Siberie!

De opdracht of uitnodiging moet ergens passen bij je eigen leven. Voor Jona was het reizen naar Nineve.

Voor de geadopteerde prins Mozes was het terug te keren naar het paleis waar hij was opgegroeid om tegen de keizer te zeggen: keizer, mijn volk de hebreeen stoppen met het slavenwerk; wij gaan van onze God horen wat we wel gaan doen.

Mozes vond dat ook een hele moeilijke opdracht. Net zo eng als een slang bij zijn staart pakken. Een paleis is voor de fun: lekker eten, mooie badkamers, een mooie stoel om wetten te verkondigen. Maar de keizer vertellen: wij vertrekken: dat is niet bedoeling van een paleis in Egypte… Kennelijk horen we allemaal wel eens woorden die als een opdracht in ons hart valt.

Eigenlijk per ongeluk heb ik jullie beiden wat gevraagd, en na enig nadenken zeiden jullie: JA.

Aan Nynke vroeg ik of je het liedje ook in de kerk wilde zingen dat je al geoefend had voor de musical van groep 8. Die musical is al een paar keer uitgesteld. Nu dacht ik, leuk als je het lied al vast een keer voor ons zingt… Het lied gaat ook nog over een gebaar van liefde…  En na enig nadenken zei je: Okay…

Dat vind ik heel bijzonder. Je doet je naam eer aan; want nyn / nien betekent in het Frysk een uitroep, zoiets als sommige mensen een dier kunnen roepen met hun roep met een geluid…

Horen en doen, als het bij je past!  En Jesse kwam met mijn favoriete Bijbelfiguur, Mozes. Het verhaal van de stok of staf die een slang wordt; en weer staf wordt.  Kennelijk een teken om zijn angst voor de slang te overwinnen; om te geloven dat goede woorden gehoord kunnen worden. En mensen kunnen bevrijden. Goede woorden en goede daden kunnen bevrijden.

Ik ben onder de indruk: zo maar een uitnodiging, maar jullie besloten om het toch maar te doen!

De overstap van de basisschool, van de kindertijd naar de middelbare school is ook een overstap naar volwassenheid. En we hebben alle vertrouwen dat jullie beiden je weg zullen kiezen. Dat wat bij past Ja zeggen. En wat niet bij je past, neen zeggen. Zo zal je de kracht en zegen van God voelen als een sterk fundament onder je leven.

Heel veel dank! AMEN.

ZONDAG 27 juni 2021

De eerste schriftlezing (Numeri 21) is gekozen om het woord zegen. Want in deze dienst willen we Irene de zegen van onze Heer meegeven, op je voornemen om naar Curacao, naar Willemstad te gaan en om daar op een VMBO school te gaan werken.

De tweede schriftlezing is gekozen om het prachtige gebaar van Jezus: laat de kinderen tot mij komen, houdt ze niet tegen. Hij omarmt ze, legt de handen op ze en zegent ze.

Zijn kinderen een last? Zijn kinderen een hindernis op zelf ontplooiing? Hoe dan ook, kinderen doen uiteindelijk een beroep op wat wij als volwassenen kunnen geven aan gepast zorg.

Lieve Irene,

Beste mensen: gemeente van Christus,

Beste kijker,

De leerlingen van Jezus probeerden de kinderen tegen te houden. De grote mensen zijn bezig, die wilden luisteren en eventueel ook geholpen worden door Jezus. Laat de kinderen dan niet hinderen. De leerlingen van Jezus zullen niet met opzet de kinderen willen buiten sluiten, maar het had zomaar gekund.  Nu heeft de Bijbel het verhaal aan ons overgeleverd dat de kinderen juist mochten komen, dat Jezus hen omarmt en hen zegent. Houdt ze niet tegen, laat de kinderen tot Mij komen.

Dat is best bijzonder. Want vele eeuwen lang waren kinderen een soort volwassenen, een verlengstuk en het eigendom van de ouders. In een familie of stam heb je je aan de gewoonten van de stam te houden. Iedere stam ontwikkelt een systeem, waarbinnen je je beweegt. Dat zit al in kleine grappige dingen. Bij de ene familie eet je snel en zwijgend; de andere familie praat en discussieert, neemt juist de tijd bij een maaltijd; bij ons zelfs uitgebreid over een Bijbel gedeelte.

Jezus zegent zelfs de kinderen, zoals de oude Jakob als pake zijn kleinkinderen zegent: Efraim en Manasse; en iedere joodse vader zegent zelfs iedere vrijdagavond: hen aankijkt, hen omarmt, streelt en zegent. Moge ik je zegenen als Efraim en Manasse;

Het kan voor een kind heel goed voelen; dat je gezien en gewaardeerd wordt, dat er geduld met je is, en vergeving na fouten; Ene Bronstein (rond 1900) zat op een schooltje, zijn schoolmeester werd boos op hem, boos. Bronstein verliet de school, veranderde later zijn naam in Trotsky, werd een keiharde kwaaie communist, onderdrukker van zijn eigen volk…

De grens tussen zegen en vloek is heel dun.

De zegenspreuken van Bileam zijn in de Bijbel opgenomen, wat opmerkelijk is, want was hij was eigenlijk in dienst een vijand van Mozes en van Israel. Eigenlijk kwam hij om te vernederen, te minachten, uit angst en boosheid twijfel zaaien bij volk van Mozes. Toch werd het zegen. Zo spreekt Bileam;

  1. Zij zijn gaande uit de angst en uit de slavernij. Zij zijn in beweging! Ze weten van hun afkomst, die zullen ze nooit vergeten, maar gebruiken die afkomst als een positieve waarde.
  2. Er is een eenvoud in handelen; ga stap voor stap. Vertrouw en geloof. De hele toekomst hoeft niet tevoren te worden uitgestippeld met ingewikkelde plannenmakerij.
  3. Ik zie geen stress en geen dwangmatigheid in Israel.

Zoiets vertelde jij ook, Irene, je beschreef zo treffend de manier waarop je bij de VMBO-school in Willemstad Curacao terecht kwam. Je was vacatures aan het bekijken, en je vinger bleef hangen bij die school. Klikken, kijken, sollicitatie schrijven, gesprekken voeren. En zo stap voor stap ga je je weg, Je zet zelf de stappen, maar er is ook een onzichtbare hand die je zacht en als vanzelf leidt. Je hebt de mogelijkheid om naar Willemstad te gaan; de vaardigheden en de kwaliteiten geleerd, en je gaat de uitdaging aan; maar het voelt ook alsof je meegaat met een beweging met iemand die je meeneemt op je levensreis. Deze onzichtbare hand noemen we de zegende hand van God.

Vandaag bidden we hier in dit huis van God dat het God is die met je meegaat. Zo verder gaat. Komt er stressigheid of dwangmatigheid, dan klopt er vaak iets niet. (Verhaaltje) PAKKETPOSTNl brengt pakket, zwetend brengt bezorger zware doos bij de voordeur. Hier uw pakket. Klopt niet zegt de ontvanger, ik had geen zware last besteld. Werk en inzet, ja. Maar continue overbelasting klopt niet. Mijn last is licht! Zegt Jezus. En hier Bileam en Balak moeten ingewikkelde en dure trucendoos laten zien. Dan klopt er iets niet.

We zijn daarmee heel voorzichtig, ik bedoel om te zeggen: God en onze plannen en ideeen zijn hetzelfde. Dat gebeurt vaak te snel. Mensen bouwen met de beste bedoelingen een heel christelijk systeem, en verkondigen soms best wel luidruchtig: zo wil God het! Grappig was in het gesprek voorafgaande aan deze dienst, dat je dat een paar keer zei tegen mij en tegen de sollicitatiecommissie zei: ik wil niet werken op een school die te christelijk is… Ik schrok een beetje en vroeg je: Wat bedoel je? Jij zei: bepaalde normen als een dwangmatig systeem. Een strak normatief systeem uitvinden en dat christelijk noemen. Dat kan gaan over kleding, over taal, over seksualiteit.

Zelf heb ik op een openbare school gewerkt om de Bijbelse verhalen te vertellen. Ook daar heersen strikte normen, Hoog en laag, ziek en gezond, nuttig of niet nuttig; meeste jongens wilden een beroemde voetballer worden, meeste meisjes beroemde ster op instagram. Maken een strak systeem. Mensen maken normen, bouwen systemen.

Als Jezus de kinderen tot zich laat komen, hen omarmt en de handen oplegt en zegent, wat voelen wij daarin?

Ik voel als eerste daarin geborgenheid: met warmte en liefde aanraken, een veilig gevoel geven.

Omarmen deed ik niet; wel begon ik iedere les met een hand geven, aankijken, naam oefenen, welkom heten. Na afloop van de les weer: proberen om de persoon te ontmoeten… om Jezus na te bootsen.

Het koste tijd, voordat de kinderen dit aanvaarden; en niet alle kinderen zaten erop te wachten, of niet altijd. kinderen kunnen ook in hun eigen wereld zijn, zoals ieder mens, kunnen je ook als docent ineens pijnlijk raken.  Mensen lief hebben betekent ook hen een weg gunnen die niet mijn weg is. Opvallend vond ik dat er ook altijd kinderen zijn die ontvankelijk zijn voor de zegen, Gods zegen. Zegen voor kinderen is hen als uniek persoon zien. Irene, met die overtuiging ga je naar Willemstad. Irene, we wensen je alle goeds, alle zegen met je inzet. Boven alles wensen we je Gods zegen toe, zoals Jezus en Abraham die bedoelen. Niet als een dwangsysteem die vooraf alles al heeft vastgelegd. Omgekeerd, als een vertrouwen dat je kan delen waarbij een mens het durft te doen met de mogelijkheden die al lang door God in ons gelegd zijn.

Stuur af en toe een bericht, laat ons weten, en zegen ook ons weer! AMEN

ZONDAG 6 juni 2021

GELEZEN Numeri 13: 25-33  en Marcus 3: 20-27

BESTE KIJKER,

Vermoedelijk tobt ieder mens wel eens met gevoelens van onmacht. Het gevoel dat je kan overvallen als je beste bedoelingen toch verkeerd uitpakken. Daar is zelfs een woord voor uit de taal van de Bijbel: schlemiel. Er zijn verhalen van Emiel schlemiel, voorzitter van de dorpsraad. Er was melk en boter tekort voor het kerstfeest. Als oplossing veranderde men de benaming. Water heette voortaan melk, melk heette water. En dus was het tekort opgeheven! Achteraf na kerst werd er geklaagd dat er watertekort was, maar dat probleem kon wel op de dorpsagenda van januari!

Later komt dit type ook voor in comedy’s, en boeken. Mijn dochter van 13 las een tijdje het dagboek van een sukkel. Films als de dikke en de dunne of hotel op stelten met G. Clooney. Waar de hoteleigenaar misverstand op fout stapelt. De lach werkt bevrijdend van ons eigen gevoel van soms maar aanklungelen. Mijn beste bedoelingen kunnen verkeerd uitpakken, soms zelfs afwijzing of boosheid teweegbrengen.

Het Bijbelverhaal van de 12 verkenners of toeristen die een land verkennen snijdt dat gevoel aan. Tien van de twaalf verkenners toeren door het land, ze zien van alles, bijvoorbeeld mooie druiven bij de druivenoogst, steden en dorpen, maar krijgen vooral het gevoel: wij zijn een stelletje schlemielen! Die bewoners in de late bronstijd hadden best grote steden met dikke muren er omheen. Goed bewapende soldaten op de muren, slaven en lijfeigenen die de omliggende akkers bewerken, en aan het hoofd een de priesterkoning met zijn schrijvers, boekhouders, planners en priesters, raadgevers. Het leek best indrukwekkend allemaal.

De tien verkenners worden overspoeld met informatie en indrukken. En ze zien ook nog eens een begrafenis stoet alsof een Egyptische farao ten grave wordt gedragen, waarbij iedereen verplicht aanwezig is, dan voelen de 10 zich als kleine sprinkhanen. Schlemielen.

Dit nare gevoel kan je kwijt raken door in je hoofd en hart een stap te zetten. Het is een verkeerde stap, maar die komt helaas heel veel voor. Jezus wijst erop en waarschuwt ervoor in hele indringende woorden. Die stap is de stap naar een tweedeling. Mijn gevoel van onmacht, van de schlemiel, wordt veroorzaakt door machtige anderen. Door grote slechterikken die in de gedachten grote reuzen worden.

Een invloedrijke denker, Karel Marx, zag hardwerkende fabriekersarbeiders tegenover sigaar rokende eigenaren. Hij noemde hen reusachtige kapitalisten, mensen met aandelen in fabrieken die vele loonslaven in de fabrieken lieten zwoegen voor een hongerloon, liefst nog kinderen of vrouwen! Die reus- of super kapitalisten hadden hun tentakels overal in: de kerk, de school, het leger, in presidenten en koningen, in alles…

Bij de 10 verkenners wordt gesproken over Reuzen van mensen, enkele die een kwaadaardige macht hebben over een massa slaaf gemaakten.

Als je zo’n kapitalist ook nog een Joodse naam geeft, zoals Rothschild of Oppenheimer die stiekum alles naar hun hand zetten, dan hebben we in ons hoofd de wereld in tweeen gedeeld, een zwart-wit wereld met absoluut kwaad en absoluut goed. Enkelen die in het halfduister manipuleren en de goeden die voor het licht zijn. Jezus zegt dan: zo ben je een huis in jezelf verdeeld is… Zo maak je jezelf krachteloos.

Ten tweede. Een sprinkhaan komt in zwermen en de zwerm vreet alles op en gaat verder. Daarom is die zwerm een plaag. Iemand zei me: dat sprinkhaan gevoel wijst ook op ontworteling, je niet thuis kunnen voelen. Snel kaal vreten en weer verder gaan. Die tien verkenners zeggen: wij zullen ons niet thuis voelen… We reizen in de woestijn, okay. Springen als een sprinkhaan van plek naar oase. Steeds verder. Maar ergens wortelen, en iets duurzaams opbouwen. Dat kan niet.

Slechts 1 verkenner meent Kaleb: de plek is goed genoeg om een thuis te maken, te wortelen.

De goede boodschap van het evangelie is nu juist bevrijding van deze verdeeldheid. Gods koninkrijk is dichtbij je; weet je prins of prinses in het koninkrijk, een waardige burger. Schiet wortel in het koninkrijk en Zijn gerechtigheid. Dan wordt de plaats en je leven bewoonbaar; wortelen is daar waar je met elkaar zoekt naar recht en waarheid, leven in waarheid.

Jezus noemt deze stap naar een tweedeling een demonische stap, die onverenigbaar is met de Geest van God, de heilige Geest. Dat klinkt mooi, maar wat is het concreet nu? Zet steeds kleine stapje, in geloof en in hoop. Maak daarvan een geheugensteuntje.

God zegt: maak een blauw draadje; knoop die aan je riem. Het blauwe draadje wijst op een slakje uit de zee; de zee is blauw, zoals de lucht blauw is; de lucht wijst op het heelal; op Gods aanwezigheid in ons leven. Wij weten niet alles en wij zien niet alles. Maar iedere stap is waardevol. God is ook bezig. AMEN.

ZONDAG 23 mei 2021 PINKSTEREN

In 2020 werd gebarentaal officieel als taal erkend. Daardoor zien we op de persconferenties naast premier Rutte (de minister de Jonge) ook iemand gebarentaal spreken; en is Irma Sluis bekend geworden. U kent nu  bijv het gebaar voor hamsteren.

BESTE KIJKER, het pinksterverhaal van Handelingen 2 wijst op een groot wonder, dat door middel van spreken en luisteren – of kijken naar gebarentaal – mensen elkaar kunnen verstaan, gevoelens en gedachten kunnen uitwisselen.

Zo zegt de tekst: Een ieder ging spreken in een taal vreemd voor hen, door de Geest. Vervolgens hoorden mensen hun eigen taal in het spreken van de ander, die vervuld was van de Geest…

Deze woorden uit de Bijbel verbazen mij ieder jaar weer. Niet alleen elkaar goed begrijpen is lastig, maar net zo moeilijk is het om werkelijk vrijuit te spreken. Kennelijk wordt spreken, werkelijk vrij uit gaan spreken, vaak afgeremd. Allerlei factoren kunnen een rol spelen waardoor spreken onhelder wordt, moeilijk verstaanbaar. Of versluierd, door bijv angst dat de luisteraar/hoorder je zal afwijzen, veroordelen. En dat herken ik wel.

Een indrukwekkend voorbeeld kwam ik tegen in het boek van een jonge vrouw, haar ouders zijn uit Turkije hier komen werken: als gastarbeiders. Ze heet Lale Gul. Zij woont en groeit op in Amsterdam-West, een achterstands-pracht wijk, met heel veel import. Eenmaal op de basisschool stopt ze met spreken. Ze leeft vele jaren zonder spreken. De juf op school vraagt aan haar ouders: heeft ze soms een geboortegebrek? Dan gaat ze lezen en lezen op de plaatselijke bibliotheek. Ze leert de Nederlandse taal ontzettend goed! Er is taal, ze leert heel veel van de Nederlandse taal, soms grove taal, conflicten taal; Maar werkelijk spreken bijv met haar moeder, met de familie; met haar Nederlandse vriend, neen dat lukt maar niet; als haar boek verschijnt in de boekwinkel, volgt er nog meer afwijzing, maar ook voor het eerst herkenning, gehoor. Haar boek is te lezen als een hartekreet: wie hoort mij nu eindelijk eens…? Is er dan niemand die me wil horen, me wil begrijpen…?

Nu dezer dagen zou ik van alles willen zeggen, bij het oplaaiende conflict tussen Israel en de Hamas in de Gaza-strook, Want van jongs af aan ben ik geboeid door de Bijbelverhalen: Abraham en Sara zouden er gaan wonen; later doen Mozes en Jozua een poging; Ezra en Nehemia doen een geheel andere poging. En in onze eeuw sinds 100 jaar geleden opnieuw. Maar tegelijk is er een rem in mijn gedachten: Als ik het verkeerd zeg, denkt de hoorder misschien dat Die Verwaal het leven van een Palestijns kind misschien wel minder acht dan van een joods kind? En dat wil ik niet; en dus kan ik me inhouden; voorzichtig zijn; onhelder gaan spreken; soms zelfs angstig spreken. En dat helpt ook niet. Zoals iemand me zei: wat wil je zeggen, Jak?

In haar boek van Lale Gul komt het conflict Israel/ Palestina zo nu en dan voor als zijdelings motief. Geheel vanzelfsprekend is in haar Turks-Nederlandse wereldje Israel gewoon heel slecht, de duivel zelf. De Palestijnen worden door Israel gediscrimineerd, vervolgd en mishandeld, zelfs uitgeroeid… Dan stelt ze verbijsterd vast dat precies dezelfde tirade tegen Israel bij moderne – verlichte – zichzelf als progressief beschouwende Nederlanders klinkt. In alles het tegendeel van haar fundamentalistische moslims! Turkse-Nederlandse ouders. Ze snapt er helemaal niets van…

Kennelijk is het zo, beste kijker, dat behalve een conflict in een heel klein landje over een huis of een kleine berg als Jeruzalem, (Israel is een half luciferdoosje op een voetbalveld van de Arabische wereld), het conflict ook gaat over taal, over spreken, denken, voelen, en zo welk verhaal wij vertellen?

Welk verhaal vertel ik in wat ik doe of meemaak…

Nu is het wonder van het Pinksterverhaal – echt een groot wonder! – dat er een echt spreken begint! De tong de lippen, het hart, worden bevrijd door de Geest, een ieder durft te beginnen in vrijmoedigheid…

En anderen horen ervan, tonen begrip! Wat een wonder! Zelfs in het vrije spreken geschiedt een tweede wonder: in het bevrijde spreken gebeuren de grote daden Gods… Wat zou dat zijn?

Petrus geeft een voorbeeld, aan de hand van het levensverhaal Jezus Christus. Deze Jezus leefde uit Gods kracht en liefde, en hoewel hij aan het kruis stierf, is zijn levensverhaal een uitnodiging om te leven in Gods liefde! Dus kunnen wij ook uit die liefde leven, spreken en ons eigen levensverhaal vertellen.

Je kan je levensverhaal vertellen als een beker die leeg loopt…  en de schuld aan de omstandigheden of iets dergelijks geven : Mijn beker is aan de lege kant en dat is de schuld van ( bijv de Joden!).. zo kan je in een zwart wit denken belanden; in slachtoffers of misdadiger-tweedeling gaan geloven.

Er is een spreken mogelijk misschien wel het meest voorkomende spreken, dat zich sluit, afsluit, en zwijgt.

Maar er is ook een spreken mogelijk vanuit de Geest van God, de heilige Geest; dat spreken is aarzelend, zoekend, naar een opening, open, kwetsbaar, hoopvol, naief misschien, maar toch met een heilig vuur van God.

En er is een spreken dat weet heeft of gelooft in Gods project met de schepping en met de mensen: een project van zegen en gerechtigheid, voor alle volkeren. Te beginnen in Jeruzalem, voor Rome of voor Mekka, Voor Delhi …

Dit open of vrijmoedig spreken ontdekt: Ik ben Nooit alleen. We luisteren naar dit lied. AMEN.

ZONDAG 9 mei 2021

OVERDENKING 9 MEI 2021, HAULERWIJK

Op uitnodiging van Jan en Jannie Oostingh mag ik een keer in uw midden zijn om de overdenking uit te spreken: hartelijk dank daarvoor. Het thema van de overdenking sluit aan bij deze 36 ste dag van de pinkstertelling (aanstaande donderdag is de 40 ste dag, en 23 mei de 50 ste dag, dat is dus Pinksteren.) Deze 36 ste dag haalt de woorden van Jezus aan: willen jullie mijn leerling zijn, oefen je dan in liefde betoon. Blijf in de liefde! En op deze moederdag past dat heel goed, vanzelfsprekend. Daarom zijn de woorden gelezen uit het derde boek van Mozes, boek der liefde;

HEB UW NAASTE LIEF ALS UZELVE: IK BEN DE HEER…

En zijn de ontroerende woorden van PAULUS uit de brief aan de mensen in de ruwe havenstad stad Corinthe voorgelezen: Paulus WIJST OP DE VOORTREFFELIJKE WEG: ALS IK DE LIEFDE NIET HEB, HEB IK NIETS, AL ZOU IK ALLE KENNIS BEZITTEN…al zou ik alles weggeven aan de armen. Een dochter van een dominee zei me eens in Rotterdam: mijn vader werkte dag en nacht voor zijn mensen, nooit thuis. Op zijn 65 ste stierf hij, alleen maar lovende woorden bij zijn graf, waardering van iedereen, maar ik voelde leegte en geen spoor van verdriet; nooit was hij er voor mij… en hij kan het ook nooit meer goed maken… Had hij wel liefde voor zijn naasten thuis, voor mij? Zelf schrok ik daarvan… En ik vroeg toen aan mijn kinderen: Ben ik er voor jullie?

Het is vandaag ook moederdag. Kinderen kunnen – als ze willen – hun liefde en waardering uitspreken voor hun moeder.  (Over een maand voor hun vader…).

Die opdracht staat wel 3 x maal in de boeken van Mozes. Bijvoorbeeld ook in Lev 19: 2 ‘Een man, een mens,  een verbondskind, hebt jullie respect voor je moeder en je vader. En bewaar de rustdag. Een aangrijpend – uniek?- voorbeeld van respect en eer voor zijn moeder gaf Viktor Frankl. Hij woonde in Wenen in het jaar 1937. Hij was een veelbelovend arts en psychiater, klaar met een uitvoerige studie. Daarom was hij uitgenodigd om doktor en professor te worden in London, een prachtige kans voor zijn beginnende carriere in de artsenij.  Viktor wandelede naar zijn ouders, die ook in Wenen woonden om hen hierover te vertellen. Aangekomen bij zijn moeder en vader, trof hij zijn moeder te neer geslagen aan. Vader had een brokstuk marmer uit de synagoge van Wenen naar zijn huis meegenomen: eer uw vader en uw moeder… Viktor wist wat er gaande was: Bij de Anschluss was een dolle meute ook de synagoge’s gaan slopen, naast de winkels van Joden, en het bedreigen van joden. Zij zaten stil bij elkaar… Een stilte die wel een eeuwigheid duurde. Een stilte die wachtte op woorden om beslissingen te kunnen nemen. Op enig moment zijn ze gaan praten. Viktor vertelt over zijn benoeming in London; en de ouders van Viktor vertellen over hun bange voorgevoel, de tijd van Oostenrijk onder Hitler wordt een boze tijd… In die stilte van zijn hart is een gevoel, een roep, een opdracht  gaan spreken. Ik blijf in Wenen, bij jullie, mijn lieve moeder en mijn vrome vader… Neen zeggen zijn ouders: ga naar London, wordt arts! Hij is meegegaan, de gruwelijkste kampen zoals Auschwitz in, ouders en familie verloren, zijn boek, promotie-onderzoek verloren; zijn prachtige positie in London verloren. Toch heeft hij al deze gruwelen overleefd. Steeds zegt hij heeft hij momenten van stilte en gebed gezocht.

Want zegt hij, in momenten van stilte, in de meest bizarre of ellendige of angstige omstandigheden kon zijn hart wachten op de liefdevolle stem van God.

Ieder mens heeft een moeder en een vader; kan eventueel zelf moeder (of vader) worden, of in de kerk bij het doopfont peet moeder. Ook zijn er vele nieuwe vormen bijgekomen in onze tijden – ik spreek hier uit ervaring! : opvoedmoeder, of stief moeder, bonus moeder, pleegmoeder, donor-baarmoeder, ex-moeder,  rijke tante, liefdevolle tante… Ook dan is het mogelijk  om voor de keuze te staan: erkenning, waardering of niet, nog niet vanwege verdriet of pijn. Want, Bij het opgroeien en opvoeden van iedere generatie zijn er ook spanningen: G.K. van het Reve schrijft in de Avonden over harde communistische ouders, (Jan Wolkers, ’t Hart, Siebelink, Kerk, S. Vestdijk over benauwde kleinburgerlijke ouders: en vele anderen) in onze tijd onlangs Lale Gul: met haar aangrijpende als talentvolle boek: ik ga leven over haar bekrompen moslim ouders. Hoe dan liefde? Wordt liefde dan niet een kleffe deken die onrecht en pijn moet bedekken?

Frankl geeft een advies uit zijn eigen Auschwitz en Wenen ervaringen. Hij adviseert ons om juist in spanning en verwarring, soms in boosheid en twist ook momenten van stilte te zoeken, leegte, van ‘een persoonlijke sabbat.

Deze stilte is nodig want kan je leven redden. Weer de toekomst openen. Vooral de stem van God, de stem van liefde… voor je eigen leven laten klinken.

Want ieder mens is kind van moeder (en vader); en staat voor de opdracht om steeds weer uit te ziften en te onderscheiden, wat probeer je los te laten en wat juist mee te nemen je eigen toekomst in. Dit proces van uitziften en onderscheiden is levenslang; doe het  ter wille van de liefde! Van je leven, van je eigen toekomst en voor de nieuwe generatie. En voor je moeder en vader.

Frankl heeft zo een boekje geschreven: De Betekenis van je leven…  Een wonderschoon boekje: betekenis is namelijk met stilte te vinden, zo meent hij. Betekenis als liefde geven en ontvangen is soms met veel strijd en verwarring, voor iedereen te vinden. Liefde voor je moeder , op deze moederdag.

Gun je kind wat stilte, ruimte, gun jezelf te luisteren naar je hart.

In het gunnen van een stille momenten, van nog geen oplossing hebben, maar van uitrazen, van luisteren spreekt de liefde van God. En van die mooie woorden: ik geef om je. Je gaf met het leven.

AMEN.

ZONDAG 2 mei 2021

BESTE KIJKER,

Onlangs was ik in gesprek met een akkerbouwer over vlees en veganisme, over bestrijdingsmiddelen en over mestwetten, over klimaat en over stikstof. Hij vertelde me dat er veel zorgen zijn, en angst dat er nog veel meer beperkingen komen.

En dus boosheid. Want zei hij als je een akkerbouwer echt kwaad wil hebben, moet je een stukje van zijn land afpakken, al is het een hoekje bij een oprit of door een fietspad of wandelpad. Mooie grote rechte stukken bewerken met de machine is belangrijk, want juist alle details en beetjes zijn belangrijk, smalle marges!

En nu horen we van Mozes precies dat te doen: laat een hoekje van je land liggen als je aan het oogsten bent. En heb je een wijngaard of olijvengaard, ga niet nog eens extra de kleine of zure druiven nalezen, de afgevallen olijven nog eens nalezen; laat die tweede rangs druiven of olijven liggen of hangen, voor de armen, de weduwe en de welwillende vreemdeling.

Evenals nu zal Mozes ook toen met dit voorstel niet de handen op elkaar krijgen van enthousiasme: die nalezing levert ons wel wat op meneer Mozes! Met die restjes kan je van alles doen: pesto maken, druivenkoeken die tegenwoordig, muesli-repen heten. Sap en azijn van zure druiven.

Mozes voegt eraan toe: gij zult niet stelen. Met andere woorden. Wie precies tot aan de rand oogst en nog eens gaat nalezen, verschilt niet een dief! Die bij de buren inbreekt, waardevolle bezittingen uit een huis steelt! Soms is de boodschap gewoon irritant…

Dat stelen van een ander slecht is, okay . Het is te begrijpen. Maar de rand oogsten en nalezen van je eigen zorgvuldig bewerkte akker is toch zeker niet hetzelfde als stelen….  Dit is net zo vreemd als wat Jezus later zal zeggen: sla niet direct twee keer zo hard terug, denk eerst na, hoe je wil reageren in een vijandschap, Zijn er alternatieven om de twist aan te pakken? Een grap maken? Excuus aanbieden? Toegeven? Of ook zelf verdedigingscursus volgen en op het goede moment betaald zetten… ?

Daarmee raken we aan een aspect van de boodschap van Mozes en of Jezus dat vaak irriteert alsof op zoek naar de liefde van God je je hand in de braamstruik doet en au! roept. En dan volgt er nog veel meer: 10% van je inkomsten als plicht betalen, of een dag rust nemen per week. De opdracht kan je als de boer wiens land je afpakt allemaal ernstig irriteren. Is dat hetzelfde als de dief die steelt?

Wat wil die boodschap? Ons een koninklijke nonchalance leren? Herenboer met je 1000 hectare, doe ook eens ruimhartig, geef ook een wild feest voor de keuterboertjes op de zwarte cross?

Neen, want deze opdracht geldt voor de kleintjes, de keuterboer: laat ook een paar centimeter over .. als het penninkske van de weduwe.

Er zit een principieel idee achter: Namelijk dat eigendom als een absoluut recht ergens niet klopt; Dat ieder een goddelijke koning over bezit is, neen.

Wat is vrede? Wat is vreugde? Precies afbakenen? Mijn en dijn precies vastleggen? Neen: vrede en vreugde is ieder heeft iets te geven! Denk wat mooier over je zelf en ander… Er zit een mensbeeld achter.

Ter verdediging van Mozes kunnen we aanvoeren dat de Bijbel ons ziet als een ruwe diamant: Ieder mens is kostbaar als een ruwe diamant. Het enige wat ons te doen staat is schaven. Schaven tot meer en meer de edele steen gaat stralen. En wat druiven of olijven aan anderen laten is een vorm van schaven.

Jezus zelf vergelijkt zich zo met een snoeier in de wijngaard. Dat is bij druiven kweken het vak bij uitstek: snoeien! Help elkaar met snoeien! Dan komen er mooie vruchten!

(Verleiding om te vervallen in een tweedeling: zielige slachtoffers tegenover kwade uitbuiters; of andere tweedelingen naar kleur, godsdienst rang of stand, geld of opleiding….  Neen, laat ieder mens zich beschouwen als een even kostbare als ruwe diamant: gegeven aan elkaar om te gaan stralen!

Van mensbeeld naar Godsbeeld. De Bijbel gebruikt daar een woord voor: een vreemd argument ter aansporing om te geven: wees heilig want Ik de HEER ben Heilig. De hoek van je akker, of niet stelen: wees heilig! Dat is een vreemd argument. Normaal is: Wie steelt, stop ik in de gevangenis. Wie iets verkeerd doet of zegt: via de sociale media: cancelen!  Mozes had kunnen opdragen: Maak een stevige politiemacht! Organiseer een meute op sociale media en cancelen maar bij overtreding. Zodat wie uit stelen gaat, een grote kans heeft op de Gevangenis – en geen hotel-gevangenis of na dit leven in de hel.

Neen, het argument ter bemoediging is: weest heilig… en dus niet stelen, dus de hoek van akker voor de weduwe. Wees, vreemdeling iets gunnen. Want je voelt heilig! Lekker, positief, blij; EEN GEVOEL VAN Overvloed. We zijn op weg naar Pinksteren, om de heilige geest te ontvangen zodat we deze opdrachten kunnen doen. Niet uit vrees voor de strafrechter of de sociale media golven. Heilig moet te maken hebben met een lekker gevoel. Met een kostbaar gevoel.

God kan ons een speciaal gevoel geven, een zeer krachtig gevoel. Morele gevoeligheid kan pijn omzetten plezier, in betekenis, in waarden. Met Pinksteren is ons gebed dan ook: kom Heilige Geest! AMEN.

ZONDAG 25 april 2021

GELEZEN  2 Koningen 5 en Marcus 1: 40-45

BESTE KIJKER,

General Naaman, de hoofdpersoon in het Bijbelverhaal van vandaag, heeft last van een kwaal. In zijn lichaam woont een spanning die zich uit in zijn lichaamstaal. De spanning is veroorzaakt door een grote – gelukkige – overwinning. De Bijbel zegt: de HEER gaf hem de overwinning. Een collega generaal zou kunnen zeggen: Hij had geluk, want beginnersgeluk is een bekend fenomeen! De krant van toen kon schrijven: de bliksemcarriere van generaal Naaman! Zijn koning is blij met hem, want die hoopt op nog veel meer overwinningen in het altijd woelige Midden-Oosten. Maarr, generaal Naaman zelf heeft het moeilijk na de overwinning: want plotseling succes is vaak net zo moeilijk en spannend als plotselinge tegenslag. Onze geest moet zich aanpassen, een verhaal aan jezelf vertellen, waar je mee uit de voeten kan.

De spanning woont in zijn lichaam, daar heeft de Bijbel een term voor: tzara’at, (op vele manieren vertaald als lepra, meelaats, psoriasis) maar opvallend is dat ook kleding en ook een huis de ‘MEELAATSHEID’ kan vertonen; dat zeggen we dan: de spanning is in dat huis te snijden. Dat kan niet bij lepra oid, maar wel bij spanning: de spanning is om te snijden. Ervaren mensenkenners zien en voelen die spanning aan een ander mens: oogopslag, handen, zenuwtikjes frunniken. Etc.

Deze spanning die de Bijbel Tzara’at noemt heeft een duidelijke oorzaak. De oorzaak is het veel voorkomende menselijk idee dat het resultaat van mijn doen en laten volledig van mij en van mij als mens alleen afhankelijk is. Dat een mens een volledig overzicht – over zichzelf of over een ander – heeft. Helaas is dat een veel voorkomende misvatting. Het idee is een kwalijk en vals idee – levert heel veel spanning op. Of het nu bij kinderen is op school die examen moeten doen: als ik op de goede wijze leer, dan zal ik slagen; en als ik niet goed leer, dan zal ik zakken voor het examen. NEEN, je best doen is prima, maar niet omdat het resultaat gegarandeerd is…

Bij Generaal Naaman heeft het idee kennelijk postgevat: nu moet ik alle veldslagen winnen! Hij loopt met precies dezelfde spanning rond als een scholier of student die examen moet doen: Ben ik een goede generaal, dan win ik steeds de veldslag. Doe ik iets verkeerd, dan verlies ik misschien weer een veldslag.

Wat ik echter van Jezus en van de Bijbel hebt geleerd, is dat dit een verkeerd idee is dat pijnlijk is voor jezelf en soms voor andere mensen is. Een buikpijn idee. Een heel arrogant en hoogmoedig idee zelfs. Want het idee veronderstelt dat wij alle factoren kunnen overzien en naar onze hand kunnen zetten! Dat klopt niet. Wij overzien niet alle factoren en wij kunnen al helemaal niet alle factoren naar onze hand zetten. Denken we en geloven we dat wel, dan automatisch komt een te grote en gevaarlijke spanning in ons lichaam.

De spanning is vervelend voor ons zelf. Het kost veel energie om alle factoren te moeten gaan bepalen.

Het is ook een gevaarlijk idee. Want als wij alle factoren zouden weten en zouden moeten beheersen, en een ander mens doet iets fout in onze ogen, dan wordt die direct het zwarte schaap. De zondebok, een duivelse vijand, een levensgevaarlijke tegenstander van onze almacht-fantasie. We belanden in een tweedeling van goed fout, zwart wit en god-duivel.

In deze tijd van Corona hebben zowel de regering als verstandige deskundigen dit – al is het soms of maar even – moeten benadrukken: WE WETEN NIET ALLES EN WE CONTROLEREN NIET ALLES. Waarom bijvoorbeeld sommige mensen heel ziek kunnen worden en andere nauwelijks, dat weten we niet altijd precies. En dat hebben we nooit geweten…

En alle maatregelen zijn nodig, en het is goed elkaar te steunen en te bemoedigen, maar er is niet absolute veiligheid. Wij kunnen zeker ons best doen, maar wil je van die te hoge spanning af, dan is er een andere uitweg mogelijk.

De generaal krijgt advies van een oorlogsmeisje; ze zegt: ga naar de profeet van Israel. De generaal gaat naar Elisha, zoals de gespannen man naar Jezus. Zij zijn mensen die een goede balans zoeken: wel onze inzet, maar verbinding zoekend met Gods koningschap!

Het moeilijk te geloven advies voor de generaal is: Dompel je 7 maal onder in de rivier de Jordaan; uniform met insignes uitdoen, ringen en sieraden; je afkomst en je toekomst loslaten; je zekerheden en je angsten; je meningen en overtuigingen inslikken; onderscheidingen, successen en twijfels, angsten loslaten; het water in.

Het getal 7 verwijst naar deze zichtbare wereld. De 7 scheppingsdagen. Wij leven erin, ermee als geschenk. Genezen komt Naaman uit de wateren; als een herboren mens, als een jongeling, bescheiden en onbevangen: ja ik mag van alles doen, zo goed mogelijk doen. Maar mijn leven zelf is een geschenk uit de bron van leven. Ik heb niet alles in de hand!

Volgens de tora van Mozes gaat de genezen mens naar de priester. Het verhaal vertellen. Ga naar de het huis van God, naar de koheen; breng een bedrag aan geld: die fantasie van almacht bracht me pijn, die ik per ongeluk mezelf aandeed. Nu laat ik die almacht los; ben niet gespannen meer. Leef met anderen, en met God.

Jezus gebiedt: Maar vertel niemand iets! Hij doet het wel. En Jezus vlucht naar een plek zonder mensen; Want Eer, roem of geld zou de misvatting in stand houden. Nu hebben we iemand die het ALLEMAAL EN ALLES WEL overziet…. Neen, dus.

Mijn volle overtuiging is: deze verhalen zijn noodzakelijk; de bepalingen van Leviticus 13-14 zijn uiterst actueel. We doen ons best; opdracht om ons in te zetten. We mogen geloven dat onze inzet kan worden gezegend. Maar we hebben niet alles in eigen hand. Het besef is van groot belang dat het zich verdiept : ons leven is veilig en geborgen bij de bron van leven, licht en liefde, de heer Onze God.

AMEN

ZONDAG 4 april 2021 PASEN

PASEN 2021

Beste kijker,

In de verschillende opstandings– en verschijningsverhalen komt een opvallende dubbelheid voor. Zoals we vanmorgen vernamen uit het bericht van Mattheus: eerste dubbelheid, vrouwen ontmoeten de opgestane HEER, tegelijk wordt het bericht verspreid dat het lichaam van Jezus gestolen is. Tweede dubbelheid: Vervolgens staat er dat sommigen toch geloofden en het bericht van de opstanding verkondigden, terwijl anderen van de volgelingen van Jezus twijfelden… Ook uit de andere evangelien komt die dubbellheid naar voren. In het evangelie van Johannes: Petrus en Johannes gaan de grafkamer in, vinden de doeken en gaan weer naar buiten… Maria gaat kijken, en ziet hetzelfde en roept al huilende tegen de tuinman: ze hebben mijn Heer gestolen, het lichaam is weg. Marcus eindigt met een dubbelheid: vrouwen vinden het lege graf, een grote steen verwijderd, tegelijk gaan ze op weg met vrees en beven en zeggen niemand iets……

Heel dubbel en met horten en stoten komt het opstandingsverhaal op gang. Maar steeds is er ook iets van die dubbelheid. Later is er weer de eerst twijfelende Thomas die eerst wil zien en dan pas geloven; ook de Emmausgangers hebben teleurgesteld Jeruzalem verlaten… Pas na het eten van wat brood keren zij om en hervinden het vertrouwen: het geloof in de toekomst.

Dat herken ik wel in mijn eigen leven, en ook in ons samenleven. Eigenlijk bij alles wat we mee maken en doen en bij het maken van een mooi plan: JA, MAAARRR…. – ook in onze gemeente – is wel een ja maar te noemen. En in deze corona-tijden is me dat nog eens extra opgevallen.  Een constante stem roept bij van alles: Ja… MAAR eerst maar weer zien; bij het testen van een medicijn als je ziek wordt, bij vaccins; steeds hoor ik in mijn eigen hoofd: JA MAAARRR… Op tijd? Genoeg? Bijwerkingen… Die farmaceutische bedrijven… daar draait alles om grof geld. Op 1 september gaan we weer volop beginnen aan het gemeentewerk… JA MAARRR… Moeten we niet eerst wat rusten, op vakantie. … Soms roep ik dat zelf niet, maar hoor het andere mensen roepen. Ja MAAR.

Het gaat maar door tot vermoeiens toe. Terrassen dicht in de open lucht? Ja maar de open lucht was toch veilig…? Vaccineren, ja. Maar is het nou wel veilig, na gevallen van bloedstolling. Laten we de vervuiling verminderen, de CO2, het stikstof, prima!  JA, Maarrrr bomen verbranden was toch niet de bedoeling….? Bruinkool, steenkool? Kernenergie is schoon, ja maar dan is er weer stralingsafval… Zonnepanelen dan. Ja prima. Maar zegt iemand, na 20 jaar doen ze het niet meer goed. Zitten we met enorme bergen afval van oude zonnepalen… Vis is gezond en lekker; ja maar de zee is bijna leeggevist!

En zo gaat het maar door. Vermoeiend soms.

Op een vergadering gaat dat automatisch bij mij. Zegt iemand: laten we tijd besteden aan contacten met mensen binnen en buiten onze gemeenschap. Nee zegt een ander, die saaie kerkdienst is niet goed: moet helemaal anders…

Na mijn opleiding zeiden de docenten: denk erom, blijf lezen, doe aan permanente educatie. Maar bij de laatste nascholing was het advies: lees eens wat minder. Luister naar je gevoel: leer eens naar je gevoel te luisteren…

Vermoeiend. Maar echt. Deze opstandingsdag duwt je ook de twijfel in; ziet zelfs het ongeloof onder ogen. Denk je een stevig houvast te hebben? Dan duwt ieder jaar weer het evangelie naar een beweging. Om op witte donderdag te zeggen: kom aan tafel en ontvang alles helemaal nieuw. Het systeem van valse zekerheden zit ook in je. Die neem ik je af.

Zo aan de tafel van brood en wijn wordt het grote IK van mij afgenomen; ook het Ik van IK geloof; Eerst maar luisteren en vertellen.

Wat een troost en wat een herkenning dat het evangelie dit onder woorden brengt. Eigenlijk ben ik heel blij met de evangelien, zo herkenbaar. Het vertelt: De HEER is opgestaan en verschenen aan de vrouwen, aan Maria van Magdala etc… Maar sommigen twijfelden… De Emausgangers hadden de hele opstanding kennelijk gemist. Ze moesten opnieuw het brood delen. En gingen naar Jeruzalem om toch mee te doen.

In onze Corona tijden, met alle teevee, media, websites en informatie is bij alles een Ja Maar te noemen…  Ontvang hartelijk de vluchteling… prachtig Ja Maar er zitten massamoordenaars tussen, die honderd duizenden mensen in de kelders van president Assad ombrachten.  Wil je die beul en massamoordenaar als nieuwe buren?

Wat een bemoediging: enerzijds de dubbelzinnige werkelijkheid waarin wij leven, en waarin dus ook ons leven dubbelzinnig is.  Het ja, maar hoort erbij! Weet dat de werkelijkheid dubbelzinnig blijft, en juist daarin mijn opdracht blijft tot liefde en tot vertrouwen. Een stap te zetten.

Luister: ik Ben met je! Tel en vertel, de 50 dagen; Ga toch op weg; probeer maar, met je twijfel erbij die in je ene oor maar fluistert: ja maar…

Bij alles kunnen zeggen: ja Maar; dat klopt ook! Hoort erbij; en dan toch zoeken met elkaar naar de opdracht tot liefde; blijven zoeken en uitkomen bij de belofte: zo spreekt onze HEER Ik ben met je tot aan de voleindiging. AMEN

ZONDAG 7 maart 2021

GELEZEN PSALM 19.

BESTE KIJKER,

Collega Rudolf Akse heeft ons duidelijk gemaakt dat wij mensen onze geest kunnen leren kennen, door in de natuur aandachtig te zijn. Daartoe lazen we psalm 19: 1-7. Een andere mogelijkheid is om aangesproken en geraakt te worden door een lied of een verhaal of een uitnodiging. Zelf ben ik opgegroeid bij mijn ouders en grootouders met de Bijbel. Al vanaf de moederbuik hoorde ik de psalmen en hoorde ik al dit lied van psalm 19 zingen! Mijn oma zong met tranen in haar ogen, mijn vader dramatisch, en mijn moeder zong zoekend naar de juiste toon. Het lied drong door via oren en hoofd in het hart en in het lichaam. “Zijn hart wordt opgetogen, recht is des Heren woord, en louter zijn gebod, een licht voor onze ogen.’

Eenmaal geboren was de Bijbel overal aanwezig; soms heel klein in omi’s hand, dan weer heel imposant als Statenvertaling met verklaring en slot erop midden in de kerk op de kansel en in de banken der ouderlingen.

Nu kan je de Bijbel raadplegen op je mobile telefoon of iPad in talloze talen. En als je wilt in de oorspronkelijke talen. Voor de boekvorm was er deze vorm: Men nam een oude boomstam bijvoorbeeld van de acacia, de boomstam moest je uithollen; vervolgens nam men stukjes leer, netjes aan elkaar genaaid en bewerkt. En daarop schreef de schrijver de Bijbelverhalen. Zo kon je de Bijbel achterop je ezel of kameel meenemen.

Je geloof en je overtuigingen gaan door middel van je ouders, us pake en beppe of een leraar of een ander mens. De verhalen en de melodien kunnen diep in het lichaam gaan wonen. Dat betekent heilig worden.

Later – ook nu! – vraag ik me af: wat zing ik eigenlijk? Vind ik dat zelf ook? Klopt het wel? Als voorbeeld neem ik Psalm 19: 9. Daar zingt David: de tora is een vreugde voor het hart, de uitnodiging (het gebod) is helder, verlichtend de ogen.

  1. De tora als vreugde voor het hart.’Een blijmoedig hart is de bedoeling. Het tegenovergestelde is een boosaardig of een hoogmoedig hart. Deze week precies 70 jaar geleden stierf meneer Stalin aan een boosaardig hart: door zijn laatste woede-uitbarsting die hij zelf niet meer kon stoppen, die hem fataal is geworden. Ook hij had 4 uitroeiingskampen voor de mensen van deze overlevering gemaakt, in navolging van Hitler. Zo’n hekel had hij aan de tora! Stalin echter stierf aan zijn woede-uitbarsting. Vreugde is de bedoeling, een bijzondere vreugde, vreugde die ontstaat als mensen met elkaar brood en wijn delen.

Dat speciale gevoel van vreugde ontstaat als je over grenzen van vervreemding en verscheidenheid heen iets deelt. David zingt over de vreugde voor het hart. Een hart dat klopt, betekent leven. Dat het leven zich ontplooit, is de hoogste waarde van de tora. Alles opzij voor leven! Voor Levensvreugde. De tora stelt ons voor om steeds opnieuw die vraag te stellen: wat schenkt leven en levensvreugde? Wat kan ik doen om een blijmoedig hart te voelen?

  1. David bezingt dat de uitnodiging of het gebod helder is. Een uitlegger vergelijkt dat met de 2 bergen in ons leven. De eerste berg is om naar te kijken met onze ogen; die begint op school, je rapport, je CITO: ga je vooruit? De berg van de maatschappelijke ladder is dat. De tweede berg hoor je alleen met je hart. Symbolisch vertelt de Bijbel dat Mozes, Jezus en Elia en anderen vanaf de tweede berg met hun stem ons uitnodigen. De stem nodigt je uit om je te bevrijden, en stelt de vraag: wat wil je geven vanuit je hart?
  2. De Tora verlicht de ogen. Want onze ogen kunnen hun licht, hun glans verliezen. Dan zitten de tranen hoog. Je kan dan niet meer goed kijken, voelen, luisteren en denken. Onze gedachten en gevoelens maken onze ogen dof. De dofheid in de ogen ontstaat omdat wij mensen van de berg(en) kunnen kukelen. David zelf de dichter van de psalm is van beide bergen gevallen. Als koning heeft hij zijn troon verloren aan een opstandige zoon. Niets meer over van de maatschappelijke berg. Maar ook was David doof geworden voor de stem van de tweede berg, en heeft hij in een stiekum moment van begeerte iets, eigenlijk iemand voor zichzelf genomen. Toch heeft hij het wonder van vergeving en herstel gevonden; hij heeft daarover liederen gemaakt.

Beste kijker, in het afgelopen jaar van de Corona vielen we met zijn allen wat van de eerste berg! Allerlei plannen moesten we bijstellen. Een naar leeg gevoel was er soms. Tegelijk is er voor mij en voor ons iets wonderlijks gebeurd. Ook als kerk moesten we van alles loslaten. We moesten de vraag stellen naar wat dan wel? Met slechts enkelen in de bijna lege oude kerk van Ureterp of de Mande van Bakkeveen konden we een lied zingen, een gebed en een overdenking uitspreken. In de leegte, in de stilte van de kerk. Op halve kracht was onze inzet. Maar gaandeweg werden we opgetild, God vulde onze noodzakelijk karige inzet aan; alsof Christus ons bij hand neemt en ons draagt. Opnieuw ontsteekt hij het licht in onze ogen. Als gemeente kan zoiets gebeuren. Maar ook als individue, als enkeling kunnen onze ogen als het ware opnieuw verlicht worden in ons leven. Daarom wil ik u graag – tot slot – wijzen op een boek van Marga Dansen, uit het dorp waar ik woon: Ureterp. Dit boek gaat over de vraag hoe verhalen en liederen zich vernieuwen. Hoe de uitnodiging van God zich vernieuwt. Marga vertelt over de terugkeer van het licht in de ogen, in de ontmoeting met een verhaal of het lied van God. Zij zegt:

De ynhald fan dit boek is in bysunder ferhaal wurden. Sa oars as wy us minslikerwize foarstelle kinne. Mar wier bard. It kin hast net oars of jo wurde as lezer rekke troch dit bysundere ferhaal. In ferhaal sa tear as in lytse poppe dy’t jo foarsichtich fest halde meie. Kijkt u maar eens op de website:

www.maaktuallesnieuw.nl

AMEN

ZONDAG 7 februari 2021

BESTE KIJKER,

Het verhaal van de profeet Elisha en de vrouw in het dorpje Sunem richt zich op een gezin. Onze aandacht wordt als luisteraar of lezer geheel gericht op deze vrouw, haar man, en de geboorte en later dodelijke ziekte van hun kind, in contact met Elisha en zijn assistent Gehazi. De sociale en politieke omstandigheden verdwijnen naar de achtergrond.

Uit andere bronnen weten we dat toen het Noordrijk best een regionale machtsfactor was. Er is bijv een mooie zwart granieten steen gevonden in Assur, waarop koning Achab staat afgebeeld. Hij brengt geschenken naar Assur. Een voornaam diplomatiek bezoek. Wie de Bijbel leest hoort daarover heel weinig. Temeer over deze familie te Sunem. Dat doet mij denken aan het teeveeprogramma FRONTBERICHTEN. Dan kijk je even mee met een arts of iemand van de thuiszorg. Een arts op de IC afdeling die een corona-patient verzorgt.

Twee werelden zijn het. Het diplomatieke spel tussen London, Brussel, Peking ed. of een ziekenhuisbed. In ons verhaal is dat het platte dak van de vrouw uit Sunem. Zij laat haar man daar een muurtje bouwen, en een bed met lamp neerzetten. De profeet wil iets terug doen. Hij zegt: Via via heb ik contact met de koning, kan ik wat voor je doen, mevrouw…. Neen, zegt ze. Kennelijk is die afstand te groot… Een mens kan in een bepaalde bubbel terecht komen. Dan is het lastig praten met mensen in een andere bubbel. De meeste mensen zijn wel overtuigd van de gevaren van het virus, maar een deel zit in een andere bubbel. Zij zeggen: er is helemaal geen probleem.

De een wil zich graag laten vaccineren; de ander vindt vaccineren gevaarlijker dan het coronavirus zelf. Weer een ander meent: er is een eeuwige tweestrijd tussen onderdrukten en onderdrukkers: zie je dat niet? Dat is pas belangrijk. De een ziet het klimaat veranderen; de ander ziet dat helemaal niet!

Wat geeft dan nog houvast? Of hoop of moed? Meer dwang? Beter uitleggen? Beter luisteren?

Het Bijbelverhaal kiest dan een hele eigen weg om ons hoop te geven. Het verhaal wordt om zo te zeggen heel persoonlijk. Net als het teeveeprogramma ‘frontberichten’ laat het verhaal ons meekijken met een mens. Opgeschreven om ons moed en hoop te bieden. Wat vernemen we over Elisha?

  1. Bezat hij bijzondere diploma’s? Neen, wel heeft hij lange tijd gewerkt voor zijn Elia. Hand- en span diensten verricht, opdrachten uitgevoerd. Elia had hem geroepen. Kom met me mee… En Elisha was meegegaan, na afscheid van zijn ouders.
  2. Is ie heel erg goed, bijna perfect? Weet hij alles van God? Neen, eigenlijk niet. Hij zegt in ons verhaal: God houdt ook voor mij dingen verborgen. Bijv dat de zoon van de vrouw uit Sunem dodelijk ziek is. Gestorven lijkt. En Elisha wil eerst zijn leerling sturen. Maar de vrouw accepteert dat niet. Neen, Elisha, jij moet zelf komen… Elisha is dus zeker niet volmaakt of perfect, maar wel volhardend, vooral flexibel en volhardend.
  3. Elisha staat open voor ontmoetingen, in de persoonlijke contacten. Hij doet een soort wonderen die voortkomen uit persoonlijke contacten; het zijn wonderen, bijzondere gebeurtenissen, maar niet onmogelijke. De mond op mondbeademing, met lichaamswarmte, nog steeds kan een mens soms zo worden gered. Elisha moet het dubbele doen als zijn leermeester Elia. Door eindeloos volhouden is zijn karakter gevormd. Genade niet als systeem, maar een open houding: als in de maatschappij onduidelijk is wat goed en waar is, kan je altijd nog met genade werken in persoonlijke contacten: hopen op een uitweg. Op een onverwachte wending; al staat het mes op je keel, dan nog kan er een onverwachte redding komen. Zeker niet voor iedereen en altijd. Maar door zijn open houding en ervaring met genade, wordt een uitweg gevonden.
  4. Over Jezus wordt in het evangelie van Lucas vaak op de manier verteld als Elia en Elisha.
  5. Zo probeert deze reeks Bijbeleverhalen rond Elisha onze hoop en moed te geven. Niet met een rostvaste overtuiging in waarheid, in een politiek en maatschappelijk systeem. Of in wetenschap of statistiek. Als veel onzeker is zoals in onze tijd, en we snel in een bubbel belanden, prikt een figuur als Elisha de bubbel open. Elisha deelt in onzekerheden; maar hij leeft uit een soort genade van het leven zelf die wellicht de toekomst zal opendoen. Geloven en hopen kunnen uit ons leven zelf opbloeien als een genade tussen mensen die elkaar ontmoeten.
  6. Blijven hopen op de genade en op de liefde van het leven zelf met anderen, geeft de mogelijkheid om achteraf de punten te verbinden: achteraf kan je dan ineens ontdekken: God zelf draagt ons. Hij is met ons, heel genadig. AMEN.

ZONDAG 3 januari 2021

Gelezen Exodus 3: 1-6; met name vers 6: ‘En Mozes verhulde zijn aangezicht, hij vreesde God te aanschouwen.’

BESTE KIJKER,

De roeping van Mozes blijft me fascineren. Onlangs wees de overleden Rabbi Sacks erop dat Mozes zijn gezicht bedekt, uit angst en vrees de God te zien, te aanschouwen. Vers 6. Rabbijn Sacks wijst erop dat de taal van de Bijbel op twee wijzen van God spreekt. (Exodus, uitgeverij Skandalon, 2019, pp 46-51). De ene wijze is volgens het recht en de wet, dat is de strikte toepassing van oorzaak en gevolg. Op misdaad moet vergelding volgen. De andere is meer persoonlijk en intiem. God wordt ontmoet als een nabije en barmhartige persoon die zegt: ik ben bij je; en ik ga met je om in genade en erbarmen.
De God volgens wet en recht straft de misdadiger, liefst direct. Dan is onschuldig lijden van mensen onmogelijk. In de praktijk zien we wel degelijk onrecht, en soms helemaal geen straf op misdadigers. Er is veel verdriet in de wereld en boosheid om maar voortdurend onrecht. Onrecht dat zich maar herhaalt. Vele duizenden jaren was er uitbuiting in slavernij, onmogelijke ongelijkheid. Waarom? Waarom? Hoe zit dit? Nu zou Mozes de kans krijgen naar het beleid van dit onrecht te kijken; Mozes zou een inkijkje kunnen krijgen achter het beleid van Gods wet en recht en bestuur op de langere termijn. Dan zou Mozes kunnen zeggen: het lijden van mensen is logisch, bijvoorbeeld met het oog op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Ik begrijp het… Mozes echter bedekt zijn aangezicht, hij kijkt niet! Waarom? Om het medemenselijke gevoel te bewaren, de empathie voor wie de pijn van onrecht voelt. Mozes wil solidair kunnen blijven met lijdende mensen.
Vele religie’s leren ons juist onthechting, vanwege de hemel. Of vanwege schijn en werkelijkheid. Filosofien en religie’s willen ons een zekere gevoelloosheid leren ten behoeve van ons heil of geluk, oid. Uit zelfbehoud. Neem niet leed van hele wereld op je!)
Mozes zal zijn werk aanvatten met voornamelijk de tweede naam van God. Ik zal bij je zijn. God met ons, in ons leven: mede-lijden, die elke traan kent en bewaart in een kruik. En die mee gaat. En stimuleert in onze strijd tegen onrecht,
Want bij de brandende doornstruik openbaart de God van Bijbel zich als JHWH. God van genade en erbarmen. Deze JHWH kan een eenzaam mens een medemens schenken. Een mens kan zich verliezen in stommiteiten of dwaasheden, maar bij JHWH is vergeving en een nieuw begin.  Hoogmoed of wellusten. Maar bij de Genadige is vergeving mogelijk, redding.  Een terrorist, gehangen aan het kruis, ontvangt vergeving na zelfinzicht.
Die ene genadige kan je een nieuwe kans gunnen.
Mozes bedekt zijn gezicht, want hij kan niet de grote lijn aanschouwen hoe de rechtvaardigheid van God te combineren is met het onrecht van in deze wereld! Mozes is bang, want hij als leider zou weten en inzien dat allerlei onrecht en lijden en verdriet moet gebeuren, want uiteindelijk komt het heil en de vrede. Zoiets heeft echter een prijs: een mens die allerlei wreedheden kan verduren, verliest gevoel en compassie, mededogen. En dat wil Mozes niet. Hij bedekt zijn gelaat bang om God te zien, met God mee te schouwen hoe allerlei onrecht en wreedheid geschiedt. Rabbijn Sacks geeft daarmee een wijze uitleg.

Er is echter een tweede aspect toe te voegen.
Want op een later moment in het leven van Mozes gaat zijn aangezicht licht geven, stralen. Het vuur van de doornstruik gaat als het ware stromen in zijn bloed, in zijn ogen, in zijn gezicht. Dan houden mensen afstand, zijn ze zelf bevreesd voor de glans op zijn aangezicht, als Mozes de torah, de aanwijzingen ten leven geeft. (Exodus 34: 29 vv.) Nadat hij de 10 woorden heeft stuk gegooid, nadat hij opnieuw 40  dagen op de berg was bij God; en nadat hij vergeving wilde afsmeken voor de angstige feestmakers de hebreeuwse slaven. Hij komt met een tweede versie van de torah, hij verneemt van verre Gods weg.  Na dat alles straalt zijn eigen gezicht. Zo krachtig, dat mensen aanvankelijk huiveren… onder indruk zijn, en vragen of hij zijn gezicht wil bedekken vanwege de glans.
Mozes ogen blijven stralen en de toekomst van recht en genade zien als een werkelijke belofte. Op de grens van het gegeven land van belofte zegt God : Mozes heeft mij wel aanschouwt, later. En tot zijn dood bleef Mozes kijken, zijn ogen waren lichtbrengers! (Deuteronomium 34).
En dus zou ik iets willen toevoegen aan wat rabbijn Sacks uitlegt. Mozes werd uitgenodigd om aan een groots project mee te doen. Hij voelt een roepstem in zijn leven, bij de brandende doornstruik. Zijn naam wordt geroepen, en hij antwoordt: hier ben ik. Wat is dat project? Mensen die in duisternis, slavernij, angst en onderdrukking leven een uitweg bieden. Mensen vertellen dat de God van Abraham hen in hun lijden ziet en hoort. Evenals aan de oppermachtige farao vertellen dat de tijd voor verandering is gekomen. Uit het vervolg weten we dat Mozes twijfelt, angstig was, allerlei bezwaren voelt opkomen. Hij had als schoonzoon net zijn leven op. En nu dit…grootse project?
Mozes slaat de ogen neer. Hij bedekt zijn aangezicht in verootmoediging. Hij vreest als hij ziet wat voor hem ligt, en als hij ziet hoe Abraham met God gewandeld heeft: dit bedekken van zijn gezicht is een gebaar van bescheidenheid, van een overweldigend besef: hoe zal ik hierin passen? Van verlies ook: Mozes heeft net een mooi leventje bij schoonpa gevonden, als een prins, gehuwd met een prinses…. En nu brandt daar een vuur in de doornstruik dat zijn naam twee keer roept. Hij doet zijn schoenen uit en hij voelt zich staan op heilige grond.
Wij staan aan begin van het nieuwe jaar. Heel veel komt er op ons af: Hoe zal ons eigen leven zijn? Hoe van onze kerk-gemeenschap? Hoe zal onze maatschappij en ons land zicht houden? Omkijkend naar 2020 nemen we grote opdrachten mee het nieuwe jaar in: Groningen, toeslagen, Pfas, Stikstof, klimaat, vaccineren, ziekenzorg, asyl-zoekers. Ja er zijn wetten, regels, burocratie, maar het lijkt soms een moeras. Hoe gaan we verder?
Laten ook wij nu ons gezicht bedekken voor even aan het begin van dit jaar 2021; er komt zoveel op ons af. Tegelijk willen we als gelovigen in recht en vrede voor allen niet weglopen voor onze verantwoordelijkheid. Maar een bescheiden gevoel is behulpzaam, zelfs noodzakelijk. Om stap voor stap te gaan zo aan het begin van het nieuwe jaar. In het dagelijkse stapje ligt een weg van verlossing.
Na Abraham en Sara, na Mozes, na Jezus, herhalen we: het vuur brandt nog. We horen onze naam noemen en weten: zo zijn we dragers van de zegen die ook een zegen wil zijn voor alle mensen!
Mozes bedekt zijn gelaat, in bescheidenheid ten opzichte van zijn roeping. Zijn eigen hart, verstand en ziel zullen mee gaan doen, maar vele remmingen en obstakels zijn mogelijk.
Nadat de wijzen uit het Oosten bij Jezus op bezoek zijn geweest, gaan zij via een andere weg terug. Want koning Herodes wil geen troonpretendenten en concurrenten. Hij wil alleen heersen! In zijn familie heeft hij allerlei ooms, neven en broers onschadelijk gemaakt. De wijzen reizen via een andere weg terug naar huis. Zij vertellen van het licht, van de ster, van het kindeke Jezus, van de belofte van licht en zegen voor alle volken. Ook wij zullen andere wegen gaan als het nodig is, opdat het vuur in onze ogen zal gaan branden , vuur van Gods liefde.

Jak Verwaal

OUDJAAR 31 december 2020

BESTE KIJKER,

Ga nu heen, in het Latijn de naam van dit lied van Siemon: Nunc dimittis. Het betekent ‘Laat mij nu in vrede gaan.’ Siemon zingt in zijn lied dat hij vrede vindt, en hij geeft aan waarom hij vrede heeft gevonden.
Waarom heeft hij vrede gevonden? Waarom is dat passend voor oudjaarsavond 2020? Voor ons nu?
Wat kan worden bedoeld met in vrede gaan?
De term ‘in vrede gaan’ komt vaker voor. Er zijn zelfs twee varianten: naar de vrede gaan en in vrede gaan.
Bijvoorbeeld in 1 Samuel 1:17 staat ‘naar de vrede gaan’. Een hogepriester ziet een vrouw – Hanna heet ze – met haar lippen bewegen. Na een gesprek wordt duidelijk dat deze vrouw moeder wil worden. Ja ze heeft een man die van haar houdt, heel veel zelfs. Maar een kind haar armen om voor te zorgen, dat komt uit de diepten van haar hart. En nu zegt de priester: je hebt je diepste verlangen uitgesproken, ga naar de vrede: je zal een levensweg vinden, waarin op een of andere wijze dit diepe verlangen van jou gezien en gehoord zal zijn – door God.
De uitdrukking ‘In vrede gaan’ gebruikt bijvoorbeeld Jakob, als hij is weggevlucht van zijn broer. Hij droomt van de ladder, van de beschermengelen. Hij moet alleen op pad. Maar hij weet van binnen: ik zal in vrede terug keren naar deze plaats, met de ladder en met de beschermengelen. Dat wil zeggen dat hij de bereidheid heeft om de gevolgen te aanvaarden van de ruzie, en waar mogelijk bereid is tot vrede stichten. Zo ook ene Jefta. Hij moet een conflict uitvechten. Hij neemt zich voor in vrede terug te keren.
‘In vrede’ gaan betekent zo iets als recht in de ogen willen kijken. Niet hoeven veinzen of de schijn ophouden – laat staan liegen of bedriegen; maar in vrede van binnen de levensweg vervolgen. Paulus zegt dat mooi: houdt de vrede met de mensen in je omgeving, voor zover het van jezelf afhangt.

Laten we dit toepassen op deze avond 31 december 2020. Op oudjaar is dat mooi van toepassing. We kunnen stil staan bij een conflict of een openstaande rekening. Daarbij kunnen we vaak de ander niet dwingen om water bij de wijn van het eigen grote gelijk te doen. Jakob weet dat hij vanuit zijn vertrouwen en geloof in Gods beschermengel, terug zal keren met de bereidheid te herstellen. Soms is het geduld, soms een klein geschenk, soms is het ‘een slap’ excuus  aanvaarden of de ander het grootste deel van het gelijk gunnen!. Maar als we daarmee in vrede het oude jaar kunnen loslaten, schenkt dat ons een vredig gevoel. Ter wille van de vrede in ons denken en voelen.
In de lofzang van Siemon geeft Siemon zelf aan waarom voor hem een moment van vrede is gekomen. Zijn ogen zien iets in het kindeke Jezus in de armen van Maria en Jozef. Siemon ziet in het kindeke dat aan oude beloften nog altijd gewerkt wordt. De oude beloften dat niet het verleden de dag van nu bepaalt en heden de dag van morgen. Maar omgekeerd: de toekomst bepaalt het heden. Gewoonlijk is er eerst de oorzaak, dan het gevolg. Eerst de lucifer, dan het vuur aan de kaars. En niet eerst het vuur, dan de lucifer.
Merkwaardig is dat voor zover een mens iets van geloven ontdekt, de oorzaak wel uit de toekomst komt. Een mens kan iets zien, bijv in de stenen en het dorre zand een prachtige tuin met bomen, planten en water en mooie beelden erin. Na tien jaar werken wordt het gevolg van de oorzaak, het visioen van de mooie tuin te bewonderen: de tuin is er!
Nu vernemen wij van Siemon ook zoiets. Hij ziet alle volkeren met een licht, in het licht: allemaal iets unieks te geven aan deze mensenwereld! (naar Jesaja 49: 6 licht als openbaring voor de volkeren). En ook ziet hij eer voor het volk Israel. (zie bijv Jesaja 46: 13 Glorie voor uw volk Israel). Ik hoef u niet uit te leggen dat ook nu weer de eigennaam Israel niet zo glorierijk of eervol klinkt voor de oppervlakkige volger van het nieuws; niet anders dan 4000 jaar geleden bij Abraham of 3000 jaar geleden bij de Farao.
Maar Siemon ziet wel de eer van God als de God van Israel. Hij ziet wel een licht voor alle volkeren. Hij ziet in de geboorte van het kindeke Jezus een ‘gevolg van dit visioen.’ In de taal van de Bijbel een vervulling. Het kindeke Jezus is een moment van vervulling van het visioen. Er zullen nu zeker nog vele vervullingen volgen. Daarom zingt hij van ‘in vrede gaan’.
En wij? Wij bidden op deze avond dat ook wij in vrede het oude jaar loslaten. Dat ook wij een innerlijke vrede zullen ontvangen want wij maken deel uit van het gevolg en van de oorzaak, van de vervulling. Wij mogen zien, vooruit zien want ook in het nieuwe jaar zijn wij dragers en zingers van het lied van Siemon. We zingen – soms aarzelend – met Siemon mee: laat ons in vrede gaan in 2020, en naar de vrede gaan in 2021.

Vanzelfsprekend geeft deze weg van vrede ons gepaste vreugde!
Jak Verwaal

KERST 25 december 2020

Evangelie van Johannes 1:1
In den beginne van het woord. In het woord was leven en het leven is het licht voor de mensen…

Wat verwonderlijk toch om ieder jaar weer dit evangelie als kerstverhaal te horen. Gisteravond het beroemde verhaal van de stal, waar het kindeke Jezus als WOORD van God wordt geboren.
Vanmorgen horen we de meer dichterlijke of diepzinnige woorden: In den beginne was er het woord. Het woord, daar is ook bedoeld: het spreken, de communicatie, de taal, de talen, de informatie, zelfs ook programmeertalen, de code, de formule.
In alle – anorganische – dingen om ons heen en in alle – organische – vormen van leven blijken talen te zitten. Mensen ontdekken tot op de dag van vandaag het woord – de logos –  in de ‘natuur’.  Je kan er om zo te zeggen mee praten. Niet alleen mensen hebben talen ontwikkeld met elkaar te praten, ook met de dieren kunnen mensen communicatie ontwikkelen. De ene mens blijkt met bijv koeien te kunnen praten, lezen en schrijven. Ziet of de koe het goed maakt, waarom en wat het loeien, de staart, de oogopslag etc betekent. Frans de Waal en Jane Goodall hebben communicatie met apen onder woorden gebracht. Maar hetzelfde geldt ook voor de bloemen, de bomen en de planten. Nu blijkt dat deze woorden uit het evangelie als een diepe intuitie in de moderne wetenschappen  uitgewerkt te worden in alle dingen om ons heen. In alle leven zit informatie, programma’s, code’s (DNA, RNA) en die je kan ontcijferen. Te omschrijven als allemaal talen, als woorden. De alleroudste is de taal van het licht; als een golf of als een afzonderlijk deeltje de foton. Het licht heeft altijd en overal dezelfde snelheid. Die snelheid is absoluut en daardoor een houvast voor ons mensen de waarnemers de luisteraars van dit ‘eerste ‘woord. Licht als deeltje kan gaan klonteren, wordt waterstof, wordt weer Helium. En zo verder, maar allemaal nog in zich bewarend het licht, dat zich in cirkels beweegt uit het niets.
Zelfs het leven zelf spreekt een ongelooflijke wonderlijke taal. Want in de celkern zit een taal, een code, zit een informatie. Het DNA. De informatie en programmeertaal van het leven zijn als het ware honderden computers in een cel! Voor mij is dit nog altijd even verbijsterend als wonderlijk. Een woord, een code, een stolling van licht die vlees en bloed wordt.
Van jongs af aan is mij dat door mijn ouders en grootouders geleerd: ontdek en leer en verwonder je! Ontdek de talen van de mensen, de wetmatigheden in de natuur, in boeken, in de schoonheid van muziek. muziek is een taal een spreken, zang, een goed boek.
Ontdek want ontdekken is een vorm van genieten van Gods schepping.
Het begint al met een heerlijk stuk fruit; of met smaakvol en voedzaam eten. Het meest essentiele in deze corona-tijden is en moest blijven: dat wat we eten: Of een slokje heerlijke wijn: je proeft, je geniet; je ontvangt voedingsstoffen, vitamines, protiene, en je lichaam ontvangt kracht, er komt een signaal naar ons bewustzijn: van smaak: een heerlijke smaakervaring.
Wat betekent dit? Nu is er een hele oude tweestrijd die tot de dag van vandaag voortduurt. De strijdvraag is: wat betekent het dat wij mensen in alles een taal, een spreken en woord, een code, wetmatigheden, licht en informatie vinden? De ene partij zegt: Niets! Het is er. Klaar! Punt uit.
De andere partij – zoals Johannes en ik zelf meent: Het woord, het Spreken, het licht in alle dingen, is van die ene bron. Met verschillende benamingen noemen we die de Eeuwige, de Schepper, De gever, de ene God! Die is, was en zijn zal. In alle dingen zit taal, dat mij dat ons aanspreekt! Altijd en constant!
Het risico van mijn partij is dat die te hoogdravend en hoogmoedig kan worden. Steeds is er de verleiding, o ik weet wat God zegt. Andere mensen moeten we dwingen en dringen en de waarheid opleggen.
Het risico van de andere partij is laagmoedigheid. Die laagmoedigheid uit zich in kleinerende taal (reductionisme). De mens is niets anders dan… het brein, overlever, lust en genotzoeker, de genen, en nog veel meer. Alles is toevallige natuur.
Voordeel van mijn partij is: er is altijd wat te luisteren, te leren, te genieten, te verwonderen, te delen, te geven, te vergeven; de taal om vergeving te vragen, steeds weer bij te leren in de taal der liefde! Te hopen op vernieuwing van onszelf, ons samenleven. Om de  taal van het geloof te leren dat deze aarde vernieuwd zal worden in gerechtigheid. Dat ik na het eten van een smakelijke maaltijd de zegen uitspreek: Gezegend zijt Gij Here, onze God die het voedsel uit de aarde doet voortkomen…!
Ik hoor in alle dingen en zie in alle dingen een woord van God, een taal, die me uitnodigt om te luisteren. Hoor/luister, Israel. Om te antwoorden, en dus om verantwoordelijkheid te nemen voor mijn leven en deze schepping.
Het nadeel van de ‘het is nu eenmaal zo’ mentaliteit kan zijn cynisme. Die houding wordt vaak zo vreugdeloos, kunnen niet meer verwonderen of genieten. Er sluipt ongemerkt een ondankbaarheid in of een bitterheid die eindigt in cynisme: er is geen enkele zin…
Beslissend is de houding tegenover genieten (en tegenover lijden). Is het genieten van een suikerklontje eigenlijk hetzelfde als het genieten van een appel?  Geven softdrugs en wijn dezelfde kik? In het brein zien we wellicht dezelfde chemische reactie? Zo ook het lijden of de tegenslag. Als het leven niet leuk genoeg meer is, stop je er dan mee eigenlijk?
Als gelovig mens ben ik blij met de ‘tegenstanders van Godsgeloof’ want zij behoeden mij en ons voor hoogdraverijen.
Tegelijk ben ik erg blij met geloven in het licht, in de talen in de schepping van God. Het geeft me vreugde om de zegenspreuk uit te spreken in de kerk bij brood en wijn, of thuis bij het dagelijkse brood.
En vandaag om te vieren de komst van een kindeke in de kribbe: heel eenvoudig. En toch in het kindeke vernemen we een spreken van God. Die nodigt mij opnieuw uit om te luisteren, te verwonderen, te antwoorden in een lied, verantwoordelijkheid te nemen. De stem van die ene, die was en nu is en morgen zal zijn weer te horen. En ook in het lijden te weten en te belijden: Gij zijt erbij.
Nu is de coronatijd. Het is een moeilijke tijd, het duurt lang. Ook in deze tijd kunnen we een antwoord laten horen, een waardig antwoord. Die mogelijkheid hebben we. U en ik.
Bij het kersteten kunnen we ook dit jaar even stil staan en ‘dank U’ zeggen, gezegend zijn we want er is een bron van zegen die het mogelijk maakt te genieten, om onze weg te gaan in vertrouwen ook als het moeilijk is.
Want aan ons is kennelijk de mogelijkheid gegeven te antwoorden, op te groeien tot volwassen kinderen van die stem die ons uitnodigt te antwoorden op zijn liefdeswoord.
Jak Verwaal

KERSTAVOND 24 december 2020

Beste kijker,
Voor de overdenking sta ik stil bij deze woorden uit het bekende kerstverhaal:
Want er was geen plaats in de herberg…(Lucas 2:7).

Wie Bethlehem vandaag bezoekt en vraagt waar Jezus is geboren, wordt verwezen naar een soort grot; een uitholling in een rotsberg.  Het is zo’n plek waar je bij harde regen of zandstorm even kan schuilen. Er is nu een kerk om die uitholling gebouwd. In de herberg zelf toendertijd was immers geen plaats.
Dat er soms opeens geen plaats is, komt ons bekend voor. Dat kan je overkomen bij een concert of vroeger op vakantie na een lange autoreis: alle hotels waren vol. Steeds verder moesten we met de volbepakte auto het binnenland in, eindelijk, op aanwijzing van een toeristenburo vonden mijn ouders een slaapplaats bij een Franse familie. Net als keizer Augustus maken regeringen wetten en regels, maar steeds vallen mensen buiten mooi bedachte regelingen: de vluchteling op Lesbos, de vrachtwagen chauffeur nu in Engeland, het kinderopvangburo met de  ongebruikelijke achternamen…
Als je hoort: voor jou is even geen plaats, geeft dat een naar gevoel. Vertrouwen slinkt, angst kruipt het lichaam in enblijft daar maar knagen en zeuren. Er is niet genoeg voor mij, er is tekort, we hebben iets gemist..  Je hebt te laat gereageerd, niet opgelet, niet volledig ingevuld. Wantrouwen, achterdocht en angst groeien dan maar door.
Bij een opgroeiend kind kan zo’n zinnetje veel pijn gaan doen. Een onzichtbare handicap worden. Als je een kind een knauw in het zelfbewustzijn wil geven, zeg dan af en toe: er is eigenlijk geen plaats voor jou. Was je er maar niet. Je bent ons teveel. Je bent voor ons eigenlijk een te zware last.
Zoiets kan een mens later of heel passief of heel agressief maken. Passief zo van ‘laat ik me onzichtbaar maken; Ik mag er eigenlijk niet zijn.’ Maar agressief kan niet gemakkelijk ontstaan: laat ik het dan maar pakken, desnoods met geweld. Ik eis mijn plek op, mijn rechtmatige deel! Stelen? Het is mijn recht! De combinatie van agrerssief-passief gedrag is zelfs een eigen psychiatrich syndroom geworden.
Voor Jezus was dus als baby even geen plaats in een herberg of huis op aarde. Een week na zijn geboorte wil de koning – Herodes – hem al doden. Later zal Jezus zelf ook zoiets zeggen: Soms heb ik niet eens een steen om op te slapen. Maar ik maak me er geen zorgen om, want ik nodig mezelf gewoon uit. En dus lezen we dat Jezus zegt: Zaccheus, ik kom vandaag bij jou eten en overnachten. Er waren ook opvallend veel vrouwen , Martha’s,  die hem even hielpen aan een slaapplek of wat eten toestopten.
Sommigen die goed kunnen tellen en rekenen zeggen: de wereld heeft te veel mensen, Nederland in het bijzonder; het is al te vol hier! Voor eten, drinken, wonen, welvaart, voor huisdieren, de koeien en varkens, voor parken en natuur, is Nederland al vol genoeg: er kan niets meer bij. Vermijd de drukte, wordt ons bevolen. Blijf thuis. Dat is niet zomaar gedaan in ons volle land.
Soms is er ook geen plaats voor iets wat mooi of goed is, voor wat licht geeft en helderheid verschaft. Het klinkt vreemd, en toch gebeurt het. Twee mensen, Abram en Sara, hebben dat zo’n 4000 jaar geleden als eerste ondervonden. Steeds reizen ze verder in het leven, want zoiets als solidariteit is niet zomaar welkom op aarde. Toch is het idee van solidariteit, creatieve gerechtigheid ‘liefde doorgegeven. Ook wij zoeken het vorm te geven, in alle gebrekkigheid. Want  in alle dingen en overal kan je de liefde en het licht van God ontdekken. Een vreugde voor heel het volk en voor alle mensen… De vraag naar creatieve gerechtigheid kunnen we elkaar stellen. De wetten en regels zijn belangrijk, Van Augustus en Quirinius, van Europa of Nederland. Maar de vraag naar licht, naar geloof, naar vertrouwen, naar creatieve menselijke gerechtigheid wordt die in ons geboren?
Die vraag kan ergernis oproepen. Voor de vraag naar creatieve gerechtigheid is niet altijd plaats.
Daarom is er vanavond een kerststal in ons midden: Om een plaats te maken voor het kindeke Jezus, de Christus, (uit Abraham en Sara, Mozes). Er was geen plaats in de herberg, en toch is er plaats gemaakt. De figuren in deze kerststal hebben iets leuks: zij ontdekken in zichzelf plaats voor het licht van God. Zij ontvangen het kerstverhaal in zichzelve, als het ware. Ze gaan verder in het leven: er is plaats voor het licht, dus ook voor ons. In de taal van de Bijbel: God is de Mokum, de plaats (makom) de plaats maker voor licht , recht en vreugde. Wie voor een tijdje een plaats wil zijn voor dit licht, heet plaats-maker, soms zelfs plaatsvervanger. Zo iemand opent de handen om te ontvangen of om ruimte te maken. Dat is een bijzonder woord geworden: Jehuda = een mensen met geopende handen.
Heb je al eens op je handen gelet?
Hand = in het Hebreeuws jat. U kent wel jatten = pikken, gericht op nemen of stelen.
Het werkwoord is jadah = de handen openen, de hand reiken of een hand geven.
Vanavond mogen we de handen openen om als het ware het kindeke Jezus te ontvangen, het licht van God te ontvangen. Evenzo als Maria en Jozef daar in de grot de handen openen om het kindeke Jezus te ontvangen.
Openen we de handen om dit licht te ontvangen, dan gebeurt vanzelf het volgende. Het werkwoord Hoda ah = belijden dat onze gesloten en gespannen handen ons inperken maar dat handen die zich openen plaats en ruimte kunnen scheppen. Onze handen worden handvaardig en creatief. Onze handen maken plaats en scheppen ruimte. En de mond gaat waarderen, prijzen, dankzeggen, erkenning geven voor wat aan creatieve gerechtigheid mogelijk is.
Herders gaan loven en prijzen. De wijzen uit het oosten. Siemon, Zacharias, Elisabeth en Maria zelf, de advents en kerstverhalen vertellen deze lofliederen. Zo ook wij vanavond.

Handen kunnen de naam van God uitbeelden als de handen zich uitstrekken om te zegenen. Zegenende handen laten de naam van God zien die betekent she dai = er blijkt genoeg te zijn. AMEN

ZONDAG  13 december 2020

BESTE KIJKER,

Onlangs werd me gevraagd: jak, wat is jouw opvatting over universele genade? Hoe oordeelt God over ons, zijn mensenkinderen? Gaan uiteindelijk alle mensen naar de hemel?

Daarover valt veel te zeggen, maar laat ik beginnen met de woorden uit Johannes 3: 19, als Jezus zegt tot Nikodemos: ‘Dit is het oordeel…’ zo zijn de woorden van Jezus in gesprek met Nikodemos. (uit andere bronnen bekend als Nakdimon. Hij was een soort Bill Gates in zijn tijd zeer vermogend, tevens weldoener in Jeruzalem). Hier staat een woordje dat het afgelopen jaar volop werd gebruikt: krisis. Dit is de krisis. Ik wil Johannes zo ook uitleggen. We leven allemaal op deze aarde, in ons wereldje. Maar geregeld bemerken we dat er een crisis is. Soms is een crisis heel persoonlijk, soms breder in de samenleving. Johannes meent dat een crisis de spanning is – of beter de spanning zichtbaar maakt – tussen licht en donker. Donker staat voor oneerlijk spreken en handelen en licht staat voor oprecht spreken en handelen. Deze spanning is vaak eerst pijnlijk en angstig. De spanning maakt ons denken onrustig, focus en plezier verminderen, energie wordt verbruikt aan zorgen. Maar soms is daar ineens een andere kijk. Een crisis wordt dan een kans! Als ik een crisis meemaak, dan heb ik de kans mijn spreken en handelen te overdenken. Mijn gebed is dan:

O God, ik ben onrustig en onzeker; ik ben geschrokken, ik ben heel erg boos. Ik ben heel erg verdrietig: wat is hier licht en wat is hier donker in mijn in ons leven…

Dank u wel voor de crisis! Want nu heb ik de kans om wat meer licht in mijn leven te hebben.

Al te vaak echter wordt in een crisis valse zekerheid gezocht. In het verhaal van Jozef en de broers is dat duidelijk. Jozef ontvangt een prachtige veelkleurige jas. Jozef gaat dromen door de droomjas. Jozef droomt twee dromen, bij herhaling, en moet die vertellen. Dat brengt onrust in de familie. Crisis en spanning.

Crisis vraagt om een oordeel. Sara had een jas voor Izaac, Rebecca een kledingstuk voor Jacob; Jacob voor Jozef want Rachel was overleden.  Die jas, gebedskleed, toga, priestergewaad, koningsmantel wekt bij de broers jaloezie. En daarbovenop nog eens droomt Jozef die hoogmoedige dromen. De broers denken dat ze moeten buigen voor het dikke ik van Jozef…

Een crisis kan je oplossen door die vooruit te schuiven. Te verplaatsen in de schoenen van een ‘zondebok’. Door iemand de schuld te geven: als Jozef de slechterik is, dan ben ik goed. Die slechterik mag je wel in de put met schorpioenen en slangen gooien. Klaar!

Helaas, helaas, de crisis komt terug. 8 jaar later, tijdens de hongersnood, blijkt die aanpak van de crisis niet te kloppen. De broers beseffen: we zijn opnieuw in crisis, we voelen ons leeg en ellendig.

(Ik spreek uit ervaring. een sluimerende vraag werd in 1990 met volle kracht gesteld. Al snel wist ik iemand anders de schuld te geven: klaar. Maar de vraag kwam later weer terug.

In de samenleving heerst een crisisgevoel: het coronavirus, het klimaat, of onze overheid met de  burocratie. We willen snel uit de crisis. Dat zit er nog niet snel in. De crisis duurt nog. Daarvoor hebben we geduld en volharding nodig. De moed ook om onder ogen te zien dat dat we elkaar nodig hebben. Dat we ook God nodig hebben die ons vertrouwen schenkt: Ik ben met jullie! Houd goede moed.

ZONDAG  6 december 2020

Deze overdenking staat stil bij de woorden uit Johannes 1:9.
GETUIGEN VAN LICHT DAT KOMENDE WAS IN DEZE WERELD…

Beste kijker,
Op deze tweede zondag van advent gaat het tweede kaarsje branden want advent betekent van een donkere wereld uitzien naar de komst van het kerstfeest, naar een brenger van licht – van waarachtig licht – in deze wereld. Geen vals licht, geen nepnieuws, maar echt licht dat je van binnen verlicht. Kennelijk is er licht zodat je in een zeker zelfvertrouwen kunnen leven, met echte blijdschap, hoe angstig of somber de omstandigheden soms ook kunnen zijn.
Dat klinkt prachtig: het ware licht dat voor deze wereld komt, maar het is de vraag of we echt licht wel verdragen kunnen. Een licht laten schijnen tenslotte als genezing op een wond, of als licht dat hoop is voor wanhoop, licht als gerechtigheid in plaats van onrecht kunnen we verdragen. Maar wat als in het licht komt wat we echt NIET willen laten zien? Dat is minder leuk. Zo was een politicus uit Hongarije door de politie van Brussel naar het politiebureau gebracht, want hij zat boven in een regenpijp zonder kleren… Niet zo leuk voor hem. Want stel je eens voor als iedere misser en misvatting in het licht zou komen? En direct een gevolg zou hebben??  Dan zouden we veel van onze vrijheid kwijtraken. Als je dan teveel eet van chocolade, dan zou je direct misselijk worden. Niemand zou meer werken na 6 dagen, want je zou zo moe zijn, je moet wel rusten op de 7 de dag! Veel van onze vrijheid om af en toe of een grotere of kleinere fout te maken, zou onmogelijk worden. Ons gevoel van vrijheid zou verdwijnen.
Het Waarachtig licht van het kerstfeest brengt kennelijk iets anders aan ons of in ons aan het licht…
Hoe zouden we dat licht noemen? De waardigheid van ieder mens? De schoonheid? De onthulling van een zuiver zelf, dat bedolven lag onder frustraties, besmeurd was door fouten en zonden?
Het project van Froukje kan ons dat helpen ontdekken wat waarachtig licht vermag met mensen. Wat me zo aanspreekt in het project van Froukje in Malawi is de kleinschaligheid, zelfs de traagheid ervan. Er is veel geduld, veel luisteren, om gelijkwaardigheid te bewaren, om samen op te trekken. Er is geen haast om met ongeduld even een school of een ziekenhuis of de bejaarden-woningen te realiseren. De witte westerling helpt de zwarte Malawieer.  Dat is vermoedelijk helemaal geen helpen, maar nieuwe problemen maken… Het project van Froukje echter is zo bemoedigend. Na verloop van tijd zien we iets gaan oplichten in de ogen van Jessie of in de ogen van de oude man in zijn nieuwe huisje. Kennelijk is dat waarachtig licht.
Het licht was komende en zal komende zijn in deze mensenwereld, maar wel met veel geduld, luisterend, sprekend en getuigend in kleine stapjes en daden.
Te langzaam? Moeten onrechtvaardige structuren niet worden aangepakt? Misschien wel. Want Ja, een onrechtvaardige structuur kost veel tranen…Maar pas op, helaas bleek de nieuwe structuur weer nieuwe ellende op te roepen. Een gevaarlijke vraag heb ik: horen tranen bij onze menselijkheid? Wie alleen fun, lol en succes verwacht, bouwt nare teleurstellingen in, toch? Hou rekening met onze beperktheid, dommigheden, hoogmoed…
Nog een tweede aspect. Waarachtig licht verwijst ook naar Gods werkzaamheid. Met kerst kunnen we geloven: het hangt niet allemaal alleen van mensen af.
Sommigen verhalen vertellen dat Christus allang terug is op aarde. Werkend in een ziekenhuis of verpleeghuis of als een tuinman bij een president. Zulke verhalen willen ons bemoedigen. Ook onze kleine bijdragen werken mee aan de messiaanse wereld van gerechtigheid. Nu is de tijd van geduld een tijd van genade, om ons mee te laten doen.
Ten derde. Waarachtig licht ontmaskert ook onze overmoed of grootheidswanen. Wij zijn God zelf niet. Waarachtig licht vraagt wel degelijk onze inzet, maar ook ons vertrouwen en geloof. Ons geduld. Waardeert de menselijke maat en de persoonlijke worsteling. Voor wie gelooft, is dat een diepe, diepe troost. De profeet Jesaja begint zo deel 2 van zijn boek in hoofdstuk 40. Troost, troost mijn volk, een lange weg naar bevrijding mag beginnen met stap voor stap. Kaars voor kaars, dag voor dag. Amen.…

ZONDAG  22 november 2020

Gelezen Mattheus 25: 1-13

BESTE KIJKER,

De gelijkenis van de 10 bruiloftsmeisjes ontroert me, al is de afloop van de gelijkenis pijnlijk, zelfs cru! Zelf heb ik vele huwelijksdiensten mogen leiden, met lieftallige bruidsmeisjes erbij. Op het goede moment mogen zij het kussentje met de ringen overhandigen. In prachtige witte kleren gehuld, versierd met bloemen en met in hun handen een mandje met bloesem of graankorrels doen ze mee aan de vreugdevolle huwelijksdienst. Om dan zoals in de gelijkenis de 5 bruidsmeisjes te weigeren bij het feest, omdat hun mandje of – in hun geval – de lampolie op is, komt bot over. De gelijkenis doet ons schrikken als we horen: Ga weg, bruidsmeisjes, de deur blijft dicht, ik ken jullie niet meer! Geen feest voor jullie!

MAAR: Misschien is dat ook wel de bedoeling van Jezus. Met deze vreemde afloop komen WIJ – als luisteraar van het verhaal – voor de vraag te staan: wat is er zo belangrijk aan die lampolie dat in het verhaal de lieve bruidsmeisjes BUITEN GESLOTEN worden??

Vandaag gedenken we met u hier in de kerk de mensen, dierbaren, verwanten, een partner, een vader of moeder, een zoon of dochter die overleden zijn. Op zo’n moment maken we bijna vanzelf een innerlijke balans op: Hoe was mijn band? Hoe kijk ik terug? Met een ositief gevoel? Of is het positieve gevoel vermengd met de vraag: wat is blijven liggen? Waaraan zijn we niet toegekomen? Besef ik wat iemand voor me heeft betekend?  De balans opmaken kan wonderlijk uitpakken: iemand vertelde me dat hij in twee jaar zowel zijn bedrijf, als zijn huwelijk en zijn gezondheid verloor, het levenseinde nu dichtbij zag komen, en toch tegelijk heel dankbaar was. Zijn ‘Olielampje’ was helemaal vol. Zijn levensverhaal werd zo een bron van troost, van licht.

Dat gebeurt best vaak; getroost worden door wat u mee maakt en me toevertrouwt. Iemand die me vertelt dat ze God met tranen steeds bad dat zij bij het overlijden van haar partner mocht zijn, hem omarmend en hem, zoals het ware in de armen van Gods engelen kon geven… Dat geschiedde ook en nu was ze zo dankbaar, hoewel in het gemis.

Waar duidt dan die scherpe waarschuwing van Jezus op? Pas op dat je de olie in je lampje bewaart?

Vanmorgen bij de gedachtenis aan wie overleden zijn kunnen helder zijn: olie heeft niet te maken met een prestatie, zoals 3 maal een reis om de wereld. Of met glanzende foto’s op instagram…Of met 5 bestsellers op je naam. Of met het rode potlood-angst: 3 fout of 6 fout in mijn leven. Of een vreemde trots ontwikkelen, een valse hoogmoed: Ik had nooit 6 fout!

Een mens kan vreemde hoogmoed ontwikkelen, waarbij het weggooien van de lampolie als verdienste gaat gelden. Iemand beweert: ik heb school verlaten, in Amsterdam in kraakpand aan de drugs geweest, geprotesteerd tegen de kleine burgers, 7 relaties opgebroken, 3 kinderen aan hun lot overgelaten, de gezondheid van mijn lichaam gesloopt en toch daarover opscheppen. … Vreemde ingebeelde trots, alsof een mens iets moet bewijzen…

NEEN, is de scherpe waarschuwing van Jezus.

Dat is – denk ik – het begin van de betekenis van die lampolie: hoogmoed verkleed als vermoorde onschuld. Laksheid en luiheid of verwaarlozing verpakken als iets om trots op te zijn.

De scherpe waarschuwing van Jezus is bedoeld om ons wakker te schudden, om te keren. Die lampolie, te gebruiken als grondstof voor het lichtje in je leven, is niet een trotse prestatie voor iets. MAAR een simpel vertrouwen of geloof… dat de bruid en de bruidegom komen. De lampolie is eerder een soort blijdschap want wij mensen kunnen elkaar ook licht schenken als het moment daar is.

Hier in Bakkeveen heeft Evert Wilstra een pannenkoeken restaurant gehad, Hij heeft er drie doolhoven bij gemaakt voor de kinderen. Heel leuk. Je kan er een wedstrijd van maken, een prestatie. Zo snel mogelijk doorheen. Of een oorlog: De oude Grieken zeiden: er zit een monster in het doolhof: vermoord het monster! NEEN, waarschuwt Jezus ons, ga die kant niet op.

In de heilige ruimte van de kerk van bijvoorbeeld Chartres is het doolhof een spiraal labyrint. Wandel, sta stil en wandel. Iedere stap, iedere ontmoeting is zinvol, is van God. Is in verwachting, uitziende naar de bruiloft van bruidegom en bruid.

Hier in de heilige ruimte is vanmorgen zo’n spiraalvormig labyrint als wandkleed aan de tafel opgehangen. Het spiraal labyrint kan ons helpen ons leven gevuld te zien met lampolie. Met een leven dat in vertrouwen loopt waar wij een licht hebben en een licht zijn voor elkaar voor de dagelijkse stappen, met een draad die zich spant tot we thuiskomen. Je wandelt en kan stil worden, verder wandelen in vertrouwen.

Hier bidden we: help ons met luisteren, kijken en vragen en kloppen en help ons om een tedere gevoeligheid te ontwikkelen voor wat menselijk is.

Deze laatste zondag van het kerkelijk jaar gedenken we wie overleden zijn. Met wie wij verbonden waren.  Dit gedenken mag ons juiste troosten en bemoedigen.

In Hebreeuws is er een uniek woord voor het spiraal vormig leven en wandelen. Het woord chag (hadj = Arabisch) betekent omwandelen: een spiraal wandelen. Het symbool van het spiraal labyrint is overal te vinden: over de hele wereld, in vele culturen. Mooiste, vind ik, ziet u op de vloer in de Kathedraal van Chartres. Iedere vrijdag kan u die omwandelen. Onze hersenen lijken op een doolhof. Wij kunnen gemakkelijk verdwalen in onze gedachten en emoties. Als in een doolhof. Maar hier in de heilige ruimte geloven we dat het doolhof een spiraal labyrint is. En dat we thuiskomen na onze omwandeling op aarde in het huis des Vaders waar plaats is voor velen. Kom binnen’ zegt de stem.

Amen

ZONDAG  1 november 2020

Gelezen Genesis 15: 1-21: “En na deze gebeurtenissen verscheen de Heer aan Abram en zei: vrees niet,Abram, je beloning is groot…”.

Genesis 15 begint met de woorden ‘En na deze gebeurtenissen’. Deze zinssnede verwerkt altijd een negatieve ervaring. Want in het vorige hoofdstuk was er een pijnlijke botsing van ideeen, een harde confrontatie, uitmondend in een oorlog tussen 2 soorten samenlevingen. Die confrontatie lijkt als twee druppels water op de botsing tussen de Franse president Macron en de Turkse president Erdogan. Macron staat voor de vrijheid om je leven als persoon zelf vorm te geven, wil welvaart en welzijn als eigen verantwoordelijkheid: doe je best, kom op voor jezelf. Met grote verschillen in levensstijl en rijkdom tot gevolg. De ander, Erdogan, wil het liefst samenbinden onder een machtig bindend eenvormig idee (bij hem de Turkse Islam). De geschiedenis van samenlevingen herhaalt zich in steeds andere vormen sinds Abraham. De tijd van Noach was liberaal, de tijd van de toren van Babel wilde een totale eenheidsworst. Sodom en de 4 steden waren liberaal, hun tegenstander koning Kedarlaomer was een eenheidsbinder. Wordt het ooit anders met ons mensen?

Abram heeft een visioen, de somberheid en angst vallen weg; Abram ziet voor zich een geweldige oogst, een grote winst, een beloning, waarvoor de ene HEER GOD zelf garant staat! Abram ervaart: als ik mezelf investeer hierin, heb ik een garantie op een geweldige beloning, een overvloedige oogst, kennelijk voorbij de dualiteit  van tyrannie of ieder voor zich.!

Maar ineens beseft Abram: wat dan is die oogst en voor wie? Gaan we weer herhalen? Komen er weer extreme miljardairs naast arme sloebers? Of Is de beloning een harem van 2 maal 70 van de mooiste meisjes en jongens? En daartegenover een massa tobbers? Of word ik de nieuwe koning, keizer admiraal, sultan, Farao en paus ineen? Abram is zelf al op leeftijd, dus zit hij met de vraag: wie erft mijn beloning, mijn oogst? Er is een slimme rekenaar uit Damaskus met mij mee gelopen, Eliezer, is de beloning na mij voor hem?

God zegt (= Abram ziet) het volgende.

  1. Een zoon, ook te vertalen als een leerling, zal uit je lendenen voortkomen. Dat woord lendenen heeft een dubbele betekenis. Enerzijds een biologische zoon, anderzijds een leerling van empathie. Want in de lendenen, de ingewanden zit het gevoel voor empathie. Als een mens lacht, voel je je lendenen. Abram ervaart dus dat de beloning een soort empatisch gevoel is. Dit kwetsbare gevoel is te leren, over te dragen van ouders op kinderen. (De laatste roman van de eerste vrouwelijke romanschrijfster George Eliot: Daniel Deronda heeft dit empatische gevoel tot thema).

De lendenen zijn de plek van de tedere verfijnde medegevoelens. In de lendenen voel je welzijn of angst, onderdrukking of een welbehagen, vrede of stress; je kan gevoel bevriezen, maar na verloop van tijd wreekt de buik zich. Abraham, er komt iemand in je leven aan wie je dit gevoel zal leren. Medegevoel in de familie, alle families der aarde zelfs. (zegen)

En 2. Kijk naar de sterren, wat vertellen de sterren?

Ga naar buiten en kijk naar de sterren en tel ze: welk verhaal vertellen de sterren? De sterren vertellen dat die eeuwige oorlog van twee systemen waarin mensen vermalen worden, geen vat heeft op de sterren; evenzo niet op onze geest. De geest blijft open! Onze geest is van Gods Geest. Geest (mind) is ruim, joh!!! Waaiend en vrij, de geest kan zich herpakken, kan zelfs onder de wreedste dictatuur, zoals WO II Auschwitz vrij kiezen. Wist je dat het totale aantal sterren minder is dan aantal mogelijke verbindingen in onze hersenen.

Iedere ster is uniek, een ster geeft licht, ook in moeilijke tijden. Ster staat voor leiderschap dat licht geeft en doet oplichten.

Het kwartje valt bij Abram: Hij geloofde in de HERE en hij doet voor hem gerechtigheid bedenken. God geeft sterrenstof, geeft een wonderlamp van Aladin. De sterren vertellen hem dat de schepping een plaats van overvloed is aan energie. En dus, prachtige bedenksels en mooie ideeen worden woorden, die weer werkelijkheid kunnen worden. Abram ervaart de energie, de scheppende energie en hij gelooft erin. Hij bedenkt dat deze aarde een plaats kan zijn van scheppende gerechtigheid: tzedaqa!

Abram ziet deze gerechtigheid op aarde landen. De bedoeling is concreet in dit landje dat nu in onze tijd Israel heet.

Vanaf dat moment heet Abram Hebreeer. Dat betekent een reiziger die van een andere kant komt met scheppende ideeen.

Dat klinkt allemaal prachtig. De ideeen zoals gerechtigheid, heelheid en vrede zijn vrome wensen. Ja, het zijn gebeden in een kerk misschien.

Maar hoe kunnen ze concreet landen In dit landje? Hoezo kan dat? Vraagt Abram. God schenkt hem het verbond van het geduld: 400 jaar is lange weg, maar zo zal het gaan. Een teken is het vuur van het verbond tussen de delen, de dualiteiten op aarde.

Soms voel je je verdoofd, zoals Abram (Hebreeuws  tardema;). Dan kunnen sombere en duistere gedachten als roofdieren deze creatieve gerechtigheid bedreigen. Abram ziet opnieuw een weg van geduld: er is de dualiteit maar God schenkt ook een vuur dat er door heen gaat.

Wij delen in het visioen! Het vuur op de paaskaars, het brood en de wijn ontvangend en delend; woorden van de visie van Abram en velen na hem. De liturgie van ons hier en nu is daarvan een bewijs.

De visie van Abram leeft nog.

Werkzaam is het visioen nog altijd, heeft zich zelfs in 4000 jaar bewezen. Dankstond is ook nu nodig en mogelijk vanwege dit visioen. Zo is er voor ons zeker een bemoediging en een vertroosting. Amen.

(Jak Verwaal)

ZONDAG  25 oktober 2020

Gelezen Genesis 7:6-16, “ en God sloot (de ark) toe. (7:16)

BESTE KIJKER,

Het verhaal van Noach met de ark en de zondvloed is overbekend, maar toch bevat het vreemde elementen.

Zo is Noach precies 600 jaar oud als de watervloed begint, bij onze rekenmethodes heel vreemd, maar de Bijbelse personen tot Noach worden soms wel 1000 jaar oud. Hoe zit dat?

Er zijn meer getallen die een symbolische betekenis hebben: 40 dagen regen, precies een jaar vloed, De ark bouwen (120 jaar is 3 maal 40. Zeven paar dieren van elke soort gaan de ark in, m en v, 8 personen wonen in de ark. God sluit de ark achter Noach toe, Noach zelf opent de ark, zij het na aarzelingen…

Om met die 600 jaar van Noach te beginnen, hier in Bakkeveen kunnen we ongeveer aanvoelen wat dat kan betekenen. Hier proberen we een zogenaamde blauwe zone te scheppen. Negen of tien waarden te formuleren die de kwaliteit van leven verbeteren, zoals schone lucht, natuur voor recreatie, goede sociale omgang, voldoende bewegen, gezond eten, vrijheid, ruimte en openheid, spiritualiteit: in een samenspel van mensen en aarde – met bezieling, gezond en gelukkig leven is het mogelijk om vitaal veel ouder te worden. Dus zeggen wetenschappers: als we de celdeling gezond houden door de generaties heen, kunnen we wel 1000 jaar worden!

Van Adam en Eva tot Noach zien we het omgekeerde: iedere generatie verliest een van de waarden van de blauwe zone: en de problemen nemen toe, bijv voor Eva bij het opvoeden van haar twee jongens Kain en Abel; voor haar man Adam, bij land bewerken zijn daar distels en onkruid. De broedertwist ontaard zelfs in moord. Steeds een stapje verder gaat het achteruit met verlies van het paradijs, dat is de blue zone. Zo kunnen problemen zich opstapelen, door de tijden heen: het dikke IK drijft zijn zin door. We doen wel, maar de gevolgen overzien we niet. Aarde en klimaat, afvalbergen, op land en in zeeen… Een woord dat steeds terug keert is (in het Hebreeuws Itzabon): te vertalen als verdriet, smart of moeite. Er sluipt en kruipt langzaam een vermoeidheid of een teleurstelling in, die wij in deze tijd met de beperkte lockdown goed kunnen navoelen.

De vader van Noach, ene Lemech, ziet dat. Hij spreekt de hoop uit dat een ommekeer gevonden wordt uit de moeiten. Daarom kiest de vader van Nooach voor de naam Noach, dat betekent troost, de hoop op troost voor de moeite. De nieuwe generatie van Noach moet het anders doen, bijv nieuwe technieken. In de Midrash wordt Noach daarom als uitvinder getekend, bijv van de ploeg. Wij verwachten ook veel van techniek. Als een robot die kan schaken, kan die dan ook opvoeden? Kan de robot-trekker de schone landbouw mogelijk maken? Een energiecentrale die schone groene stroom oplevert? Of in onze dagen: een farmaceutische fabriek die snel Medicijnen kan maken tegen het virus!

Techniek is prachtig. Zo gaat Noach ook de ark bouwen. We bouwen kerken, scholen, dijken, huizen, fabrieken etc etc Als de vloed komt, is er een middel om je te redden. Zo hopen wij ook in onze dagen middelen te vinden.

Het Noach-verhaal bevat tevens een iets bredere of diepere analyse. Vertrouw niet alleen op nieuwe technieken. Het Noach -verhaal wijst twee keer nadrukkelijk op ons hart (Lef, mind, gehele bewustzijn en geheugen, Zie Genesis 6:5 en 8:21). Luister naar je hart! In God geloven begint met naar je eigen hart durven luisteren, de zogenoemde zelfkennis of zelf reflectie! Er is ook het menselijk hart zelf. Ons hart is zo groot. We zijn ons van een klein stukje bewust, maar een heel groot stuk met gevoelen, met herinneringen, met intuities overzie je niet. Wij mensen kunnen gemakkelijk verdrinken in de golven van ons eigen hart! Ineens zinkt het hart weg als in een moeras, of wordt het overspoeld met angst of woede als een zondvloed. Je hart maakt een mens in mijn ogen krankzinnig, zoals deze week die man in Frankrijk, die op een gerucht de leraar Samuel Paty onthooft…huiveringwekkend…

Ons hart heeft iets nodig! Een bodem, een liefdeswoord, een toezegging bij herhaling? Geloof of vertrouwen leren in een levenslange training.

Daarvoor vertelt de Bijbel van een grappig detail: God sluit de ark toe. Later zal Noach de ark zelf openen, zij het na enige aarzelingen en pas na aandringen van God.

Benno Jacob wijst op dit stukje in het verhaal: de essentie zelfs. God sluit de ark toe: het verleden, de waarom vragen, de frustratie om verlies, de pijn, soms de spijt om verkeerde keuzes, de schaamte over het hart van mensen dat je mee sleurt. Ja gebruik techniek en bouw de ark, ga erin. Maar wij mensen nemen ons hart mee de ark in. Laat God afsluiten. Ons hart heeft een fundament nodig een basisvertrouwen: wij zullen ons best doen maar tot slot ons toevertrouwen: God sluit de ark toe.

Noach doet uiteindelijk de ark zelf open. Hij gaat opnieuw het leven in. De ark, het altaar, de kerkdienst, het gebed, avondgebed en morgengebed de internetviering, we zullen nieuwe gestalten vinden om onszelf te herinneren dat we uiteindelijk een diep hart hebben, dat vertrouwen nodig heeft.

Dan omarmen we de taak van de dag, zien we de mogelijkheid tot liefde, kunnen soms het kruis dragen.

Amen (Jak Verwaal).

ZONDAG  18 oktober 2020

  • Gelezen: Schriftlezingen Genesis 1: 26-28, 2: 18-24 en Galaten 3:25-29
  • Overdenking:

Beste kijker,

Vandaag de dag wordt ons gevraagd: wat is je identiteit? Ben je wakker (Engels woke) geworden en ben je je wel bewust van je identiteit? Ben je een wakkere Fries? Of praat je met het Hollands mee? Ben je wakker geworden en besef je dat je je maar moet aanpassen, terwijl je niet kan zijn wie je echt bent? Zoals vrouw, of een andere identiteit? Een hele reeks mensen met specifieke identiteiten worden wakker en verbinden zich met elkaar: bruine huid, LHBT, een bepaalde handicap als doof of blind.

Iemand vergelijkt dat met onze lengtes; laat de Nederlandse staat krukjes uitdelen, zodat we allemaal even lang zijn, bijv. 1.95. Iedereen een basisbedrag aan geld en hoge belastingen voor de rijkeren. We moeten streven naar meer gelijkheid, in veel meer opzichten. Dit is 30 jaar geleden aan Amerikaanse universiteiten verzonnen, nu gaat het de wereld over.

Soms leidt dit tot rare gevolgen: joodse vrouwen mochten niet meedoen in een protestmars. De bruine Alexandra Occasio-Cortes wilde niet meedoen aan de herdenking van de moord op Rabin, een blokkeer-friezin werd de vijand van KOPZ. Vijandschap, strijd, geweld en plundering zijn gevolgd. Er zijn sommige mensen beland in een zwart – wit wereld. Zij genieten van geweld en oorlog.

Zelf wil ik een student van Mozes en Jezus zijn. Enkele overwegingen.

  1. Genesis 1 vertelt ons: ‘Laten wij mensen maken in ons beeld en onze gelijkenis.’ ‘Laten we maken.’ God spreekt in de aanvoegende wijs. Bij de eerste 9 scheppingswoorden was het een wilsuiting: er zij licht; en er is licht! Er komen bomen naar hun soorten. Menswording is kennelijk een proces, geen vastliggende identiteit. 100 of 1000 jaar geleden en nu is verschillend. Menswording zit in maken of doen: uit je mond, uit je handen; wat ik doe met mijn tijd en met mijn energie.
  2. Beeld; tsilleem is copieeren; God copieert, het gevolg is dat iedereen uniek is! Verscheidenheid van gaven, talenten, inzichten, begaafdheid, uiterlijk, taal, cultuur, creatief, DNA, vingerafdruk; Uniciteit aanvaarden.
  3. (Demoet =) Gelijkenis. Dit woord benadrukt gelijkwaardigheid. David of Sara, Jezus: alle mensen zijn (benee adam) mensenkinderen. Concreet: de tora (iedereen mag meepraten over waarden) en de mitzwa (opdracht om waarden concreet vorm te geven) zijn voor alle mensen. Het lichte juk noemt Jezus dat.
  4. De Bijbeltekst gaat over in de Hij vorm. Hij schiep de mens in Zijn beeld en in Zijn gelijkenis. Dat is met enige afstand, een verwijdering vanuit ons gezichtspunt. God zal ons niet voor de voeten lopen. Hij geeft ruimte en mogelijkheid tot falen en tot groei. Daarvoor in de plaats: mannelijk en vrouwelijk. Mnl is een lijn; vr. is een open cirkel. Zo wordt regeren, besturen, poroduceren en maken mogelijk, heel veel!

Genesis 2 zoemt in op de mens en dan de man. Namen geven. Maar toch ontdekt de mens eenzaamheid. Adam valt in slaap, hij is alleen en angstig. Alle uitwendige prestatie stopt. Pas God-de HEER doorbreekt de angstige eenzaamheid. M en V. worden nu iesh en Isha. Bondgenoten in emancipatie. Helpend elkaar, maar soms ook in tegenstand tot elkaar. Ja, en mensen kunnen keuzes maken waarvoor we ons later weer schamen (Genesis 3). Toch gaat de levensreis weer verder. De weg naar de tuin van Eden blijft open. Daarom blijft het aardse leven per dag met een opdracht tot menswording zo zinvol.

AMEN.

ZONDAG  11 oktober 2020

Gelezen ! koningen 19

BESTE KIJKER,

De ontwikkelingen volgen zich in hoog tempo op. Dat was voor de profeet Elia zo en nu voor ons. De ene dag boekt Elia een overwinning op zijn vijanden, de andere dag is de koningin van zijn land nog kwader en zet met verdubbelde kracht de achtervolging in. Elia moet vluchten en raakt volledig uitgeput, opgebrand. Wij vierden op 6 september onze eerste gewone dienst hier, en nu kijk ik weer naar de camera, in een lege kerk. Daarbij zitten we met de gevolgen van de kerkelijke kwestie Staphorst. Steeds nieuwe golven van onrust slaan over ons heen. Amsterdam was in rep en roer in juni met een demonstratie tegen racisme, in juli een minister met zijn bruiloft, feestende jongeren in de zomer, en nu de kerken. Die soms dagelijkse wijzigingen in de regels zijn heel vermoeiend. Dat is ook te zien aan de ministers Rutte, de Jonge en Grapperhaus.

Het meest aangrijpend vind ik de verhalen van oudere mensen in tehuizen die opnieuw de wekenlange eenzaamheid vrezen, zoals in maart-april-mei. Maar ook jongeren missen het samen optrekken en levenservaringen opdoen, contacten leggen, van school of opleiding, stageplaats, er zijn gemiste kansen.

Deskundigen voeren wetenschappelijke discussies nu onder hoge druk van immense belangen! Europa schuift oude taboe’s zoals op genetische modificatie opzij om sneller een vaccin te vinden.

Vervelend en vermoeiend, geen regelmaat of houvast. Maar er is geen keus: werkelijkheid aanvaarden!

In de bijbel ontvangt Elia een therapie voor zijn vermoeidheid, uitputting en depressie.

  1. Een hapje brood en wat drinken. Doen wij ook vanmorgen, Blijf regelmatig eten en drinken ONDER DANKZEGGING. DAT IS WE ZEGGEN DE BRON GOD ZELF DANK VOOR HET BROOD EN SLOKJE WATER OF WIJN. DAT

doet u ook hopelijk! Elia ontving alleen wat water. Wij delen ook wijn. Mag u ook doen. ONDER DANKZEGGING.

Maar Elia valt opnieuw in een dodelijke slaap. Opnieuw eten en drinken. God zegt; Blijf dit volhouden! Doe dit ritueel met brood en wijn steeds opnieuw! Ook voor morgen. Zo blijft de gemeenschap alert, wakker. Elia eet en drinkt opnieuw; hij ontvangt kracht voor het vervolg van de reis voor 40 dagen.

Brood en wijn zijn er nu voor ons: als bemoediging voor de tijd die voor ons ligt. Geef ons heden ons brood voor morgen. Brood voor de levensreis, Brood is ook brood van Gods woorden om de moeilijke tijd die voor ons ligt te reizen. Sober brood en overvloed brood; brood voor alle mensen in gerechtigheid. Brood van samenwerking en brood van minimaal onderling vertrouwen. Brood kan kloven overbruggen van seaculier en gelovig, van jong en ouder, van man en vrouw. Van mensen van vele kleuren.

  1. Elia leert opnieuw luisteren. Na de aardbevingen van angstige en verscheurde samenlevingen, na het vuur van geweld en plundering en revolutie en na de zoveelste media -storm (eerst de klimaatangst , dan de corona, daarna identiteit van zwart witte mensen, dan de spanning van economische terugslag en nu avondklok met media en echte rellen). Na alle agressie in meningen en in schreeuwen in de strijd om het eigen gelijk, komt een moment van het geluid van een zachtmoedige stilte. Luisteren leren.
  2. Na de stille stem komt er weer een Godsontmoeting. De dragende stilte kan je uithouden , Elia, en God ontmoeten die ons door de nood heen draagt. Eeuwige armen blijken er ook te zijn.Nu kan Elia weer terug keren naar de mensenwereld. En medemensen vinden die met hem weten van een toekomst in hoop en geloof, van liefde, van recht en waarachtigheid. Amen.

ZONDAG  4 oktober 2020

BESTE KIJKER, EN AANWEZIGEN HIER IN DE KERK

Deze zondag op 4 oktober is de gedenkdag van Franciscus van Assissi. Zo ook is deze dag dierendag geworden. Tevens is de eerste zondag van de maand oktober ingesteld om de verbondenheid van de christelijke kerken met het volk Israel te vieren. Eeuwenlang groeide de verwijdering, vele kerken achten zichzelf beter dan de Joden. Vele kerken noemden zichzelf het echte of ware Israel. Maar zowel de 2 de wereldoorlog als de oprichting van de staat Israel in 1948 deed van alles schuiven. Nu kunnen we ook de islam, het Hindoeisctische India en andere levensvisies daarbij betrekken. In het evangelie stelt iemand de vraag aan Jezus  wat vind jij de kern van onze opdracht in het leven? Waarom draait het in je leven? Hij antwoordt met twee citaten van Mozes; de liefde! Liefde tot God en liefde tot de naaste, de medemens, en de hele schepping.
Maar hoe doen we dat, God liefhebben?? Voor mij is daarin het allerbelangrijkste: open staan voor de visie, vragen en levenswijzen van andere mensen. Ik denk daarom dat de ondervragende schriftgeleerde (Bijbeluitlegger) Jezus meester noemt, leraar. Hij erkent dat Jezus hem een belangrijke aanwijzing geeft om mee te leven, een stapje verder te komen. Hij had misschien wel veel kennis om de Hebreeuwse taal aan kinderen te leren. En dat is prachtig. Inspelen op de nieuwsgierigheid van kinderen, hun blikveld verruimen, hun vaardigheden leren, zelfvertrouwen krijgen door een vak te leren, een vaardigheid waar je je leven lang mee vooruit kan!  Nu ontvangt de schriftgeleerde een perspectief voor zijn werk. Het perspectief van de liefde tot God en de naaste.
Onze gemeenschap heeft 4 waarden geformuleerd: respect, openheid, creativiteit, en betrokkenheid: deze 4 waarden worden levend, leggen beslag op mij in de liefdevolle verhouding van coach/leraar en  leerling. Daar zijn mijn ouders en familie; daar zie ik de nonnen die met mij als 4 jarige een briefje en een tekening voor mijn vader lieten maken: lieve pappa, ik ben blij dat je mijn vader bent! Juffrouw Verdonk, meester van As, leraar op het Gymnasium ten Kate, Prof Berkhof en prof van Gennep RUL, Godgeleerdheid. Van Gennep liet ons 5 dagen stage lopen in een Bartimeus hage  leren aanraken, soezen. Weer later Rab Marx, Rab de Leeuwe.|
Er is een verhaal over twee tijdgenoten van Jezus, R Sjammai en R. Hillel. Een romein wilde geen ingewikkelde lessen, maar alles kort en krachtig leren, als een reclameboodschap. Hij daagt uit en zegt: Ik sta op een been en zeg me nu de kern van de Bijbel. R. Sjammai antwoordde bozig: ga weg!  Want snelle kreten, propaganda, zwart/wit denken, en lekker snel veroordelen is geen liefde, tot God of tot jezelf of tot de medemens. R. Sjammai heeft een levensles: propaganda en leuzen liegen! Een dogma kan onderdrukken.
Maar is de romein wel op zoek naar een leus of lege kreet? Het verhaal gaat verder. Hij komt uit bij R Hillel. Hij stelt dezelfde vraag. Gaat op een been staan. Hij vraagt: wat is de kern? Zegt Rab Hillel: wat gij niet wilt dat u gebeurt, doe dat ook niet aan een ander; ga heen en leer! Kom morgen weer bij mij. Daarmee ondervangt rab. Hillel het bezwaar van lege kreten en snelle vooroordelen. Je bent nog een leven lang bezig, meneer de romein!
Liefde tot God, okay, maar wat als je arm en hongerig bent, heel verdrietig, of door angsten wordt geteisterd, gepest of veroordeeld om iets; er is zoveel leed in de wereld, de tegenslagen. Wat is dan ‘God is liefde’? Een lege kreet?
Inderdaad, dat is een test, zoals een auto getest wordt.
Ik zag laatst een film over een kind op de vlucht, Badu heet de film. Er zijn jaarlijks 50 miljoen vluchtende kinderen! Ik was verbijsterd. Hoe kies ik dan voor de liefde?
Daarom misschien eindigt het evangelie met een kruis en een opstanding. Liefde van God blijft mogelijk door diepten heen.
Na de oorlog zijn kerk en Israel aan een gesprek begonnen. Dat gesprek is nog gaande, kan toekomst openen ook voor andere religie’s en volkeren. Een moment van hoop.
Maar ook dichtbij vernemen we van zulke momenten. Deze week ontving ik van mevr J. H. uit Bakkeveen een prachtig gedicht bij de foto van ds Verwer en in het bijzonder zijn vrouw, mevr. Verwer – Siemelink. Mevr J.H. heeft de liefde van God leren kennen door de nabijheid en de lessen van deze vrouw.
Een gemeenschap van mensen die vanuit geloof ruimte en creativiteit, betrokkenheid en onderricht aanbiedt, kan levenslang mensen bemoedigen.

Amen.

ZONDAG  27 september 2020

Top2000 dienst

Liederen uit de populaire muziek gebruiken we in een kerkdienst op zoek naar een diepere betekenis voor ons vanmorgen. We beginnen met een vraag: Waar ben je? We zoeken, naar liefde? Naar de liefde van God? Naar God?

  • Soms doet het pijn als ik aan je denk.
    Maar waar ben je? 
    Ik zie jou, ik hoor jou, ik voel jou, elke keer opnieuw.
    Hier ben ik, maar waar ben jij?
    Ik hou van jou, zoals je bent, dat je dat dan wel eventjes weet…
    Lied: Wer bisto? (Twarres)
  • Begroeting in de NAAM van de HEER
  • Het volgende lied beluisteren we als een gebed van ontferming.
    Vertel me eens meisje, ben je gelukkig in deze moderne wereld? Of wil je meer?
    Ben je op zoek naar iets anders?
    Vertel me eens jongen, Ben je niet doodmoe van het vullen van de leegte? Of wil je meer?
    Is het niet moeilijk je zo zelfverzekerd voor te doen?
    Refrein:
    Ik sta bij het diepe, zie me als ik erin duik.
    Ik zal nooit de bodem bereiken.

    Breek door de oppervlakte heen…
    We zijn ver weg van het oppervlakkige…

    Lied: Shallow (Lady Gaga)
  • Jak: Zoekend naar een hart van goud…
    Ik wil leven en geven.
    En al word ik oud, ik blijf zoeken naar een hart van goud.
    Gaan we naar Hollywood? Of naar Redwood?
    Over de oceaan?
    Ik blijf zoeken naar een hart van goud…
    Lied: Heart of gold (Neil Young)
  • Stil worden is moeilijk in onze drukke wereld. Het volgende lied kan ons helpen stilte te vinden, en het stille zachte spreken van God.
    In het donker, terwijl ik slaap, zie ik visioenen, in de stem van de stilte.
    Ook wandel ik in mijn rusteloze dromen en het licht van de straatlantaarn splijt de nacht, doet mij horen de stem van de stilte.
    Mensen kunnen praten zonder spreken, hebben oren en kunnen niet luisteren, mensen schrijven liederen die niet gezongen worden, mensen durven de stem van de stilte dan niet te breken…
    Lied: The sound of Silence (Simon en Garfunkel)
  • Bob Dylan ontving onlangs de Nobelprijs voor literatuur. De teksten van zijn liederen zijn gelaagd en vervelen niet. Woorden als vrede en vrijheid maken een lange reis in de mensenwereld en geschiedenis. Snelle antwoorden zijn ontglippen ons.
    Laten we luisteren naar de wind.
    Hoeveel wegen moet een man gaan om een man te worden genoemd?
    Hoeveel zeeën moet de witte duif vliegen, voordat zij vrede vindt?
    Hoeveel kogels worden afgevoerd, voordat het genoeg is?
    Het antwoord, mijn vriend, waait in de wind…
    Hoeveel jaren kan een volk leven, voordat het vrijheid proeft?
    Hoelang kan je opzij kijken en doen alsof je niet ziet?
    Wanneer zie je de hemel?
    Wanneer hoor je mensen huilen?
    Het antwoord, mijn vriend, waait in de wind…
    Lied: The answer is blowing in the wind. (Bob Dylan)
  • Gejanne de Haan werkt in het onderwijs. Zij gaf aan dat zij het volgende lied voor haar leerlingen belangrijk vindt. Het lied is ontstaan na de plotselinge dood van de zangeres, Lauren Daigle. In haar hoofd klonken constant ontevreden of kritische stemmen: je bent niet goed genoeg, steeds weer die leugen: je haalt niet genoeg uit je leven, steeds weer die achtbaan van hoog reiken en diep vallen. Ze zingt:
    Ik heb de stem van God nodig: Je bent geliefd, al voel je dat niet.
    Je bent sterk met mij, hoe zwak je je ook voelt.
    Je hoort er helemaal bij!
    Ja, ik geloof…. Wat er toe doet, God, is hoe jij over mij denkt.
    Mijn waardigheid ligt in JOU, In JOU vind ik mijn identiteit…
    Lied: You Say (Lauren Daigle)
  • Irene zei direct: ik zou graag You raised me up zingen, een lijflied van je. Het lied spreekt van vertrouwen, door moeilijkheden heen.
    Als ik moe ben, als moeilijkheden komen, als ik van binnen me gekwetst voel, dan weet ik:
    wees stil, wacht, tot JIJ komt, en naast mij komt zitten.

    Jij tilt me op, alsof ik op een berg sta; alsof ik door de storm op zee kan wandelen,
    je verheft me boven mezelf uit.
    Lied: You raised me up (Josh Groban)
  • Phil Collins is een hele goede drummer en zanger, een constante vakman in de popmuziek. Hij heeft het lied: You will be in my heart gemaakt.
    Stop met huilen, Het komt goed.
    Neem mijn hand, en houdt die vast.
    Ik zal je beschermen, je veilig en warm houden,
    Deze band zal niet breken. Want je bent altijd in mijn hart.
    Ook als de laatste bestemming roept, wees sterk, hou vol, we zullen laten zien wie wij zijn.
    Kijk over je schouder, ik ben er voor je! Altijd!
    Lied: You will be in my heart. (Phil Collins)
  • Muziek en de kinderen komen in de kerk.
  • Dankgebed en allen ONZE VADER…
  • COLLECTE aankondiging.
  • Zegen
  • Tot slot de wijze woorden van moeder Maria (de moeder van Jezus…):
    Als ik in de moeilijkheden zit, dan komt moeder Maria en zij spreekt woorden van wijsheid,
    zelfs in de donkerste tijden staat ze recht voor me, spreekt de wijze woorden:
    laat het los…. 
    Zelfs mensen met een gebroken hart, kunnen je zeggen dat het antwoord zal zijn: laat het los.
    Laat het zijn, laat het los, er zal een antwoord komen: laat het los laat het zijn…
    Zelfs in de nacht met duistere wolken schijnt een licht voor mij;
    ik word wakker en hoor moeder Maria zingen, soms fluisterend: let it be…
    Lied : Let it be… (Beatles).

ZONDAG  6 september 2020

GELEZEN Mattheus: 18:15-20.

Beste kijker, Tjimklje en Daniela,

Wat is de aanbeveling van Jezus actueel! Als je een medemens iets verkeerds ziet doen in jouw ogen, naar je eigen opvattingen natuurlijk, spreek hem of haar dan aan, als eerste onder 4 ogen, in een vertrouwelijk gesprek! Minister Grapperhaus kan nu over dit thema een lange preek houden! Dit onder vier ogen elkaar ontmoeten, vragen stellen, medeleven tonen en dus eventueel aanspreken met de vraag naar wat goed of passend is, is de kern van wat we pastoraat noemen. Ouderlingen, medewerkers, dominee, huisbezoek, maaltijden, groothuisbezoek , wijkavonden, vergaderen, steeds oefenen we ons in het uitspreken van wat in ons hart leeft. Deze opdracht is door Mozes in het derde boek (Leviticus 19) opgeschreven en de wereld overgegaan: Wat is naaste liefde, je naaste liefhebben als jezelve:
“Ga niet in jezelf zitten wrokken, ga niet langzaamaan neerkijken op de ander, wordt niet haatdragend,
MAAR zoek die ander op en spreek je uit!”
Zo ontstaat de mogelijkheid tot naasteliefde. De opdracht in zijn algemeenheid geformuleerd luidt: Ge zult uw naaste liefhebben als jezelve. Maar de opdracht begint met het aanspreken van elkaar. De opdracht begint met een vertrouwelijke gesprek, dat dus heel erg spannend is want je snijdt een onderwerp aan wat met passend gedrag samenhangt’ . Dat is pastoraat; en best wel ingewikkeld dus.
Tjimkje, je gaf zelf een prachtig voorbeeld uit de tijd dat je in Kampen woonde. Je vernam van studenten uit Zuid-Afrika dat zij in hun jeugd had leren bidden: De Vader in de hemelen, terwijl witte gelovigen baden Onze Vader in de hemelen. Want honderd jaar geleden was de officiele wetenschap zo! Het witte ras wordt een nieuwe soort en het zwarte ras wordt een andere soort van de mens-achtigen, zei de C Darwin, in zijn ‘Origin of Species, of tewel hoe er uit favoriete rassen nieuwe soorten ontstaan die zich aanpassen the survival of the fittest’). Dat werd wetenschappelijk bewezen geacht.
Neen, zeggen we nu. Menselijkheid heeft niet te maken met huidskleur, maar met opvoedbaarheid. Kleinbe kinderen voeden en opvoeden; jezelf en elkaar willen opvoeden.  Daarom begint het gebed met deze woorden: Onze Vader ,die ons voedt met brood en opvoedt tot menselijkheid.
De bede ONZE VADER in de hemelen leert dat wij mensen, als we elkaar aanspreken met het oog op de naastenliefde  tot een broeder of zuster is gegeven; we ontdekken dat we als familieleden zijn. Verscheiden, verschillend, allen gaan een eigen weg, en toch ONZE VADER IN DE HEMELEN : dat is dus  familie van elkaar. Je kan elkaar aanspreken met het oog op de opgroeiende mensen; onszelf opvoeden en onze broeders en zusters.
Volgens Mozes en Jezus had Rutte of Hugo de Jonge naar Ferd moeten gaan, maandagochtend vroeg: nu, vertel het hele verhaal, Ferd, En vervolgens naar het parlement en naar het hele volk.
We zitten sowieso met twee vragen. Deze methode van Jezus en Mozes is best lastig. Waarom eigenljjk zo lastig? 1. Veel gemakkelijker is het via de sociale media elkaar te beschuldigen, Trump is een rechtse racist! Biden is een slappeling die voor plunderen vergoelijkt. Via media is het een nieuwe rage geworden om elkaar te shamen en vervolgens cancelen! Elkaar eerst aanspreken is kennelijk heel moeilijk omdat respect zo snel verdwijnt. Waarom is aanspreken onder vier ogen, in gesprek of op vergadering zo lastig? ANTWOORD zo veronderstel ik: RESPECT! Zelf-respect, respect voor jezelf en voor een medemens. Respect is dun ijs waardoor je gemakkelijk zakt. Een echtscheiding van opa en oma, de kleinkinderen tobben met relaties; In WO II waren je ouders of heel fout of juist slachtoffer als Joden, de kinderen en kleinkinderen tobben om in mensen vertrouwen te hebben en voluit van het leven te houden. Een van de ouderlingen sprak over de harde tijd ook hier in de Fryske Walden:  de machtige boer en afhankelijke boerenknecht, en hoe het doorwerkt in zelfvertrouwen en het in zelf-respect . Respect en zelf-respect – zeg maar dat ik diep van binnen besef : jij en ik zijn kind van God Onze Vader, dat is heel dun ijs. Ja, er is veel welvaart en materiele verbetering gekomen de laatste 50 jaar. Van buiten is er veel gemak en comfort: teevee, huis, brood, maar van binnen is het ijs nog heel dun met ons zelfrespect, met ons besef en geloof dat wij dragers zijn van het beeld en gelijkenis Gods; dat alle leven verbonden is……
Respect en zelf-respect ontstaat uit discipline. De primaire impuls van ‘hier klopt iets niet’ wordt omgezet in een zorgvuldig gesprek. Niet in shamen en in cancelen. Wij als gemeente van Christus willen ons oefenen in de discipline van het zorgvuldige pastoraat.

Tjimkje en Daniela wat zijn we dankbaar dat jullie hieraan vorm willen geven. Met de ambtsdragers en gemeenteleden, ik mag het voor het voetlicht brengen: RESPECT IS EEN WAARDE van onze gemeenschap. Het is een enorme uitdaging om met naasteliefde elkaar aan te spreken, te lernen, te bidden ‘Onze Vader’ en te geloven in zelf-respect.

  1. Een tweede vraag werd gesteld: hoe weet je wat goed is en wat verkeerd is? Nu zijn het de mensenrechten, 100 jaar geleden was voor velen de ware zuivere kerk van Christus of de beste politieke partij van belang. Per tijd lijkt goed-verkeerd te wisselen..? In weer een andere tijd was het je loyaliteit aan je stad of je stam of je familie, je volk de hoogste waarde.

Inderdaad, wat goed is, is niet op voorhand precies duidelijk. Maar wie meedoet aan deze methode van Mozes en Jezus, van elkaar aanspreken, die vindt gaandeweg wijsheid, liefde en goedheid! Spreuken 9: 8 meent: De arrogante spreek je aan, maar hij zal je haten; de wijs-gierige spreek je aan en die voelt de liefde groeien!
Aan de andere kant, de vraag wat integer is en oprecht, wat respect is voor al wat leeft, dat is door de tijden heen nu ook weer niet zo heel erg anders.
Jezus geeft een toezegging. Waar 2 of 3 of meer samen komen, elkaar aanspreken in liefde, daar is hemelse kracht. Daar wordt duidelijk wat goed is en wat het leven dienst. Het is dus niet alleen een toezegging  maar ook een onderving, een ervaringswijsheid. Mozes zegt het zo: waar twee of meer een tafel bouwen, zonder wapens op tafel en de maaltijd gebruiken, met elkaar bidden en lernen, daar ervaar je Gods zegen! (Exodus 20:24).
We merken al gaandeweg, aan de zegen van God dat we goed bezig zijn.
We zijn daarom heel dankbaar dat jullie, Daniela en Tjimkje,  jullie kostbare tijd willen inzetten voor de werking van Gods zegen in ons midden, hier.

AMEN.

ZONDAG  23 augustus 2020

GELEZEN Deuteronomium 16:18-20. Gerechtigheid gerrechtigheid zult ge najagen…

BESTE KIJKER,

Deut 16: 20: geeft de volgende opdracht: ‘gerechtigheid, gerechtigheid zult je najagen.’ Opvallend is de herhaling van het woord gerechtigheiud (Tzedeq). Bij herhaling klinkt het gerechtigheid… En dan ook nog eens najagen. Kennelijk moet je niet te snel denken: ‘oh we hebben een mooi wetboek, we hebben rechters aangesteld, die in Leiden – de oudste en eerste rechtenstudie in Nederland) rechten hebben gestudeerd, nu is het in orde, klaar. Gerechtigheid is kennelijk iets wat volgens Mozes voorlopig juist niet gevonden is. Jaag ernaar, of je het nadert. Denk niet we weten al precies wat gerechtigheid is.
Zelf vind ik dat heel verrassend. Want in een gesprek nog niet zolang geleden, met een vriendengroep waaronder een rechter en anderen juristen, vroeg ik hen wat voor hen belangrijk is. Zij zeiden: we hopen bij de rechter te winnen! De rechter zei: ze komen naar de rechtbank om hun gelijk te halen. Hoe vaker we winnen en de uitspraak van de rechter in ons voordeel uitvalt, hoe beter!
Pas op! zou ik zeggen, straks raken we het zicht op gerechtigheid, gerechtigheid kwijt. Want de gerechtigheid in wetten en regels, in het spel van advocaten met de rechter draait maar al te vaak om winnen of verliezen. We hopen toch ook dat dit alles dient om in een eerlijk proces die tweede gerechtigheid te vinden. Dat hopen we en geloven we toch? De vermaning van Mozes lijkt me heel wijs!
Op de Nederlandse teevee is een quiz die de slimste mens heet. Daarin werd gevraagd wat het tweede boek van de Bijbel is. De drie slimmerikken wisten er niets van… Daarop nam het enige jurylid het woord. Prof emeritus Maarten van Rossem die geliefd is op teevee om zijn ingehouden sarcasme met een uitgestreken gezichtsuitdrukking, deed uitspraak. Zijn boodschap was dat de hele Bijbel in het bijzonder het Oude testament totaal krankjorum is… Totaal krankjorum … Dat trek ik me aan en vraag me vertwijfeld af: waar ben ik al die jaren mee bezig geweest? Ben ik nu zelf niet krankjorum geworden? U begrijpt, ik ben nog niet overtuigd van Maarten’s inzicht. De woorden ‘gerechtigheid, gerechtigheid najagen opdat ge leven kunt in het land’ lijkt mij een hele wijze opdracht. Die inspireert mij juist. Realistisch en hoopvol.
Om een voorbeeld te geven voor vandaag: Libanon.
Vandaag mag ik u oproepen om iets van uw geld te schenken aan de mensen te Beiroet, in Libanon. Dat land ontbeert nu juist het najagen van gerechtigheid. Er is een eindeloze strijd tussen stammen, religies groepen en facties. Aardse gerechtigheid in dat ooit zo mooie wen welvarende land lijkt volledig verdwenen.
Deze week nog is in Nederland een internationaal gerechtshof bijeen geweest om de moord op een president in Libanon te onderzoeken. En te oordelen dat de terreurgroep Hezbolla die moord heeft gepleegd. Ook de recente ontploffing in de haven van Beiroet geschiedde onder verantwoordelijkheid van Hezbolla. Hun leider Nasrallah had nog gezegd: we kunnen met ammoniumnitraat Haifa of Tel Aviv verwoesten…
Maar nu is vermoedelijk door een ongeluk het spul in Beiroet ontploft. We mogen hopen dat deze terreurgroep wat zal worden tegengewerkt en aangepakt, hun tyrannieke leiding verjaagd naar Iran…
Zolang deze ‘grote’ gerechtigheid uitblijft, kunnen we wel kleine gerechtigheid najagen. Dat is een term van de Joods filosoof en Bijbelgeleerde Emmanuel Levinas. Hij maakte de verschrikkingen mee van de uitroeiingskampen in WO II, en toch zag hij daar talloze mogelijkheden van – wat hij noemde – kleine gerechtigheid: wat water en brood delen, een medicijn, een kledingstuk, opbeurende woorden, een gestolen moment voor de Bijbelse feesten: Poerim, Pasen, Pinksteren, de sabbat. Een Bijbelverhaal vertellen aan elkaar. (uit het Oude Testament!). Opeens licht dan geloof en hoop op bij mensen in de meest onrechtvaardige omstrandigheden.
Ja, kleine gerechtigheid is wat voor Libanon wel mogelijk is. Via onze kerk, via onopvallende contacten, via betrouwbare personen aldaar is hulp mogelijk. Zo is het mogelijk om hoop en licht en geloof te delen! Daarom collecteren we voor Beiroet, voor Libanon. Want: soms is er weinig grote gerechtigheid in de structuur en in de instituties van een land, is er juist veel onrecht bij de politici en de stambaasjes, maar weer wel kleine gerechtigheid mogelijk, zoals we ook zagen in de lockdown …. Gerechtigheid, gerechtigheid…Als niet groot, dan maar klein.
Tweemaal. Gerechtigheid, gerechtigheid. Want, er is aardse gerechtigheid en er is hemelse of hogere gerechtigheid. Het mooiste is als hemelse gerechtigheid de aardse inspireert. En verbonden zijn door ons geloof. In Nederland klinkt bij de rechter nog dit geloof door want de rechter spreekt het geloof en de hoop uit bij zijn rechterlijke uitspraak: Bij de gratie van God van het Oude Testament spreek ik recht…
Maar soms verduistert op aarde in een land het recht! Jezus is zo aan het kruis gestorven, vermoord, de aardse gerechtigheid verdween achter politieke angsten en geweld. Alleen met een beroep op de hemelse gerechtigheid moest Jezus het doel van zijn leven volbrengen, dat is zijn levensopdracht, alles volbrengen. En velen getuigen en martelaren na hem. Zo liet hij gerechtigheid in zijn lichaam en geest zien.
Gerechtigheid, gerechtigheid najagen is de opdracht,
In rechters en bij de politie, bij het OM, bij wetgevers, of bij uitvoerders, of door ons in het klein.
(Pieter Omtzigt moest constant najagen. Achter officiele wetten en legale uitvoerders kunnen mensen toch vermalen worden. Pieter en Renske moesten jaren jagen om gerechtigheid voor hen op te eisen.)
Zelf vrees ik dat Maarten per ongeluk heel erg hoogmoedig is. Dat oude boek met een 35 eeuwenlange verwerking heb ik niet nodig, meende Maarten. We weten nu alles veel beter, meende hij.
Toch ben ik niet overtuigd.
Het is namelijk nogal riskant: een rechter, met leger en politie, oefent gezag over een ander mens uit. Waar haalt de rechter en de politie, de minister dat vandaan? Juist deze formule is precies en uit deze opdracht af te leiden: gerechtigheid, gerechtigheid najagen. Het diepe gevoel voor gerechtigheid is uiteindelijk een geschenk van God. Najagen van recht is een opdracht van God, in ons hart gelegd. En in iedere tijd een actuele opdracht. Bijvoorbeeld recht voor vrouwen, kinderen, recht om slavernij terug te dringen, etc.  Hemelse gerechtigheid en aardse najagen, Geloven en zien, soms even .
Deze opdracht van Mozes maakt het sturen van onze centen naar Libanon heeeel zinvol!!!!

AMEN.

ZONDAG  16 augustus 2020

GELEZEN MATTHEUS 15:21-28

BESTE KIJKER,

Volgens Jezus is een kruimel brood, van de tafel gevallen, genoeg voor wie gelooft. Of moeten we het omdraaien: een gelovige zou wel aan een welvoorziene tafel willen zitten met brood en wijn, met heerlijke spijzen voor alle mensen, maar okay, als het kennelijk nog niet anders kan, dan maar is een kruimel van de grond als een begin een voorproefje..
In het verhaal zoekt een vrouw – haar voornaam wordt niet gegeven – de zegen van God, via de rondreizende Jezus. Jezus is in het huidige Libanon rondgetrokken. De vrouw zoekt hem op en roept ‘Erbarm u over mij’. Want mijn dochter is deerlijk bezeten. Wat de vrouw daarmee bedoelt weet ik niet, maar van bezetenheid kunnen ze in Libanon meepraten. Het is daar langzaam maar zeker volkomen bezeten geworden; met als pijnlijk slotstuk die verschrikkelijke ontploffing door zo n 3000 ton ammoniumnitraat, eigenlijk een kunstmest voor de landbouw, maar ook te gebruiken als explosief. Nog in 1960 was multireligieus en cultureel Libanon een vrolijk en welvarend land met nog meer diverse christelijke stromingen dan in Nederland! De James Bondfilm is in het toen bruisende Beiroet opgenomen.
Er is iets vreselijks misgegaan, te vergelijken met Irak, Iran of Syrie, een kwalijke bezetenheid is er gekomen. Vanmorgen kunnen we met deze vrouw uit Libanon de bezetenheid omschrijven als: afwezigheid van ontferming, erbarmen. Erbarmen, barmhartigheid doen is die evenwichtige gebalanceerde zorg die een opgroeiend kind van moeder en vader, van familie en school en maatschappij nodig heeft om enige heelheid in zichzelf te voelen. Barmhartigheid (Hebreeuws rechem) betekent letterlijk ‘baarmoeder’, en het meervoud rachamim = barmhartigheden’. Iedere zondag is de liturgie: Kyrie-eleison, Heer ontferm U. De vrome moslim moet zelfs 5 keer per dag bidden: rachamanu ilahu: God is de barmhartige erbarmer. In Israel bidt men drie maal per dag: Genadig en barmhartig is de HEER, zie ons liedboek  NLB 329.
Bezetenheid kan er gekomen, demonie, als barmhartigheden ontbreken. Nasrallah van Libanon wilde met deze 3000 ton ammoniumnitraat de Joden van Haifa te vernietigen, zo zei hij op teevee in 2018. Dan is de bede om erbarmen een holle frase geworden. Vrouwen in Libanon wijzen daarop.
Een kruimeltje barmhartigheid zou het begin kunnen zijn van heling, meent de moeder in het verhaal die Jezus aanroept. Barmhartigheden kunnen genezen.
In de baarmoeder en daarna: niet verwennen, niet verwaarlozen, passende zorg; wel corrigeren en wel grenzen aangeven, niet kwetsen; wel warmte en liefde geven maar niet overbezorgd en angstig omklemmen. Mogen zeggen wat je denkt en voelt. Aanvaarden wie je bent, streven naar verheffing. Onze ouders hebben hun best gedaan, maar ook kunnen we zelf het stokje overnemen en zelf de opdracht op ons nemen – op 12 juli deden we dat hier in de kerk met Froukje en met Roelina – om te helen, om ontferming en erbarmen te integreren’ : Heer God, ontferm U over ons!
Deze moeder van een bezeten dochter komt naar Jezus, noemt hem zoon van David: is bij deze rabbi misschien barmhartigheid te vinden? Maar hij weert af; eerst via zijn leerlingen; dan zelf. Met de woorden: ik werk in Israel en diens schaapkens. Dat is al lastig genoeg! Een israeliet was na een schipbreuk op een onbewoond eiland beland. Na 5 jaar werd hij gevonden. Hij liet zijn redders het eiland zien, hij had zelfs twee kleine synagoge’s gebouwd om te bidden om Gods erbarmen. “Waarom 2?” vroegen zijn redders? Naar deze ga ik, naar die andere ga ik beslist niet!  Zo ‘hardnekkig kan een zoon van Israel zijn!
En opnieuw roept de vrouw uit Libanon: help me met erbarmen, Jezus! Wij zijn volkomen bezeten, hier in libanon. De bezetenheid van Libanon staat in Ezechiel beschreven: lees de hoofdstukken 27-29.
Tyrus, Sidon, Beiroet, steeds bouwen ze een fantastische havenstad, met zeevaart en handel!
Handel is fantastisch, maar niet hetzelfde als erbarmen.
Erbarmen, zegt Jezus, is als een tafel met brood en wijn en gesprek. Mensen uitnodigen en dankbaarheid uitspreken: fijn dat je komt, dat je meedoet met het gesprek, Zo is God tegenwoordig en aanwezig, Zo ervaren wij zijn zorg en liefde. Het is een keuze kennelijk. Of de zegen van God, of de bezetenheid.
Door deze vrouw delen wij in de zegen van Israel; al is het slechts nog een kruimel van die tafel, dan delen we al in de zegen van het erbarmen.
Wat is onze bezetenheid in het westen? Wellicht durven toegeven dat niet alles is redelijk en rationeel is en in geld en economische groei te vatten, in modellen te gieten, met techniek op te lossen, verstandig en redelijk.
In alles speelt een morele vraag, die diep uit het hart komt: geloof in zegen van de ene stem, van God die barmhartigheden kan schenken.
Een kruimel ervan is begin van hoop op genezing van bezetenheid!

Amen.

ZONDAG  12 juli 2020

OVERSTAPPEN VAN FROUKJE EN ROELINA VAN DE BASISSCHOOL NAAR DE MIDDELBARE SCHOOL.

Gelezen Mattheus 14: 44-52

Beste kijker,

Afscheid nemen van de basisschool en opnieuw beginnen op een middelbare school, is vaak een intensief en soms spannend proces. Vanmorgen staan we met jullie stil bij deze overstap:
Tiemen gaat naar de vrije school in Groningen, Roelina naar het Liudger te Drachten en Froukje eveneens naar het Liudger in Drachten.
Jullie hebben de bekende en soms beruchte berekeningen van de CITO toetsen ontvangen; de tweede test van een ander test buro is dit jaar vervallen. Het advies van de school; er zijn de feestjes en tot slot vooral de Musical van groep 8. Weken hebben jullie thuis moeten zitten, want door de Corona moest de school dicht. En wij als kerkelijke gemeente volgen met deze zondag 12 juli; (aanvankelijk wilden we op 21 juni met jullie de overstap vieren met avondmaal en maaltijd; maar de Corona gooide roet in het eten….).

In een reeks korte verhaaltjes – gelijkenissen –verstopt Jezus een boodschap. Die boodschap is er moeilijk uit te halen. Het blijkt dat ieder mens er zelf wat kan uithalen. Dat is kennelijk de bedoeling van Jezus. Je kan een ander mens direct op iets wijzen, maar vaak werkt het averechts. Je moet… zeggen we dan. Met een gelijkenis laat je een ander het zelf ontdekken.

Bijvoorbeeld de schat die verstopt zit in een stuk grond. Gaat het om zoeken en vinden? Gaat het om de vreugde? Opeens vindt de vinder een stuk grond met een verborgen schat en is heel blij. Nog niet zolang geleden vond een zoeker met een metaaldetector een enorme schat munten, vlak bij Dirksland, op het eiland Flakkee! De vraag is wat jullie of ik willen vinden?

In het tweede verhaaltje verkoopt iemand al zijn bezit om de ene parel te kopen. Gaat het om helemaal gaan voor iets? Alles verkopen om die ene parel te kunnen kopen? Een topsporter bijvoorbeeld? Een monnik die de hemel wil zien?

Wist je dat er miljoenen kinderen zijn van jullie leeftijd (11-13 jaar!) die alles achter laten op zoek naar een nieuw stukje land? Vaak worden ze door hun familie gestuurd, ze gaan met wat geld op pad naar Europa, naar Nederland. Ze geloven dat hier een schat in de grond zit. Daar waar ze vandaan komen, is er vooral hopeloosheid, uitzichtloosheid; scholen zijn niet goed, de regering kan niet veel, er is veel diefstal van elkaar, er is geen werk, geen ruimte en vrijheid. Dus gaan ze op reis, wel 70 miljoen kinderen per jaar!
Gelukkig hoeven jullie niet met groot gevaar op reis te gaan naar een ander land. Wat zou voor jullie de verborgen schat zijn? De parel?

Laatst was de kilo in het nieuws. De enige echte kilo wordt bewaard in Parijs. Waarom? De kilo was geen kilo meer, de kilo was enkele nanogrammen lichter geworden… Dat was schrikken! Die ene kilo is het begin van alle maten en gewichten, van handel, wetenschap, van wereldwijde samenwerking. Stel dat de kilo geen kilo meer is, en je koopt een kilo aardappelen in de Poiesz hier in Bakkeveen, maar is het wel een kilo? Dan wordt alles onzeker, tot aan je diploma aan toe!
Bij nader onderzoek bleek dat de wekelijkse afstoffing de oorzaak was van het verdwijnen van enkele nanogrammen! In het vervolg moet de schoonmaker blazen, niet stoffen!

Weet je, de Bijbel is onze kilo. God spreekt in de harten van mensen, zoals Abraham en Sarah, zoals Mozes en Jezus. Ja, en ook in jouw hart, in ons hart. Je voelt zijn stem in je buik. En wat je voelt, kan je checken aan de verhalen in de Bijbel. Je weet ten diepste heel zeker dat jouw leven een heilig geschenk is van God. Zoals een verborgen schat: dat noemen we kind van God zijn.

  1. Je bent een Parel: weet dat die stem van God van binnen het meest waardevol is: weet dat je van waarde bent, weet dat je een parel bent, een parel in Gods hand. Alleen de grootste dwaas zou zijn arm verkopen voor 10 miljoen euro; of een oog.
  2. Je leven duurt niet eindeloos. Tegelijk geloven we in ‘opstanding’ vanuit het verbond.
  3. Je leven is geen herhaling van het leven van je ouders. Je zal oude en nieuwe dingen maken en ervaren! Leven hoeft geen herhaling te zijn, maar je kan met wat je ontvangt aan oude waarden goede nieuwe ervaringen voortbrengen. Vgl. muziek.

Zelf dacht ik terug aan mijn overstap. En noem ik nu vier waardevolle lessen voor mezelf. Dankbaar voor elke nieuwe morgen wakker worden. 2 en 3 is vergeving vragen en schenken. 4. Aan de mensen die je dierbaar zijn ‘ik hou van je’ zeggen.

AMEN.

ZONDAG  5 juli 2020

Gelezen Mattheus 20: 1-16

BESTE KIJKER

De gelijkenis van de werkers in de wijngaard neemt onze boosheid over onrecht als uitgangspunt. Er zijn mensen die de hele dag in de hitte hard werken voor de wijngaard. En er zijn mensen die te elfder ure komen en twee uur werken. Maar de eigenaar van de wijngaard geeft alle werkers aan het einde van de dag hetzelfde loon. Allen een dagloon. Dat voelt oneerlijk aan. Bijna hetzelfde gebeurde deze week in Nederland. Een directrice van een verpleeghuis was op teevee. Zij had 50 medewerkers en mocht 25 keer 1000 euro uitdelen aan de verpleegkundigen. Doe ik niet, zei ze. Dat is oneerlijk, of iedereen hetzelfde bedrag, of niets.

Op dit moment speelt een fel debat in de maatschappij en in de westerse wereld over discriminatie. Adjietz Bakas (van Surinaamse komaf) merkte scherp op: wel willen voetballen in Qatar, een land met verschrikkelijke slavernij, maar niet willen praten met voetbaljournalist Derksen is ongelooflijk schijnheilig… Anderen merken scherp op: discriminatie van zwarte en bruine Nederlanders steeds maar weer is uiterst pijnlijk en frustrerend! De slavernij wegredeneren als was het lang geleden is onrechtvaardig…

Want onrecht kan ons mensen diep raken en kan lang pijn doen.

En nog pijnlijker voor onze gemeente was deze week het bericht dat de kleinzoon van Joeke en Rimie de Jong op 36 jarige leeftijd plotseling uit het leven was weggerukt door een verkeersongeval. Verbijsterend.. De een mag de hele dag op aarde leven, mag een hoge leeftijd bereiken en veel moois mee maken; de ander wordt midden in het leven weggerukt: ons rechtvaardigheidsgevoel vindt dit heel oneerlijk, heel onbegrijpelijk… een goed en vriendelijk mens overlijdt plotseling en soms een halve crimineel leeft lang en gezond. Opnieuw: ons rechtvaardigheidsgevoel kan om deze dingen heel verdrietig en heel boos worden…

Het lied van Fedde Schurer over de wijngaard spreekt van arbeid en lean. Is er een beloning voor ons mensen en hoe dan? Jezus en Paulus spreken over zeker in verschillende vormen over beloning. Bijvoorbeeld Jezus spreekt over geld geven aan de diakonie; Laat uw linkerhand niet weten wat uw rechterhand doet; geef geld aan het goede doel in het verborgene (het ponkje!), dan zal uw loon in het openbaar zijn (Mattheus 6: 1-4)

Paulus (Romeinen 2:6) meent : God zal ieder mens eerlijk vergelden naar zijn werken.

Sinds Abraham en Mozes, sinds Jezus en Paulus wordt geloofd in verschillende bewoordingen: ja God zal recht doen aan de levenden en de doden… Toch is er eerlijke balans van winst en verlies, al overzien wij die niet. Leef echter vanuit de overtuiging dat er zo’n eerlijk balans zal zijn. Geloof erin en handel ernaar. Dan zal je zelfs soms die balans in werking zien.

Maar vraag me niet precies hoe het zit. Met de gelijkenis wil Jezus wil ons troosten en bemoedigen.

De een kan slechts kort leven en werken en meedoen, dan ander krijgt de mogelijkheid 80 of 90 jaar mee te doen in dit leven: alles begint met erkenning dat leven een gunst is, een wonderlijk geschenk.

Anderzijds zit in de gelijkenis een indringende waarschuwing.  Werkers op aarde in de wijngaard, pas op dat je oog niet boos, niet kwaad wordt. Een boos oog is een uitdrukking geworden. Bijna ongemerkt kan het boze oog ontstaan, omdat in ons hart boosheid en woede broeit over onrecht. De boosheid is vaak terecht, want die woede is ontstaan over pijnlijke ervaringen van onrecht, met verdriet en boosheid om een ervaren onrecht: slavernij, racisme, achterstelling, verdrukking of misstanden. Jezus geeft ons een belangrijk advies. Dit gevoel moet omgezet worden in het najagen van recht. Dit gevoel moet niet een boos oog worden, zodat wij mensen al op voorhand indelen in absoluut goed en absoluut kwaad. Dan maken we onszelf tot een godheid die alles op voorhand al weet wie rechtvaardig is en wie niet. En iedereen mag beoordelen.

(De afbeelding van het goede oog is twee handen op elkaar met een ‘goed ‘ oog in de handpalm, zodat twee duimen aan beide zijden zichtbaar zijn.)

Het lied van Fedde Schurer waarschuwt ons: ‘tinkst dysels bij de allerbesten…? Dan misleiden we onszelf.  Alle lean is genade zingt het lied. We mochten mee doen in de wijngaard, op onze eigen manier. Daarin ligt al genoeg genade en loon besloten. Dan leven we met een goed oog, kunnen we blijdschap vinden.

Amen.

“Arbeid en lean”
tekst: Fedde Schurer nei Mattheus 20: 1-12

Lit gjin wrok dyn hert biroere
kom, bisykje ’t to ferstean
wurkers fan ‘e lêste ûre
barre hjir ’t folsleine lean.

Oare rigels, oare wetten
jilde yn Gods keninkryk
sjoch, de ieren en de letten
foar de Hear bin hja allyk.

Tinkst dysels by de alderbêsten?
droechst de gleonens fan ‘e dei?
Hjir binn’ de earsten faek de lêsten –
wês mar bliid en tankje mei.

Hwant dat Gods barmhertichheden
einleas binne oer al syn bern
dat is dochs gjin rjochte reden
om sa lilk en stoertsk to sjen?

Dan allinne wurdt it better
en dyn hert fan frede wis
ast forstiest, dat nou en letter
alle lean genede is.

ZONDAG  28 juni 2020

Gelezen Numeri 17: 1-9.

Beste kijker,

12 stokken werden ‘s avonds in de tent van God gelegd, naar het getal van de 12 stammen van het volk Israël. In de ochtend had een stam een knop, bloesem, en vervolgens een amandel van God gekregen: de stam Levi, dat is de stam van Aaron.

De amandelbloesem is mooi roze en bloeit al vroeg in het jaar, als het nog winter is. De amandelnoot heeft een eigen bitterzoete smaak. Amandelroomboterspijs vind ik bijvoorbeeld erg lekker.

Dit wonder van het bloemstuk voor de stam Levi – van Aaron – is het slotstuk van een even pijnlijke als verbeten strijd om de macht en de prestigieuze baantjes. Bijvoorbeeld de baan hogepriester. De hogepriester ontvangt een prachtige hoed, mantel en nog 6 kledingstukken, waaronder de Urim en Tummim. Soms staken de stemmen en werd per lot – de Urim en Tummim – een besluit genomen. Iedere dag in de tempel had Aaron de opdracht om de mooie kandelaar te ontsteken: de belofte van Gods licht en Gods zegen in deze wereld!

Aaron was de eerste hogepriester, aangewezen door zijn eigen broer Mozes. Ene Korach – ook lid van de stam Levi – komt in verzet. Hij beschuldigt Mozes: dit is Vriendjespolitiek! Aaron je broer geef je wel deze baan en een ander niet? Korach meent: (Numeri 16: 3) ‘waarom handel je zo arrogant? Alle mensen zijn even heilig; waarom verhef jij je boven de anderen…?). Ieder mens is gelijk, ieder mens is even heilig; je behoort niet een familie te bevoordelen! De ene heiliger dan de ander? Onzin. Korach had natuurlijk zelf die hogepriester willen zijn, a.h.w. dichtbij die zegen! Luister naar al te boze en emotionele beschuldigingen van mensen, dan weet je wat ze zelf graag willen hebben. In ons land kunnen deze boze stemmen via verkiezingen een stem krijgen in de tweede kamer. Dat is goed. Ouderenpartij, nieuwkomers, liberale mannen; Vreedzame strijd om invloed en macht.

Er waren wel echte vragen. Gewoonlijk vervulde de eerstgeboren zoon in de stam een priesterlijke of koninklijke rol. Type Willem Alexander. (Die rol moest worden vervuld door de stam van Ruben). Nu opeens bij Mozes neemt de derde zoon, dat is de stam Levi de leiding, al mogen de Levieten geen onroerend bezit hebben. En de Levieten mochten geen paleis bezitten en geen koningschap begeren.

Aaron was symbool van verbinding: uit het heilige en uit het heilige der heilige klinke de opdracht: laat liefde en recht, waarheid en vergeving eenheid brengen tussen de mensen…

In werkelijkheid ontstaan er altijd weer verschillen, facties, stromingen, richtingen ook binnen de meest orthodoxe stromingen of religies… Wat brengt eenheid tussen die verschillen?

In de praktijk van de samenleving zorgen 3 factoren voor samenwerking en verbinding, zij het vaak tijdelijk.

  1. Werk, geld, business, voedsel en welvaart brengen mensen tot samenwerking. Als de sinterklaasverkopen stijgen met een groene en oranje Pieten, kan verandering snel gaan.
  2. Een gevaarlijke en levensbedreigende ziekte kan verenigen. Dat zagen we met de Corona, in maart. Nagenoeg de hele kamer en alle delen van de bevolking waren bereid alles op alles te zetten om levensgevaar af te wenden. Elkaar steunen, met elkaar huilen, en afzien, en hopelijk resultaat behalen.
  3. Ik zal nooit vergeten in 1970 in Rotterdam. Feijenoord won in dat jaar de Eurapcup. Wat een verbinding! De havenbaron en de havenarbeider, de tatoo-zeeman en de dure advocaat, de netwerkende zakenman en de winkelier, jong en oud of ertussenin: man en vrouw: er was even een moment van verbinding en van eenheid in de vreugde. Zo ook won Oranje de voetbalcup van Europa in 1988 en bracht een golf van enthousiasme teweeg.

Deze momenten vervliegen weer. En nieuwe tegenstellingen kunnen zo weer strijd geven. Bittere strijd.

Zou het verhaal en de boodschap van Mozes en Jezus ooit die eenheid kunnen schenken? Verbinding en vrede stichten? Liefde laten stromen uit Gods zegen? In Christus naam? (Sommigen zeggen mij: religie brengt vooral oorlog, zie je dat niet?)..

Laten we Korach het voordeel van de twijfel geven: iedereen is gelijk en heilig voor God. De hele mensenwereld is bestemd voor Gods heilige liefde… Dus kan hij Korach ook een hogepriester zijn, evenals u en ik. Korach wilde alvast de liefde van God ervaren in het Heilige der Heilige , de liefde die vrede zal brengen in de wereld. Maar het Bijbelverhaal onthult dat de eigen persoonlijke ambitie en eerzucht van Korach de belangrijkste drijfveer was. Niet de liefde. Aaron werd niet gedreven door eerzucht, hij had al als oudste zoon zijn jongere broer Mozes de leiding laten nemen.

De kinderen van Korach werden gered (Numeri 26:11). Deze kinderen van Korach worden ‘singer-song’ schrijvers van een aantal liederen. Bijvoorbeeld Psalm 48: 10-11. Daar zingen zij: ‘wij beelden ons in dat uw liefde en trouw vooral al in het hart van de tempel is. Neen, uw naam, uw lof is tot aan de einden der aarde. Zij doen een ontdekking. Dat betekent dat ieder mens, midden in de grote oceaan, of op Ameland, in Rome of Jeruzalem, hier of elders, – die zijn best doet, en – zoals Jezus zegt – een beker koel water deelt met een dorstige wandelaar in Zijn naam, Gods liefde voelt!

De familie van Aaron mag de zegen uitspreken, maar iedereen kan die zegen overal ervaren, in daden van liefde. En de kinderen van Korach zingen daarover.

Amen

ZONDAG  21 juni 2020

VIERING HEILIG AVONDMAAL

Gelezen uit de Bijbel Jozua 5: 11 ‘en ze aten daags na de Paasmaaltijd ongezuurde broden en geroost koren, want het hemelbrood (manna) was opgehouden’.

Beste kijker,

Jozua vertelt van een verandering in eten: van een dagelijkse portie hemelbrood (manna = letterlijk ’wat is dat?) in de woestijn, naar het oogsten van tarwe en koren en verwerken tot een brood. Met Pasen bereidde men de platte broden: ongedesemd brood. Daarna werd ook geroost koren gegeten. Het verzamelen van het dagelijkse manna tijdens de woestijnreis kon naar behoefte. De een deed de voordeur open, verzamelde wat manna in zijn beker, en klaar. Die had de hele dag voor zichzelf, om van alles te ontdekken en te doen. De ander dacht meer nodig te hebben, die verzamelde wel twee of drie bekers, was een halve dag kwijt, kon vervolgens wat uitrusten en had maar een paar uur over voor andere dingen. Een derde vreesde tekort te komen, wilde altijd meer; die was de hele dag aan het verzamelen, had nergens anders tijd voor, kwam moe thuis. Die persoon kon het verzamelde opeten; vervolgens kon die persoon bij wijze van spreken vermoeid en slaperig wat zappen en dan naar bed. Zo was manna spiritueel eten: direct was zichtbaar wat de waarden in je leven zijn, hoe je tot keuzes komt. Het ene uiterste toont een angstig ik – het andere uiterste toont een mens met dankbaarheid en verwondering.

Hoe wordt spiritualiteit zichtbaar als het manna, het hemelbrood niet meer te vinden is iedere dag? Trekt spiritualiteit zich dan terug in een klooster? In een kerkdienst op zondagmorgen.? Als mensen een vaste woonplaats hebben waar tarwe en koren moeten worden geoogst met hard werken, verdwijnen spirituele ervaringen dan naar de rand, als een sluitstuk?

Symbool van het verdwijnen van het manna en het spirituele bestaan is de ploeg: met de ploeg kan je de aarde open scheuren, met rund of paard ervoor, later met de trekker; de techniek gaat verder: na de ploeg, de bijl, zaag machines, computer, robot en AI: de ons omringende natuur wordt binnenste buiten gekeerd, uiteindelijk voor voedsel, voor geld en welvaart. Kan dat wel?

En nu leven 7 miljard mensen op onze aarde die willen allemaal schoon water, wonen en voldoende voedsel, de hele dag stroom uit het stopcontact, liefst een slokje wijn: symbool voor levensvreugde! Misschien zelfs wel wat reizen… Hoe kan dat? Nooit niet! Roepen velen.

Hoe kan deze aarde dat allemaal dragen? En hoe kan een mens zijn spirituele waarden ontwikkelen met de constante druk om bestaanszekerheid te verkrijgen? Ook in de tijd van de Bijbel is deze vraag gesteld; Mozes had 12 knappe koppen een toekomstplan laten maken: ga op onderzoek uit hoe het land, hoe deze goede aarde bewoonbaar is voor ons allemaal…Zo geschiede. En tien van de 12 hadden onderzoek gedaan: dat kan nooit! Daarbij: we vertrouwen elkaar niet! De ene mens kijkt op de andere mens neer als was die ander een sprinkhaan! (wit/ zwart, man/ vrouw, volken, naties, stammen). Slechts 2 onderzoekers – Jozua was er een van – hadden rond gekeken op aarde en hadden een goede boodschap verteld: jawel, deze aarde vloeit van melk en honing! Er is overvloed! En we hebben een goed verhaal, een evangelie, en de tora! De aarde is goed genoeg om met God op aarde en met het volk Israël en met alle volkeren en mensen te bewonen! Spiritueel en lichamelijk!

Nu is de vraag opnieuw actueel. Al die verschillende mensen, kunnen die wel samenleven? Het land en de zee met de natuur, het klimaat: kunnen die ons mensen wel aan? Nu komt ook nog de Corona erbij. We kunnen onderzoek doen, berekeningen maken, de computer erbij, maar uiteindelijk blijft de vraag: welk verhaal met welke boodschap vertel je? Wat is nu het juiste verhaal? Er zijn 2 richtingen mogelijk in het vertellen van een verhaal.

Laat ik als voorbeeld mijn eigen levensverhaal vertellen. Ook ik kan mijn levensverhaal vertellen, met 2 varianten. Het ene verhaal gaat over tegenslagen, fouten of teleurstellingen. Over toevalligheden en met het zekere levenslot van de eindigheid van mijn leven… De tweede variant vertelt van dankbaarheid voor het leven, van de mogelijkheid van vergeving schenken en ontvangen, van de ervaring van liefde. En bovenal het vertrouwen dat we gezegend zijn met eeuwige armen… De Heer is rechtvaardig in al zijn wegen.

Jozua vertelt het verhaal heel eenvoudig en heel kort. Hij had zijn eigen gelijk breedsprakig kunnen uitventen, maar dat doet hij niet. Kortweg vertelt hij : met manna zijn we 40 jaar door de woestijn getrokken, nu gaan we verder met ongedesemd brood en geroost koren. Ook met de vaste woonplaats en met de ploeg blijkt het blijkt Gods goede aarde te zijn, viert hij Pasen met brood en wijn, symbool voor de weg van bevrijding.

Zo mogen wij vanmorgen brood en wijn delen.

Lezen we de wonderbare spijziging van Mattheus 14: 15-21. Amen

ZONDAG  14 juni 2020

Protestantse Gemeente It Kenigsfjild te Ureterp/Bakkeveen

Zorgvuldig heb ik geprobeerd het te vermijden.
Dat overbekende groepsspel: ik ga op reis en ik neem mee….
Het is zo’n inkopper om een preek over deze evangelietekst daarmee te beginnen.
Tegelijk, toen ik het al geschrapt had, heb ik het toch weer tevoorschijn gehaald.
Het contrasteert mooi met wat de discipelen van Jezus worden geacht wel en vooral niet mee te nemen.
Waar wij doorgaans (te) veel meenemen voor onderweg – je weet maar nooit! – ontvangen de discipelen van Jezus de opdracht zo weinig mogelijk mee te nemen.
Hij wil dat ze de omgeving open tegemoet treden.
Bagage zou ballast zijn en de opdracht om het koninkrijk der hemelen te verkondigen, verhinderen.

Ik ga op reis en neem zo weinig mogelijk mee, geen wandelstok of extra paar kleren, geen gouden, zilveren of koperen munten, geen reistas en geen sandalen.
Niet alleen geeft Jezus de opdracht wat de discipelen moeten thuislaten, hij geeft ze wel iets anders mee.
Hij geeft de ene discipel aan de ander:

  • Simon en Andreas
  • Jakobus en Johannes
  • Filippus en Bartolomeüs
  • Tomas en Matteüs
  • Jakobus en Taddeüs
  • Simon en Judas Iskariot

Dit twaalftal, zesmaal twee, wordt er door Jezus op uit gezonden.
Discipelen (leerlingen of volgelingen) worden apostelen (uitgezondenen).
Leerlingen worden leiders.
Het gaat niet om hen, maar om de mensen die ze zullen ontmoeten.
Ze moeten de wereld intrekken om de bevrijdende boodschap te vertellen.
Door de wereld in te trekken, verbreedt het Koninkrijk van God zijn grenzen.
Het is als een mosterdzaadje, zo klein, maar als het opkomt, draagt het veel vrucht.

Maar, de apostelen kunnen dat niet alleen.
Ze doen het twee aan twee.
Ze mogen dan van leerlingen leiders worden, maar ze zijn geen dictators, geen eenhoofdig leiders, geen regelmannetjes, geen zetbazen; niets van dat alles.
Mochten ze al leider zijn, dan zijn ze het vooral samen.
In het gedeeld leiderschap zijn ze meer leerling dan leraar, maar herder dan leider.
Twee is ook het getal van getuigen.
Het getuigenis van één getuige volstaat niet.
Op basis van twee getuigen staat een boodschap vast.

Ze vormen duo’s van imperfecte mensen.
Ze hadden niet de Theologische Universiteit van Galilea doorlopen.
Ze waren geen Bekende Galileeërs.
Ze waren niet de winnaars van de ene of andere religieuze talentenshow.
Er viel van alles op ze aan te merken.
Toch koos Jezus ze uit voor de uitbreiding van het koninkrijk.
Hij vond ze goed genoeg.
Samen vormen ze elkaars tekorten aan.
Ze mogen van Hem open de wereld intrekken.
Open ook in die zin dat er nog heel wat aan ze geschaafd moet worden, maar dat het leven dat dan maar moet doen.
De ontmoetingen met mensen, succesvol of niet, vormen voor hen een slijpsteen.
Ze trekken met open handen de wereld in.
Zo gaan ze het leven tegemoet.
Zo zal het leven ze ook tegemoet treden.

Het is geen succesverhaal in die zin dat vanaf nu alles wel zal lukken.
Jezus kent de kille harten en harde hoofden van mensen.
Hij geeft ze de opdracht om huizen binnen te gaan met vrede, maar als ze die vrede niet willen ontvangen dat ze die vrede moeten laten terugkeren.
Ze krijgen te maken met desinteresse, onvriendelijkheid, weerstand, cynisme en agressie.
Niet iedereen zit op het bevrijdende nieuws van God te wachten.
Het kan zelfs zijn dat de discipelen niet worden ontvangen, niet eens binnen mogen komen in de huizen.

Ook het evangelie stuit op weerstanden.
Hoezeer het Koninkrijk van God de grenzen verruimd, er zijn altijd weer mensen die dat Koninkrijk terugdringen.
Ze hebben er geen boodschap aan.
Ze treden de wereld niet open tegemoet.
Ze sluiten zich af voor hun omgeving, omdat ze zichzelf centraal plaatsen.
Alle schijnwerpers moeten op hen, als het middelpunt van de wereld, schijnen.
Ze hebben niets van de openheid van de apostelen.
Hun bestaan is afgebakend: huisje, boompje, beestje.

Jezus vertelt de leerlingen hoe ze deze mensen moeten tegemoet treden.
Ze moeten ze niet blijven opzoeken, niet blijven overtuigen, maar loslaten.
Hij geeft daarvoor de opdracht: verlaat dan dat huis of die stad en schud het stof van je voeten.
Ook dat betekent het als de leerlingen de wereld en haar bewoners open tegemoet moeten treden.
Je kunt niet alles en iedereen bereiken.
Verspil geen energie.
Ga naar andere mensen die het wel waard zijn.
Er zijn er genoeg die voort- of opgejaagd zijn en afgemat.
Ze zijn, zegt Jezus, als schapen zonder herder.

Dat beeld was herkenbaar voor de discipelen met al die kuddes om hen heen.
Schapen zijn groepsdieren.
Bij schapen hoort een herder.
Zoals een schoolklas een juf, meester, coach of praktijkbegeleider nodig heeft.
Zoals zieke mensen een huisarts, een fysiotherapeut of een chirurg behoeven.
Mensen zijn zelfredzaam, kunnen meer dan ze denken, maar soms lukt het even niet.
Ze voelen zich eenzaam, verlaten en in de steek gelaten.
Als je niet meer weet welke kant je met het leven uit moet of niet begrijpt waarom het leven met jou die en niet een andere weg in gaat, wat kun je dan behoefte hebben aan leiding, een leider, advies, een adviseur.
Je bent dan als het ware als een verdwaald schaap dat behoefte heeft aan de kudde en niet minder aan de herder.

Jezus wil dat de discipelen zijn werkgebied helpen vergroten en dat de mensen die opgejaagd worden, vermoeid zijn en belast, mogen horen dat er goed nieuws is: het Koninkrijk der hemelen is nabij.
Dat is het rijk van Gods vrede, van recht en barmhartigheid.
Dit rijk is niet veraf, maar nabij, zegt Jezus via zijn leerlingen.
Hij zegt dat omdat Hij met ontferming is bewogen over mensen.
Deze woorden hebben een ongekende lading.
Het geeft een heftige gemoedstoestand aan.
Zo begaan is Jezus met de mensen die te neergeslagen zijn, de moed dreigen of hebben opgegeven, die steeds in de hoeken zitten waar de klappen vallen, die lichamelijk en/of geestelijk op zijn en alle hoop hebben verloren dat het ooit nog goed komt.
Als Jezus zo begaan is met mensen, dan verlangt Hij dat ook van zijn apostelen.
Ze moeten zich niet de wereld in laten sturen, omdat Hij het zegt, omdat er een gebod nageleefd moet worden of uit blinde gehoorzaamheid aan de leider.
Al gaande mogen ze zich die ontferming van Jezus eigen maken.
Dat gaat met vallen en opstaan.

Zoals gezegd, de apostelen waren verre van perfect.
Ze bleven fouten maken, maar ze waren wel geroepen en Jezus vertrouwde hen de taak toe van leren, verkondigen en genezen.
Voor het woord ‘genezen’ staat er in de grondtekst een woord waarin we het ons bekende woord ‘therapie’ herkennen.
Therapie is geen moment, geen wondermiddel, maar vergt een proces.
Van leerlingen worden ze zelf leraar, maar tegelijk blijven ze leerling.
Door schade en schande leren ze ook met ontferming bewogen te zijn over mensen die niet meetellen, niet gehoord en niet gezien worden.
Dat het er niet weinigen zijn, laat Jezus duidelijk weten: de oogst is groot.
Zoveel mensen zijn op zoek en kunnen het niet vinden.
Of ze zijn allang gestopt met zoeken naar de zin van het leven.
Dat is het probleem niet.
Waar het klemt, is dat er weinig arbeiders zijn.
Dat laat onverlet dat de boodschap krachtig is: het koninkrijk der hemelen is nabij.
Dat mochten de apostelen prediken, leren en die genezende woorden uitspreken en tonen.

Die boodschap klinkt ook vandaag, zoveel jaren later.
Ook in deze tijd zijn er velen die op zoek zijn, maar ze kunnen het niet vinden, zijn het kwijtgeraakt waar ze naar op zoek waren of hoopten te vinden.
Ze geloven er niet meer in dat er recht, gerechtigheid en vrede bestaat, ze zijn zo cynisch en afgestompt geworden dat ze leven voorbij alle hoop en moed.
Mensen voelen zich soms uit het lood geslagen door het coronavirus, een ziekte die gewoon doorgaat of opkomt, het verlies van werk of een dierbare.
Ze geloven wel dat Jezus mooie woorden uitsprak en ook voorleefde.
Maar of en hoe dat geldt voor vandaag?
Het koninkrijk lijkt verder weg dan ooit, als het ons nog iets zegt.
Het coronavirus houdt ons meer in de greep, de miskenning om kolonialisme en slavernij, de afwijzing van discriminatie, de vernedering van het racisme.
In de voorbije week werden in diverse landen (stand)beelden die herinneren aan het slavernijverleden en kolonialisme omver gehaald, beschadigd en/of besmeurd.
De pijn van generaties zit diep.
Mensen willen gehoord worden.
Ze zoeken recht buiten en vrede binnen.
Ze krijgen het niet.
De tragische, onnodige dood van Georg Floyd heeft heel wat losgemaakt.
De man die actief was in christelijk vrijwilligerswerk is een pijnlijke, maar geen stille dood gestorven.
Wereldwijd uiten mensen hun wanhoop en protesteren.
Ze bidden mee: Heer, wees ook met ontferming bewogen over mensen die lijden aan discriminatie en racisme.
Ze bidden voor mensen die tweederangsburger worden gemaakt.
Heer, wees ook met ontferming bewogen over mensen die op zoek zijn, opgejaagd en vermoeid, lamgeslagen, opgebrand net als Galileeërs zo lang geleden.
Heer, ontferm U.

Mensen zijn zelfredzamer dan ooit.
Tegelijk blijkt ook door het coronavirus heen dat we als mensen meer sociale wezens zijn dan we denken.
En ook, dat het niet altijd en overal lukt om zelfredzaam te zijn.
We hebben een oriëntatiepunt nodig in ons leven, een doel om voor te leven, mensen om ons heen die meer dan de moeite waard zijn.
Mensen die ons misschien meer nodig hebben dan dat wij denken dat wij mensen nodig hebben.
Dat besef haalt ons uit ons egocentrisme die afbrekend is, niet opbouwend, niet heilzaam en niet helend.
De woorden van Jezus, de trektocht van de discipelen, hun voorleven van het Koninkrijk zijn dat wel.

Ik ga op reis en ik neem mee.
Nee, herstel: ik ga op reis en ik breng …

ZONDAG  7 juni 2020

Ruth 2: 1-20 en Mattheus 28: 16-20

Beste kijker,

De afgelopen week kwamen we langzaam maar zeker uit de lock-down, ingesteld door de corona-crisis. Anderzijds is de westerse wereld nu opgeschrikt door protesten, soms ook schrikwekkende rellen en plunderingen, door het opvlammen van de sluimerende veenbrand van discriminatie en racisme; na de gewelddadige dood van de George Floyd onder de knie van een witte (blanke) politieman Derek Chauvin en drie onverschillige politiemensen. In Nederland gaan de protesten ook door, zodat nu drie spanningen door elkaar lopen: het corona-virus, massaal protest tegen racisme en financiele zorgen bij sommige bedrijfstakken. Nu eist het protest tegen racisme even alle aandacht op. Het verhaal van Ruth 2 verwijst eveneens naar spanningen tussen stammen en groepen mensen.

De westerse wereld kent als belangrijkste waarde, afgeleid van ons Bijbels geloof dat ieder mens gelijke behandeling voor de wet mag verwachten, voor Gods aangezicht. Deze waarde is nog altijd actueel.

En ook de stad waar George stierf onder de politieknie, kent al vele jaren een progressief bestuur met uitgebreide programma’s tegen discriminatie en racisme in alle overheidsdiensten. En dan toch zijn trieste dood…  Georg Floyd probeerde zijn leven weer op orde te krijgen na 5 jaar gevangenis, nog met drugsverslaving tobbend, vals geld in zijn handen; Derek was met een Aziatische vrouw gehuwd en toch deze daad…een oude vete misschien? Half racist?  Beiden kenden elkaar hadden gewerkt in hetzelfde muziek-kaffee, Het kaffee is onlangs door de plunderaars geplunderd en in de as gelegd…

Vele goede bedoelingen zijn er, programma’s en wetten om discriminatie te bestrijden, maar de vraag blijft: wat gebeurt er? Wat zien we over het hoofd?

Vanmorgen wil ik wijzen op de bijzondere aanpak van Ruth. Ruth is een afstammeling van de stam Moab, die belandt met haar schoonmoeder in Bethlehem, van de stam Juda. Ruth, de Moabitische, een arme weduwe en een ‘huwbare’ vrouw, is nakomeling van Lot, een echte vreemdelinge in Juda, met Naomi van Bethlehem, die afstamt van Juda en Tamar, van Abraham! Daarmee zijn Ruth en Naomi dragers van een oude en pijnlijke mislukking.

Abraham – voorvader van Naomi – heeft het eerste sociale programma laten zien, kennelijk geïnspireerd door de ene God van hemelen en aarde -, uitgeprobeerd op zijn neef Lot. Abraham ontfermt zich, neemt Lot in huis, leert hem, coacht, traint hem. Lot ontwikkelt zich: hij gaat ook geiten houden, melk en kaas en vlees verhandelen, huiden en wol, boekhouden leren, personeel in dienst nemen: hij krijgt bezit en status! Toch zijn er ook meer en meer spanningen en ruzie. Lot stelt een deling voor. Zelfs als Abraham Lot moet redden in de nood, blijft er een ijskoude vrede, doordat Abraham niets aanneemt. Want Lot voelt zich toch altijd de nummer 2 bij Abraham. Maar in Sodom wordt Lot de top. Daar in Sodom geldt de wet: opkomen voor jezelf, jezelf ontwikkelen, zelfstandig worden; leren doelen stellen, sparen, investeren! Dat hele idee van sterke schouders – of een almachtige alwijze staat en de rest van de mensen is dom, het helpen van zwakkelingen, van zielige mensen door enkele sterke leiders wekt alleen maar boosheid, rancune en onbehagen. Die neerbuigende houding van medelijden versterkt alleen maar rancune, boosheid , geweld! De kloof Lot-Abraham is ook ontstaan door de mislukking van solidariteit. In de oren van Lot en familie klinkt bijvoorbeeld het gebed van Abraham (Genesis 18) zo irritant neerbuigend: misschien zijn er in Sodom een paar goede mensen, de rest is slecht en dom of zielig, zwak, verslaafd. Lot en zijn twee dochters plegen nog liever incest dan op hangepootjes hulp gaan vragen bij Abraham: dat voelt zo vernederend… (Zie ook de geschriften van F. Nietsche, of de uit de Sovjet-Unie gevluchte Ayn Rand: The Fountainhead.)

Ruth is nakomeling van Lot; de stam Moab is ook drager van de ideologie van Moab: hulp geven of vragen is vernederend!

Nu zijn de dragers van de oude trauma’s bij elkaar : Ruth en Naomi. Ruth een unieke aanpak als zij bij de Juda is.

Zij, de Moabitische, een arme weduwe heeft een brood gebakken van de aren van de diaconie van de bijstandswet van de voedselbank van Boaz.

Wat deed je, Rut? Vraagt Naomi.

Ruth: Ik heb het geregeld met hem Boaz.

Naomi antwoordt: wauw, God kan nog immer solidariteit bewerken aan levende en doden!

Chesed: moeilijk te vertalen. Het betekent zoveel: trouw, caritas, diaconie, mededogen, aalmoezen.. Ruth overbrugt kennelijk een aloude kloof sinds Abraham en Lot. Hoe?

Ruth erkent de werkelijkheid. 1. Ja, ik ben Ruth uit Moab en uit Lot, bij Sodom afkomstig. (NB bij ons in de stam hebben we nog liever incest dan oom Abraham onder ogen komen en vragen om hulp). Een verarmde jonge weduwe, en ook nog zo heel erg vreemdeling met rare kleding, huidskleur of kookluchtjes, zo ANDERS… Dat ben ik in de ogen van de Judeeërs.

Dan volgt die unieke inbreng van Ruth: ik heb gedaan en gehandeld met hem, met Boaz. Zij zegt niet: De rijke boer heeft mij geholpen, een sociaal programma opgezet voor mij zielige buitenlandse, mij voordeeltjes toegespeeld. Boaz krijgt nu de prijs voor de barmhartige Samaritaan van het jaar. Ruth keert het heel zelfbewust om: ik heb iets voor hem gedaan en met hem bewerkt! Wat dan? Door die korrels uit de garven, dit brood, heb ik hem vreugde verschaft, plezier, gein. Ik gaf hem de gelegenheid om aan mij te geven: goed van mij, he! Naomi ziet wat een ontdekking Ruth doet! Welk een genezing van een oude frustratie zij bewerkt. Gods trouw tussen mensen wordt weer mogelijk! Chesed krijgt gestalte zonder die meelijwekkende neerbuigendheid van sterke schouder en de zielige zwakkeling. Ruth heeft een opening gevonden in de doodlopende weg van Abraham en Lot. Naastenliefde tussen de rijke boer man en een arme weduwe is mogelijk in een gelijkwaardige beweging van gelegenheid geven om voedsel te geven, te ontvangen, te delen en zo vreugde – gein – te vinden in het leven door de tora uit te voeren (Leviticus 19 en 23, de opdracht aren te lezen)!

Jezus zal in zijn laatste preek ook zoiets zeggen: ik zal je bevrijden uit de hel als je mij (een naakte bijvoorbeeld) kleding verschaft: je ervaart dan hemelse vreugde. (Mattheus 25). Dus wel een mooie oogst hebben en alleen het ik of de eigen groep om mee eten, is de hel op aarde.

Later zal Boaz zeggen: Ruth, wat ben je een sterke vrouw…! Er is helemaal niets zieligs aan jou.

Ruth herstelt zo de mislukking van Abraham en Lot – erkennen Naomi en Boaz. Zo is zij de voormoeder van David en Jezus geworden.

Jezus heeft een grote opdracht voor de wereld, tot in de uithoeken (Mattheus 28). Stammen, partijen, kleuren, rangen, standen, kasten, rechtsen en linksen, talen, naties: voor alle mensen is er de opdracht tot chesed gestalte geven. Jezus gebruikt de term ‘alle volmacht’. Concreet laat de houding van Ruth zien hoe trouw tussen mensen mogelijk is. Doop jezelf – aanvaard jezelf en belijd: ik doe mee, ik zoek en vind gein in Gods opdracht tot chesed.

Over 2 weken leggen we hier brood en wijn neer.
Deze wereld kent nog op veel plekken de spanning van Abram en Lot.
Aan ons is de ‘volmacht ‘ gegeven om als Ruth en Naomi en Boaz hier een maaltijd te houden van vreugde: de ontvanger herstelt de waardigheid van de deler!

Amen.

ZONDAG  31 mei 2020

Ruth 1: 7-8 , 15-17  en  Handelingen 2: 1-4

OVERDENKING VAN 31 MEI 2020: PINKSTEREN.

En Ruth zei: Uw volk is mijn volk, uw God is mijn God…

BESTE KIJKER,

Zie je ze voor je: drie weduwen op reis: Naomi en haar schoondochters, ook weduwen Ruth en Orpah. Vanuit de vlakten van Moab reizen zij terug naar Bethlehem, de geboortestreek van Naomi. Bij de grens gekomen, dringt Naomi eropaan bij de schoondochters: ga naar jullie familie terug! Daar heb je meer kans om opnieuw geluk en liefde te vinden, wellicht een warm gezin te sticht! Tot drie keer toe herhaalt Naomi deze boodschap. Orpah keert terug naar haar familie, Dan volgt een nieuwe pijnlijke afwijzing van Ruth door Naomi: nu ga jij toch terug naar je familie, naar je goden. Denk maar niet – zegt ze spottend – dat ik zelf nog een voordeel voor je in huis hebt. Mijn volksgenoten in Bethlehem zullen je zien komen, Ruth.

… Alsof Naomi wil uitproberen of Ruth misschien afhankelijk is van haar? Ben je zelf iemand Ruth? Of zoek je ergens houvast buiten wie jezelf bent? Maar Ruth gaat mee. Er wordt ons niet verteld waarom Ruth desondanks meegaat. Wat haar beweegt… Haar motief om toch mee te gaan moeten we afleiden uit haar belijdenis: jouw volk is mijn volk etc.

Naomi is een verarmde weduwe, ook nog eens met verdriet, bitter verdriet want haar man en haar twee zonen zijn overleden. Toch gaat Ruth mee; jouw volk is mijn volk, jouw God is mijn God; overnachten en begraven, ik ook: wat een verbondenheid, wat een wederzijdse erkenning. Getweeën gaan zij verder. Zij voelen zich veilig en geborgen bij elkaar. Ja dan zien we een volwaardige en een gelijkwaardige, zelfs geëmancipeerde band ontstaan. Onder de oppervlakte van hun woorden schuilt een persoonlijke kracht, opgebouwd in het verwerken van tegenslagen, teleurstellingen en dood zelfs. Beslist geen meeliften op het succes. Na misoogsten en wegvluchten, met ziekten en overlijden, vervolgens het afblazen van een hele emigratie, keren de dames terug met teleurstellingen. Maar Ruth kiest zelfbewust, uit vrijheid, uit spirituele kracht.

Nu zijn er in iedere familie – soms knap verborgen gehouden – periodes van tegenslag, financieel, relationeel, verzin maar. Openstaande rekeningen die kunnen worden doorgeschoven. Laten we niemand daarom veroordelen. En toch kiest Ruth volledig voor Naomi, en haar volk, haar God. Heeft Ruth een lichtje in de ogen van Naomi heeft gezien? Een pinkstervuur?

Ligt daarin het antwoord? Naomi’ s volk, haar God, haar manier van leven en sterven brandt een vuur van de Geest Gods? Opvallend is dat Naomi geen rancune heeft opgebouwd naar mensen: Haar teleurstelling wordt niet afgewenteld op de Moabieten, op de kapitalisten, op de mannen (Haar man Elimelek) of op een vaag of duidelijk noodlot dat uit zelfmedelijden zegt: we zijn een zielig dubbeltje. Naomi blijft vooral waardig en menselijk.

De schepping Gods kent tijden van voorspoed en succes, tijden van schaarste en droogte; tijden van overwinnen op ziekten en tijden van strijd met ziekten. Beide zijn een uitdaging voor samenwerken en ons karakter. Bij onbehagen, tegenslag of ziekten is het de bedoeling om geen zondebok zoeken, maar wel is het mogelijk om geloof en karakter te tonen door de kleine dingen te doen die te doen zijn. Ja zegt Naomi: ik ben bitter verdrietig, maar gun jullie het beste, ikzelf keer terug naar Bethlehem, mijn hart blijft verbonden met mijn volk en met mijn God. Eerlijke, echte woorden zijn het. En die inspireren mij. Mensen en volken zijn verschillend: dat is goed. Gun elkaar wat. Schaarste en overvloed zijn beide een opdracht: om verbonden te blijven met volk en met God. Beide dagen ons uit om te ontdekken wat van werkelijke waarde is, hoe wij volwaardige en geëmancipeerde mensen kunnen zijn in verbondenheid: de twee vrouwen Ruth en Naomi inspireren ons ook nu nog. Zij reizen verder. Ruths keuze voor Naomi, haar volk en haar God is een moment van bevrijding geworden (want niet afhankelijk van iemand in Moab of misschien in Bethlehem om mij gelukkig te maken), emancipatie (jij bent jij en ik ben ik) en van zelfontplooiing: mijn keuze nu belooft nog meer keuzes in vrijheid… Voor Gods aangezicht.

Inderdaad, eenmaal in Bethlehem zal Ruth haar inbreng en karakter tonen, om te beginnen in hele kleine dingen, bijvoorbeeld het aren lezen. Zij kiest in het nieuwe besef te leven als vrouw deel van Gods volk.

Pinksteren was ook een landbouwfeest. Eerst was Pinksteren het moment waarop men ‘De Eerstelingen’ van een boom of akker met tarwe, het eerste nieuwe tarwebrood, met bloemen in een mand deed en naar het huis van God bracht. Laat de eersteling aan God zien, neem niet alles voor jezelf maar laat ook wat liggen op de akker of in de boomgaard (zie Leviticus 23). Ruth stelt voor: zal ik een boer zoeken die dit leuk vindt: om wat te laten liggen aan tarwe, en zal ik een brood maken voor jou, Naomi…?

Het is geen groots spektakel, zoals wij ons kunnen voorstellen dat Trump en Xi harmonie en vrede vinden, met een maanreis, of de Nobelprijs voor geneeskunde ontvangen want alle virussen zijn in bedwang…

Maar twee weduwen die spreken over het plezier in de ogen of het hart van een man door het vinden van korrels of aren van tarwe op de akker voor Gods aangezicht, een opdracht van Mozes uit Leviticus 23: 22 in verbinding met Pinksteren!

Ik vermoed dat Ruth zoiets ontdekt heeft. Vreugde in de opdracht. In waarheid en in verbondenheid blijven spreken, zoals Naomi. Die zijn teken van het vuur van de heilige Geest, dat ons niet verbrandt, maar wel inspireert. Het vuur van Pinksteren bevrijdt ons van giftige afhankelijkheden, dit vuur emancipeert tot zelfbewustzijn, dit vuur mag ons tot ontplooiing brengen. Gods grote daden zien in de kleinste korrels tarwe die een brood vormen om samen te eten.

Pinksteren schenkt dit vuur ons nu, zoals ooit in Handelingen 2, of bij Elia en Mozes, of vervolgens tot 2 maal met het volk Israël. Tot op heden. Gezegend Pinksteren.

AMEN.

ZONDAG  24 mei 2020

Numeri 2: 31-34 en Johannes 14: 15-26

Beste kijker,

Deze zondag heet de weeskinderenzondag, omdat Jezus zegt tot zijn leerlingen: mijn leven op aarde stopt, jullie, de leerlingen, moeten nu zelf verder zonder mij. De tijd van afscheid nemen komt, van loslaten, van rouwen en van verder gaan met het gevoel nu een weeskind te zijn… Toch laat ik jullie niet als weeskinderen achter. Een nieuw vertrouwen zal groeien: Gods Geest zal jullie op nieuwe wijze nabij zijn.

Op advies van de psychiater Gersons, adviseur van onze regering, geven we deze zondag aandacht aan gevoel van rouw, boosheid en verdriet. Door de opgelegde en noodzakelijke geachte beperkingen moesten we strikt afstand houden, thuis blijven, het samenkomen in kerkdiensten, hotel, restaurant en dergelijke plotsklaps stopzetten. Het meest pijnlijk voor mij was het verhaal van een dochter van een overleden vader in Hasselt. Afscheid nemen, de uitvaart, de rouwdienst in de kerk, alles voor haar en haar familie werd op een even afstandelijke als onnatuurlijke manier afgehandeld. Het deed veel pijn, afgewisseld met boosheid en verdriet. Zo is het vaker gegaan in ziekenhuizen, tehuizen, of thuis.

Of je nu week in week uit op de toppen van je kunnen moest werken in het ziekenhuis, of in de stilte thuis via de televisie de eindeloze stroom berichtgeving volgde, een vreemd en verdoofd gevoel raakte ons hoegenaamd allemaal. Verdoving of verbijstering, ‘dissociatie’ helpt ons om gewoon door te gaan, in de hoop dat we op een later tijdstip kunnen gedenken wat ons overkwam in maart 2020, voor Nederland het begin van de Corona-crisis.

We steken een kaars aan en luisteren naar een lied; NLB 598 ‘als het duister komt, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft…’.

De schrijver Arnold Cornelis heeft in zijn studie ‘De Logica van het Gevoel’ onze gevoelens in kaart gebracht. Bij grote veranderingen maakt ons gevoel vaak een drieslag: eerst verdriet, vervolgens boosheid en tenslotte angst. Verdriet omdat we een verlies incasseren: we raken een vertrouwde manier van leven kwijt. Reizen, samenkomsten aanraken: ineens weg.

Daarna komt boosheid: waarom geen mondkapjes? Wie maakte de fout? Zijn er profiteurs, wie zijn de slechteriken? De chinezen? Welk land doet het beter? Wie houdt wat achter…? Ziet men niet dat eigenhandig opgebouwde bedrijven zomaar moeten stoppen? Zijn waarschuwingen vooraf niet in de wind geslagen? Kan het niet anders, niet beter? Dan kan men een zondebok zoeken en dood maken, om van deze vragen verlost te worden. Beter is de vragen uit te houden.

Tot slot voelen we onder de tranen van het verdriet en onder de boosheid met allerlei verwijtende vragen, angst schuilgaan: Premier Rutte verwoordde dat zo: we weten nog niet zoveel, toch moeten we allemaal besluiten nemen… Geen controle, geen zekerheid en geen houvast…

In een open samenleving mogen al deze vragen en gevoelens worden geuit, doorleefd, zonder pasklare antwoorden, methoden of technieken.

We branden een kaars voor onze opwellende tranen, voor onze soms boze vragen en protest en uiteindelijk voor bestaansonzekerheid en angst, alsof we moeten lopen op water in het halfdonker…

Als het duister komt, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft

In het evangelie opent Jezus voor zijn vrienden en de leerlingen een weg om te gaan. Deze weg begint met een opdracht of gebod. Wie mijn geboden bewaart, die ontvangt bemoediging en steun van Christus zelf, ja van God.

Wat is het gebod? We vernemen die opdrachten of geboden duidelijk verwoord in de boeken van Mozes, de kern ervan is de opdracht tot of het gebod van de Liefde, de beweging van geven en ontvangen.

Het gebod of de opdracht werkt als een draadje, een verbindingsdraad: een draad naar andere mensen die zich aangesproken voelen en willen doen en luisteren en toepassen. Ik heb iets gehoord, kan ik ook wat doen?

Het gebod of opdracht is ook een onzichtbaar draadje naar Iemand die de opdracht geeft: God. Het verbindingsdraadje geeft ons vertrouwen van van Boven: Deze wereld is mijn schepping die nog niet klaar is; een draadje naar de toekomst. Mijn opa was smid die ankers maakte; met kettingen en met een lier. Gebod is als een anker uitwerpen naar de toekomst. De stromingen in de rivier zijn gevaarlijk, maar een anker schept een houvast, je kan even uitrusten, op krachten komen en dan de reis vervolgen.

Een gebod is ook een verhaal, een overtuiging. In Numeri lezen we van tellen en meten, de mensen ordenen in stammen, met vlag en met roosters en bijdragen, met een ordening in de tijd en de ruimte ..

Tegelijk wordt Levi niet geteld. Levi is voor onderwijs, voor coaching, voor aandacht, voor het zoeken naar verhalen van troost, voor vertrouwen winnen in Gods beloften. Zo zal het gevoel van verweesdheid worden omgezet in vernieuwd vertrouwen. De Heilige Geest wordt geschonken aan wie willen ontvangen voor de verdere levensreis.

AMEN.

ZONDAG  17 mei 2020

In de bepalingen wandelen… Leviticus 26

Beste kijker,
Op 2 plaatsen in de 5 boeken van Mozes wordt de taal van Mozes erg dreigend. Na een korte beschrijving van de positieve gevolgen als we de opdrachten aannemen (Leviticus 26: 3-13), volgt een veel langere bedreiging: De woorden van Mozes spellen onheil bij hoogmoedige weigering de opdrachten van de naasteliefde toe te passen (Lev. 26:14-44 en Deuteronomium 28: 1-14 en 15-68). Deze dreigende taal wordt nooit voorgelezen in de kerk, en in de synagoge alleen op zachte toon. Maar hebt u het gehoord? In deze tijd van Coronaviruscrisis moest Rutte bij herhaling ons op teevee streng toespreken. Blijf binnen, geen grotere groepen, houdt afstand en handen wassen!! Houdt u aan deze bepalingen, anders volgen er rampen: de zorg raakt overbelast, te veel mensen kunnen ziek worden zonder goede ziekenzorg! Pittige geldboetes en gevangenisstraffen worden opgelegd bij overtreding! Een brommende burgemeester met de naam Brul onderstreepte de woorden. De taal werd ineens heel bijbels, alsof Mozes zelf sprak!

Daarbij kwam nog een tweede les. Inderdaad, de meeste mensen deugen (Rutger Bregman) en volgen de aanwijzingen, om met elkaar de crisis te doorstaan. Tegelijk zijn er altijd een uitzonderingen. Niet velen, maar wel druktemakers die overtreden en zo een gevaar vormen voor anderen. Dan moet de goedwillende meerderheid er vanuit kunnen gaan dat deze overtreders snel worden gecorrigeerd; aangepakt door de politie en burgemeester Brul.
Anders brokkelt het vertrouwen af, wordt het ieder voor zich met grote kans op strijd, wantrouwen, angst en achterdocht. Mozes gebruikt hiervoor zelfs een woord dat hij 7 maal gebruikt. Het is moeilijk te vertalen en betekent zoiets als impulsief en bij herhaling (qeri); of hardnekkig arrogant. Eerst is er impulsief een overtreden van de aanwijzing, vervolgens bij aanspreken door medemensen of politie is er een smoes, een excuus, en herhaalt het negatieve gedrag zich.

Dit gedrag kan soms bij alle mensen wel eens voorkomen. Op onverwachte momenten, ook als het geen crisis is. Paulus zegt dan: ik heb altijd in mijn hoofd de beste voornemens en de mooiste ideeën, alles is genade en liefde en vriendelijkheid; en toch plopt er opeens de kleine driftkop in mij naar buiten en maakt ik een onverkwikkelijke ruzie! Petrus, Jacobus, Barnabas, in talloze synagoges en anderen…  Petrus zegt dat dan ook: wat is die Paulus een ruziezoeker…wat  is hij een moeilijk mens zeg!!
Zelf vind ik nu voor mij het omgekeerde; dat goed en helder spreken een uitdaging vormt. Een beetje mee praten, niet helder genoeg, en een enkele keer weer te scherp!
Ik denk dus dat we allemaal wel iets hebben…
Hoe hiermee om te gaan?

  1. Mozes in Lev 26 is dan een bemoediging en een troost. Hij legt uit dat wij binnen het verbond altijd mogen vertrouwen op de relatie met ‘God’. Mensen , ik heb geduld met jullie een leven lang; binnen het verbond! Als je oplet zul je meevallers en tegenvallers ervaren. Ga dan op naar wat werkt en naar wat een negatieve feedback is. Ook zo’n negatieve feedback is toch positief, want zo kan je iets corrigeren.  Aanvaard dit verbond als ook een vorm van beloning en bedreiging. Aanvaarding en bevrijding. Op een gegeven moment mogen we de tijd van slappe smoesje en excuses loslaten. De beloning is mijns inziens vooral een vorming van je karakter. Dat noemt men tegenwoordig het opbouwen van zelfrespect. (Lev 26: 13 noemt het ‘rechtop gaan’).
    In onze tijd wordt de enige bron van morele kennis vaak gevonden in ‘slachtofferschap’. Kennis van goed en kwaad kunnen we dan halen bij slachtoffers. Nu in deze coronacrisis  zou de motivatie voor de zelfbeperkingen van de quarantaine zijn alleen omwille van de zielige zwakkere ouderen of andere mogelijke kwetsbaren. Dat is zeker van belang, maar uiteindelijk leidt slachtoffer-denken tot een tweedeling: sterken en zwakkelingen, ouderen tegenover jongeren; armen tegenover rijken, wit tegen zwart; man tegenover vrouw etc. Leven wordt dan strijden en oorlog voeren.
    Binnen de verbond is er een andere bron van morele kennis; Er is een verbond met het oog op naastenliefde als voor jezelf. Deze opdracht nodigt iedereen binnen het verbond uit om mee te doen. Antwoord te geven en een keuze te maken. Deze keuzevrijheid schept verbondenheid, acht  zelfontplooiing mogelijk, en ontwikkeling, wil problemen oplossen met elkaar, een ieder mag mee praten, schept en ruimte en vrijheid, en zal zo overvloed scheppen en delen, nieuwe kansen gunnen.
    Niet meer denken in tweedelingen van slachtoffers en daders, naast onverschilligen…
    Maar zoekt vooral omkeer en  wil groeien in liefdewerken; en ja wie buiten het verbond raakt, en hoogmoedig impulsief doorgaat, ondervindt correctie… Uiteindelijk zoekt het verbond de inbreng van een ieder, met elkaar kunnen we het redden.
  1. Jezus geeft daarvan een haarscherpe definitie. Stap voor stap in je leven kunnen wij de geest der waarheid ontvangen. Gaat niet even snel, zo we hebben de waarheid in pacht…
    Belofte en dreiging zijn in verbond daarin noodzakelijk: een eeuwige stem spreekt tot ons persoonlijk in wat wij doen: Ik hou van je als volwaardige mensen, ik heb een leven lang geduld met je en ik laat je – dag voor dag en stap voor stap – delen in mijn waarheid. Weet dat daarin een betrouwbare troost voor je hart te vinden is.

ZONDAG  10 mei 2020

OVERDENKING

Geloven en werken doen die Jezus deed… (naar Johannes 14: 12)

Beroemde woorden zijn het geworden in onze traditie: in huis mijns Vaders zijn vele woningen. En vele malen heb ik deze woorden mogen toepassen bij mensen die zich voorbereiden op het einde van hun leven. Langzaam dringt het besef door dat een mens – weliswaar stapje voor stapje – van alles moet loslaten, dat veroorzaakt vaak angst en verbijstering. Maar deze woorden uit het evangelie: er is een huis van de vader met plaats voor velen, want vele woningen zijn daar – geven bijna altijd een moment van troost. Ze bieden uitzicht op een huis, een thuis zelfs, waar plaats genoeg is, ook voor een mens die met lege handen aanklopt, die worstelt met het loslaten van familiebanden, van aardse bezittingen of verdiensten, ja, uiteindelijk van je leven …
Deze zelfde woorden hebben ook voor veel debat – en ook strijd – hebben gezorgd. Jezus zegt: ik ben de weg, de waarheid en het leven, Niemand komt tot de Vader dan door mij… (14:6). Deze woorden gaven aanleiding om de waarheid als een absolute mening of een heilige geloofsovertuiging in bezit te hebben. God bereik je dan via deze mening! Dan heeft iemand de waarheid in pacht, en de toegang tot het hiernamaals. Symbool daarvoor zijn twee sleutels. De sleutel van de ware zuivere ‘kerkdeur’ op aarde en de sleutel van de deur van de hemelpoort. Als predikant op de Hollandse eilanden heb ik aan het ziekbed of in de woonkamer de angst van mensen gezien. Ze worstelen met de vraag: heb ik de sleutel van de geloofswaarheid? Ben ik op de goede weg? Zal ik eeuwig leven?

Nu wil ik de woorden van Jezus verbinden met de actualiteit. Van de Corona-crisis. Vandaag de dag is van alles onzeker geworden… dwars door alles heen heeft de corona alles onzeker gemaakt. Wetenschap, techniek, financiën, economie, de statistiek met de kansberekening van Jaap van Dissel en de zijnen wordt constant ondervraagd, en steeds is het antwoord: we denken misschien de helft te weten… We zijn onzeker en toch moeten we beslissingen nemen… Onze kerk zegt met de beste bedoelingen: Oefen maar met de kerkdienst voor minder dan 30 mensen.. Oefenen? Risico nemen met mensenlevens? Ja dat is nodig, maar tevens een uiting van de onzekerheden.
Hoe kunnen we niet al te bang worden in deze onzekerheden?
Dwars door alle plannen en begrotingen heen is een grote stoorzender gegaan. Men noemt dat een zwarte zwaan die dwars door alle plannen en begrotingen heen vliegt en verstoort…
Hoe niet al te bang worden in onzekerheid? Het evangelie reikt 2 hulpbronnen aan.

  1. Geloven, vertrouwen. Dat betekent nu in deze tijd het aanvaarden van onzekerheden, en toch een weg gaan. Rab Jonathan Sacks zegt: is dat niet geloven?: leven met onzekerheden en toch gaan.
    De tekst speelt met woordje huis des vaders. Abram en Sara gaan op weg uit oude vertrouwde zekerheden. Hun land, hun afkomst, hun familie, en gaan op weg in onzekerheid… Zij verlaten schijnzekerheden.
    Toch is het eigenlijk niets nieuws. Het verhaal van Abram en zijn vrouw zijn ons juist verteld omdat oude zekerheden altijd verdwijnen, steeds weer. Ga op weg uit je land, richt je niet op je afkomst en verlaat je vaderhuis, dat is eigenlijk normaal…Jezus weet dat heel goed. Daarom bereidt hij zijn vrienden voor. Nu ben ik er nog voor jullie, als rabbi, zelfs als waarheid, weg en leven; maar binnenkort ben ik er niet meer. Ik ga heen naar het huis des vaders.
    En jullie gaan verder, maar zonder mij …
    Hoe? Volledig van slag? Wanhopig? Angstig? Volledig uit balans…Ja! Toch wel onzeker, en soms heel angstig is dat…
    Maar in mijn leven heb ik vaker onzekerheden gevoeld, ontdekt dus dat ineens de grond waarop ik sta drijfzand kan zijn… Help ik zink weg, dacht ik…
    Hoe dan verder? Er was zeker angst; en dan toch verder gaan, dat is geloven, vertrouwen. Merkwaardig dat alles kwijtraken de mogelijkheid heeft om vertrouwen te vinden in je levensweg. Vertrouwen aldus op de Ene met iedere volgende stap. De God van Abram en Sara, de God van Jezus. Opeens is er de ontdekking: Ik leef: mijn bloed stroomt, mijn ademhaling, mijn gedachten, wisselende gevoelens stromen, Het leven zelf is een groot geschenk: een ongehoord wonderlijke genadegave. Zelfs de regen is een groot wonder genadegave…
  1. Je kan werken Gods doen… Zelfs meer dan Jezus deed. Wat is dat bemoedigend! Als Jezus tot zijn vrienden zegt: ik heb er vertrouwen in dat jullie aan de slag gaan! Met de werken Gods. Wat zijn werken Gods? Vanuit je mogelijkheden voor de mensen om je heen, voor je land en voor de wereld. Werken doen, In de aanwijzingen ten leven van Mozes worden ze volop genoemd. Die zijn nog altijd maatgevend, normatief. Wat mij betreft. Zo begint het evangelie van Johannes (1): de tora is door Mozes gegeven, die we mogen vullen en toepassen met genade, met leven, met waarachtig

Iets positiefs doen: een boom planten, of een kaartje sturen, of wat ons maar past.
Het vertrouwde huis van gisteren verdwijnt, maar het huis van God voor Israël en alle volken is al klaar, wij kunnen nu al iets daarvan laten zien. Laten we meedoen.

ZONDAG  3 mei 2020

OVERDENKING BIJ JOHANNES 10:1-10

Beste kijker, luisteraar,

De goede herder, deze eretitel wilden koningen, keizers, bisschoppen en anderen in leidinggevende posities graag ontvangen: je bent een goede leider!
Een goede herder /leider kan goed leiding geven aan het bedrijf, de gemeente, een kerk, etc. Juist in onze dagen van de corona-crisis is goed leiderschap van essentieel belang: zo houden we vertrouwen in de toekomst, in de dag van morgen. Nu moeten we nog over een nauw pad, zoals een bergbeklimmer soms langs een ravijn moet lopen over een smal paadje, iedere stap is belangrijk! Om weer een veilig en goede weg te vinden, zoals de goede herder de kudde leidt naar een groene weide of naar zoet en helder water.

Jezus vergelijkt zo de goede herder met een deur die naar de toekomst openblijft. Wat belangrijk dat de beslissingen die worden genomen zijn bedoeld om veilig en wel de dag van morgen tegemoet te zien, toekomst en hoop te houden.
Wat is ervoor nodig om hoop op de dag van morgen te houden? Er zijn heel veel redenen te verzinnen met ons verstand om eerder met zorg en angst vooruit te kijken… De bedrijven dan? Kan het virus weer de kop opsteken? Werk en inkomen? Jongeren en ouderen?
Zelfbewust zegt Jezus, ik ben de goede herder, ik ben de deur naar de dag van morgen; bij mij is er hoop en toekomst!
Ik vraag me af: wat is er dan zo goed aan deze herder? Dat de deur bij hem open is naar de dag van morgen?

Merkwaardig is bijvoorbeeld dat de bijbel vertelt, in het Johannes-evangelie dat Jezus wegloopt als de mensen hem koning willen maken! Jezus zorgt voor brood en voedsel zekerheid, maar als de mensen zeggen ‘word onze koning!’, dan vlucht hij weg! Ja zelfs nog meer dan dat: tegen zijn 12 vrienden zegt hij: gaan jullie ook maar weg! Zoek je eigen weg. (Aristoteles deed het omgekeerde; zijn leerlingen betrapten hem terwijl hij misbruik maakte van slavinnen. Blijf gerust mijn leerlingen, zei hij, want mijn ideeën en woorden zijn wel waar).
In een ander evangelie zijn de 12 discipelen ministerposten aan het verdelen, voor het geval het hemelse koninkrijk of de staat Israël onder leiding van Jezus wordt hersteld. Maar Jezus zegt: hou daarmee op; ik ben nog als een lerend kind, en jullie ook. Voorlopig geen ministerposten dus!

De eerste les van deze goede herder schijnt te zijn het terug deinzen voor leiderschap over andere mensen. Worden als lerende kinderen!!  Wie zich niet als lerend kind beschouwt, is al snel een rover of een dief…op zijn best een betaalde een huurling…
Nou, hoe vaak hebben we niet gehoord: we zoeken een leider met 5 poten, met enorm charismatische mond, die vooruit weet dat enorme welvaart en rijkdom, geluk en eeuwig leven met schone natuur net om de hoek op ons wachten! Geen vragen stellen, maar volgen. Dat liep vaak op een teleurstelling uit.
Een deur is een goede leider. Als een deur: om door naar binnen te gaan en om door naar buiten te gaan. Naar binnen om te overnachten en ’s morgens naar buiten om hard te werken…
Ik heb een keer een uitvaartdienst geleid van een oude moeder. Haar kinderen vertelden alleen maar positieve verhalen over hun moeder. Haar man was eerst landarbeider, later in de vlasfabriek van ’s-Gravendeel werkzaam. Zij had geen betaalde baan. Maar alle zes de kinderen hadden alleen maar lof. Via familie en kerk was ze bedreven in punten en zegels sparen. Met ruilen, naaien en koken was er voor de kinderen op zondag na de kerk iets lekkers, op verjaardagen iets leuks, evenals met sinterklaas of met feestdagen. Niets geen aanmerking? Vroeg ik? Neen niets. Een goede herderin was ze, zogezegd, als een deur voor haar kinderen: fijn thuis komen in de avond en fris aan het werk gaan in de ochtend.

Zo kunnen we ook verhaal van de bruiloft te Kana lezen. Een mooi bruiloftsfeest was het. Het bruidspaar met een prachtige dag, de familie en vrienden waren blij, alles was goed afgelopen, de ceremoniemeester wist zich nuttig, er was voldoende eten en bovenal het symbool van de vreugde: veel goede wijn! Een overvloed aan goede wijn! Zonder kater en nare dronkenschap of nare ruzies… Eigenlijk was iedereen een deur voor elkaar. Met hoop en goede moed voor de toekomst.
De goede herder en de deur, ik vertaal deze gelijkenis zo: waar mensen zich inzetten om leven en overvloed van leven voor elkaar scheppen, daar zijn zij als herder en deur voor elkaar.
Nog iets over dat woordje overvloed. Dat woordje treffen we vaker aan in NT. Bijv Matt 5: 20 en 47. De gemeente zoekt als doel het meerdere of het overvloedige. Bijvoorbeeld overvloedige gerechtigheid. Mattheus 5: 47 wijst op de mogelijkheid niet alleen bekenden of vrienden te groeten. Bonhoeffer zegt: dat is Jezus zelf. Van Gennep: via het kruis redt God het vege lijf, daarna volgt de opstanding, dat is het overvloedige.
Lev. 19 geeft twee voorbeelden van overvloed. Je komt wonen in een land met vruchtbomen, en toch plant de nieuwe bewoner zelf ook een vruchtboom. Je woont in een land en een goedwillende vreemdeling wil bij je wonen: aanvaard haar of hem; (wijs overigens kwaadwillenden af, autochtoon of vreemdeling.)
Nu is de opdracht om te troosten en bemoedigen, tevens om plannen voor morgen te maken. Dat is een vorm van verantwoordelijkheid, in de zin van goed herderschap. We willen geen toeristen of gasten zijn die als het ons niet naar de zin is, onze handen ervan af trekken en verder trekken. We hebben er lol in om rentmeesters te zijn van wat ons is toevertrouwd, tevens om deuren of kanalen te zijn voor het overvloedige , zoals voor de beste wijn op de bruiloft te Kana.

ZONDAG 26 APRIL 2020

OVERDENKING NAAR AANLEIDING VAN DE NAGEDACHTENIS DIETRICH BONHOEFFER

VOORAF
Dezer dagen staan zowel in het teken van de corona-crisis, als 75 bevrijding van de NAZI-tyrannie. Vanmorgen staan we stil bij het leven en sterven van Dietrich Bonhoeffer, die 75 jaar geleden, daags voor de algehele overgave van het Naziregime werd vermoord, in persoonlijke opdracht van de tyran Adolf H. zijn naam zij een vloek, op 9 april vermoord in concentratiekamp Flossenburg. Want Bonhoeffer bood weerstand vanaf 1933 en gaf in 1944 goedkeuring aan een aanslag op Adolf H. Bonhoeffer was predikant in de Lutherse Kerk van Duitsland. Hij is geboren 1906 in Breslau. Daarmee is Bonhoeffer een exacte tijdgenoot van de Groninger dominee August Henkels en zijn makker Hendrik Werkman, die wij als It Keningsfjild gedenken met het kunstwerk ‘de vallende man’ in de Mande.
Deze predikanten, met kunstenaar Werkman hebben op beslissende momenten de goede keuzes gemaakt, ja achteraf beoordeeld. Op het moment zelf was de meerderheid van kerk en samenleving op een ander spoor. Berucht is de Lutherse Kerkendag in Dresden in 1937. Daar werd Adolf H. enthousiast als nieuwe verlosser bezongen en aanbeden. De kerk was gezuiverd van alle Joden, Jezus werd tot raszuivere arier omgebouwd, de bijbel en liederen werden veranderd: woorden als Israel, Zion, Jeruzalem of heil uit Joden werden geschrapt.

Mijn vraag is hoe maakten Henkels en Bonhoeffer hun keuzes?
Wie is Bonhoeffer? Wie ben je?

Ellie leest Johannes 21, met dezelfde vraag…

Hoe komen Bonhoeffer en Henkels/Werkman tot hun keuzes?
Bonhoeffer is geboren in de hoogste kringen van de Duitse maatschappij. Zijn tweelingzus vertelt over hun onbezorgde jeugd, met kindermeiden, keukenmeiden en ander personeel. Vader is professor, arts en psychiater. Hij kan met een oogopslag het huis regeren. Moeder is onderwijzeres, houdt ieder kind in het oog. De eerste persoonlijke keuze van Dietrich wordt zichtbaar bij de Konfirmation (12-14 jaar; overstap). Hij heeft contact met predikant om de Bijbelstudie, doet belijdenis, en wil iedere zondag kerkgang. Alleen zijn moeder gaat met hem mee. Hij zet door, gaat theologie studeren in Tuebingen en Berlijn. Al kunnen zijn vader en broers er niet in mee…. De kerk is toch in verleden tijd, wie doet de deur dicht? Voor Bonhoeffer breekt de tijd aan van studie, doceren, congressen, conferenties en prediken, ook in plaatsen als Barcelona, London en New York. Hij vindt het boeiend, interessant, mooi en enerverend. Dan komt er een tweede keuzemoment. Met Adolf H. breekt de kerkstrijd los in 1933. Meedoen met H. of niet? Iedereen moet kiezen. Bonhoeffer kiest voor de kerkgemeente die in openheid en vrijheid luistert naar Jezus Christus, in lijn met Mozes de profeten, naar het Woord van de Levende God. De bekennende Kirche ontstaat met een Predikant -NotVerband. Zo wordt Bonhoeffer rector van de opleiding tot predikant.

De kerkstrijd is het laatste oordeel van de jongste dag, zoals in Openbaring en elders wordt beschreven.
De neerslag van zijn gesprekken en spreken in Finkenwalde met de predikanten in opleiding heet Leven met elkaar. Hij gaat bijv in op enkele klagende predikanten tot God en elkaar over hun werk. Bonhoeffer reageert streng: geen geklaag, nimmer.

  1. Luister naar God, lees je bijbel en mediteer.
  2. Dankgebed! Wees God dankbaar voor iedere dag, voor problemen en voor alle gemeenteleden!!
  3. Werk ijverig.

Een gemeente is geen wensdroom van ideale mensen voor leuke ervaringen en fijne belevenissen. Een gemeente is daar waar men naar het levende Woord van God in Jezus Christus wil luisteren. Want allen hebben nodig vermaning, bemoediging, correctie, kortom zegen. Basta. Bonhoeffer publiceert prachtige geschriften uit die tijd, want ze zijn de neerslag van levende ontmoetingen.
In de geschriften van Bonhoeffer staan geen theologische nieuwigheden. Toch raken ze me diep in het hart, want ze zijn de neerslag van een steeds opnieuw zoeken van de levende ontmoeting met Jezus Christus, het woord van de God van Mozes en de profeten, in het midden van de gemeente. (Of onder dwang in de gevangenis als hij alleen is, verschijnt na de oorlog Widerstand und Ergebung). Ja, steeds duiken in onszelf of in deze wereld problemen, angsten, ontwikkelingen op. Bij Bonhoeffer was er angst voor water om zwemmen te leren in zijn kindertijd, later was het de verzoeking om zwart geld weigeren voor de auto-examinator in New York: 5 x moest hij rij-examen doen.  Of als gevangene van de Gestapo bij de keuze blijven van verzet.
Steeds benadrukt B. dat het luisteren van de gemeente naar de Christus als het levende woord van God bij ons onze geest levend maakt, wakker maakt: met vrijheid, met de keuze de werkelijkheid te aanvaarden als opdracht en roeping, om antwoord te geven op de uitdagingen van het moment.
Zo is het verhaal van de visvangst ook te lezen. De vissers vissen zonder vangst, maar na de aanwijzing om toch door te gaan, vissen zij met vangst door het net aan de andere kant – de rechterkant – uit te gooien, 153 grote vissen (153: 1 + 2+3 + etc tot en met 17=153).  We kunnen ons verwonderd afvragen: wie ben je?
Er is een treffende gelijkenis van Bonhoeffer met predikant August Henkels en zijn vriend Werkman in Groningen. In de dertiger jaren komt M. Buber naar Groningen. Hij vertelt van zijn verzameling van de Chassidische vertellingen, die weer verbonden zijn met Mozes en de profeten, met Israel, Zion, Jeruzalem, en voor ons met Jezus. Die vertellingen maken in Henkels zelf een levende geest wakker. Hij blijft bij zijn vrijheid, zijn vriend Werkman eveneens.
Wij vieren 75 jaar bevrijding, wat doet dat ons, hier op deze oude plek…? Wat mij betreft is onze bijdrage als gemeente duidelijk: een ruimte scheppen om te luisteren naar het Levende woord dat van Jezus, en van Mozes en van de profeten. Die ontmoeting kan ons levend en wakker maken, vrjj maken. Zo’n open ruimte nodigt uit tot bewustwording. Die ruimte van het Woord troost, bemoedigt, doet de zonde van de tyrannie en de hoogmoed kennen; en biedt de mogelijkheid tot vergeving, verzoening, ommekeer, liefde, leven, leven in overvloed, en ja eeuwig leven, zodat de angst van de dood ons niet zal overwinnen. Zo gedenken we in dankbaarheid en tot zegen deze namen van Dietrich Bonhoeffer, August Henkels en Hendrik Werkman.

ZONDAG 19 APRIL 2020

Mattheüs 14: 22-31a  Willibrordvertaling 2012

Geliefde tochtgenoten,
Sta je nog ?  Hoe is het met de zeebenen? Houden ze het nog? Heb je nog houvast? Sta je nog wel stevig temidden van al wat waait en woelt om je heen?
Lukt het je nog om overeind te blijven en je een weg te banen ?
“Hoe sterk is de eenzame fietser die kromgebogen over zijn stuur tegen de wind, zichzelf een wegbaant?  “  Dat regeltje, dat komt nogal eens op in mijn gedachten, de laatste weken…
We hebben tegenwind, en we moeten sterk zijn; het gaat allemaal bepaald niet vanzelf.
Ik kan niet meer op de automatische piloot; ik kan niet meer volgens mijn  routines te werk gaan… de vanzelfsprekendheid en het bekende is kwijt waardoor het leven veel intensiever, veel meer bewust op me af komt….herkent u dat? Je moet zelf die weg banen…
Het is heel bijzonder: door de dreiging van het virus zitten we allemaal in het zelfde schuitje, wereldwijd.
Nou ja, eigenlijk mag ik dat helemaal niet zeggen want dat is natuurlijk maar heel gedeeltelijk waar. Die dreiging van het virus: die voelen we allemaal.
Deze week zei een angstige oude man tegen me:” ik heb hard gewerkt; ik heb veel geld bijeengebracht; maar wat heb ik er aan? Mijn gezondheid kan ik niet kopen en mijn vrijheid krijg ik er niet mee terug”.
Maar gedeeltelijk is je bescherming wel degelijk afhankelijk van je positie en je geld: ben je arm of rijk, woon je in een sloppenwijk in Afrika of op het Friese platteland?
Maar toch: we herkennen ons  in het beeld : Het is zwaar weer, de wind is tegen; niet zomaar een beetje, nee: we hebben het flink te verduren: we zitten in een wankele positie, we zijn losgeraakt van het vertrouwde, hoe langer het duurt hoe verder we af komen van  de vaste wal , die de stevigheid  in ons bestaan was.
Tjonge, we waren ons dat nooit zo bewust, hoe fijn het is om vaste grond onder de voeten te hebben. Wat een rust geeft dat. Ja, bootje varen is leuk, hartstikke leuk, maar je wilt graag weten wanneer je weer aan wal kunt. Enne; hoe is het daar , aan die overkant? Hoe ziet het leven er straks voor ons uit?
We voelen ons door alle onbekendheid met deze situatie, door alle onzekerheid over de toekomst, heen en weer geslingerd als in een bootje in de storm, overal opzwepende golven en door het donker van de nacht zien we niet eens of de kust, de vaste wal waar we zo naar verlangen,  al in zicht is: Want:
Lukt het me, vrij te blijven van besmetting?
En áls ik besmet raak: hoe zal ik dat doorstaan?
Hoe lang moet ik nog dat thuisonderwijs en mijn eigen werk combineren?
Hoe gaat het straks met die nieuwe opleiding; welke moet ik nou kiezen, open dagen waren er niet…
Zal mijn baas het hoofd boven water weten te houden?
Wanneer mag ik eindelijk mijn partner in het verpleeghuis weer bezoeken? En als dat dan mag: oh, hoe zal dat toch zijn?
Zal mijn conditie nog goed genoeg zijn om die operatie te kunnen ondergaan?
Zal er grote sociale onrust uitbreken onder de armen voor wie geen vangnet is? Of is het alleen de vraag: wanneer gebeurt dat?
Gaan we terug naar hoe het was of is dit de tijd van vernieuwingen?
Is dit het begin van de eindtijd zoals aangekondigd in de Bijbel?
Vragen, vragen , vragen….
Zo onvoorspelbaar is het leven nu; en dat jaagt ons angst aan.
Het spookt om ons heen.
We zoeken houvast… Hoe weerbaar zijn wij?

Jezus had zich net gesterkt aan de ontmoeting met Zijn Vader. Daar op de berg,  alleen, in de stilte: alleen Hij met Zijn God. Om gevoed te worden. Om nieuwe kracht te krijgen en nieuw vertrouwen.
Vanuit die kracht , vanuit het vaste vertrouwen op de Liefde van God die niet loslaat, kon Jezus zich verheffen boven het woelen en waaien van al wat het leven brengt; Hij wist zich gedragen, gedragen  door de Liefde.
Zo kon Hij de angst te boven komen en boven  de macht van het kwaad Zijn leerlingen in Liefde tegemoet gaan om hen nabij te zijn en toe te roepen: Ik ben het, Ik ben erbij, ook in deze storm. Wees niet bang.
Vanuit die kracht , die verbondenheid, dat geloof en vertrouwen kon Petrus Jezus navolgen.
Doelgericht,  vol van hoop en vertrouwen kon ook hij boven de chaos en de onrust, de onzekerheid en de vragen uit, zich een weg banen; verbonden met de bron van Liefde, verbonden met Jezus op wie hij zijn blik gericht hield.
Tot hij zich liet imponeren door de kracht van de wind en de golven.

Wat zegt dit verhaal ons nu eigenlijk over “weerbaarheid”?
Petrus laat ons zien, hoe krachtig wij kunnen zijn.
Petrus weet heel goed wat hij wil: zijn doel is duidelijk: Heer, zeg me wat ik doen  moet… hij stelt zich dienstbaar op, zo kan  hij dingen doen die hij zelf misschien nooit voor mogelijk had gehouden. Zo kan hij boven zichzelf uitstijgen.
En vol van vertrouwen gaat hij dan ook, als de Heer het hem  zegt.
Weerbaarheid heeft alles te maken  met vertrouwen: vertrouwen om het te wagen.
Vertrouwen om te doen wat gedaan moet worden; vertrouwen dat je de kracht krijgt.
De kracht :
– om de ene keer misschien wel heel heldhaftig stappen te zetten; ondernemend te zijn, in actie te komen
– om een andere keer misschien juist heel geduldig, afwachtend, volhardend te zijn.
De kracht om dingen te verdragen;
De kracht om een ommekeer te maken – dingen heel anders aan te pakken, om daar het lef voor te hebben.
De kracht om met gevaar voor eigen leven bruisend van energie en trillend van adrenaline in te grijpen.
De kracht om in stilte je medemens nabij te blijven.
De kracht om je verdriet te dragen.
De kracht om bergen met werk te verzetten misschien wel voor de dorpsgemeenschap of de kerk.
De kracht om anderen voorrang te geven en  hen te dienen.
De kracht om fouten te durven maken en fouten van jezelf of anderen te kunnen vergeven.
Weerbaarheid vraagt dat je het waagt! Ja , dat je het ook waagt om toch te moeten ontdekken dat je nog niet krachtig genoeg bent.
Weerbaarheid vraagt dat je het waagt om in te zien dat je mét al je geloof, je hoop en je vertrouwen toch een gewoon mensenkind blijft, een mensenkind dat kan struikelen als íe loopt en overweldigd kan worden door de kracht van het kwaad.
Weerbaarheid vraagt  dat je het waagt om dan mild voor je zelf te zijn, je niet groter voor te doen dan je bent, en het durven uitroepen:  Here red me!
Weerbaarheid heeft alles te maken met vertrouwen; vertrouwen om het te wagen: want we weten: altijd is er die uitgestoken hand van God, die je dan  vastgrijpt.
Je kunt niet dieper vallen dan in Gods eigen hand.
Amen.

PASEN 12 APRIL 2020

Gelezen Mattheus 28: 1-10

Wat heeft geloof toch een enorme sterke kracht! Heeft een bepaalde overtuiging of geloof eenmaal in je leven (hoofd, hart , bloed !) – wortel geschoten, dan verdwijnt het niet meer zomaar.  Hoewel de vrouwen: Maria de moeder van Jezus en Maria van Magdala eerst vooral met angst en vrees naar het graf kwamen, schoot overtuiging wortel in hun hart. Nadat zij het lege graf hadden gezien en de stem hadden gehoord wortelde het geloof dat hun rabbi leefde, met een soort verheerlijkt of geestelijk lichaam. Ze melden: Onze rabbi gaat ons voor, hij zal ons zegenen zodat die zegen steeds weer doorgegeven kan worden, en ook wij nu die zegen van Jezus,  die de zegen van Mozes en Aaron is, kunnen ontvangen!
Ieder mens heeft eenzelfde kracht in zijn of haar geest , lichaam en bloed. Nog iedere dag bemerken we de kracht van onze geest en overtuigingen. Nu in de crisis van Corona eigenlijk eens te meer! Wat een bouwwerk hadden we opgebouwd met onze ‘geest’, dat zien we nu een groot deel van dat bouwwerk opeens stil staat : staatsinrichting, rechters, parlement, wetten en regels en procedures, verbeeldingen in musea, wetenschap, muziek en kunst: onze geest in onvoorstelbaar krachtig en creatief! Na de eerste schrik ben ik nu verwonderd. Het bouwwerk groeide maar door: door reizen, door internet, door uitwisseling kunnen meer en meer menselijke geesten samen werken , hele werelden opbouwen – ten goede en ten kwade, okay, maar het kan wel!
Een enkele keer ontmoet ik wel eens iemand wiens Geest verduisterd raakt, vertrouwde patronen niet meer werken, er iets verstikt, of verstopt raakt, vast loopt. Dan voelt iemand alsof de dood komt. Ik ben alle kracht kwijt, ik ben als dood , alsof ik al in mijn graf ben… Een collega overkwam het: met moeite sleepte hij zich uit bed in de ochtend naar een stoel bij de glazen deur met zicht op de tuin. Staren naar de tuin; en als dood aan het begin van avond sleepte hij zich naar zijn bed, sliep tot de volgende ochtend. Zijn vrouw probeerde alles, de kinderen hadden het al opgegeven, gingen hun eigen gang met hun werk en kinderen; een evangelische voorbidder kwam, die kon genezen met gebed, maar de collega bleef staren… Ik ben al dood, zei hij. Bidden heeft geen zin meer.
De Psychiater had medicijnen voorgeschreven, maar die werkten nog niet in op zijn geest: Ik ben nog immer dood …
De huisarts had zelfs in zijn arm een snee gemaakt, bloed kwam eruit. De arts zei: zie je wel: je leeft nog. Toen antwoordde hij , ik moet inderdaad een fout toegeven. Ik dacht dat dode mensen niet bloeden, maar het tegendeel is waar: ook dode mensen kunnen nog bloeden: dokter, u hebt een belangrijke ontdekking gedaan!
Dus, als je gelooft dat je als dood bent; en het heeft wortel geschoten, in je hart en in je bloed, dat verandert niet zomaar… Bij de vrouwen was het precies omgekeerd: Jezus onze rabbi gaat ons voor; De kracht van zijn geest blijft werkzaam! Hij zal ons zegenen met de zegen van Mozes en Aaron die Gods zegen is: de zegen van hun rabbi geven zij door, tot nu toe.
Nu mogen wij Pasen vieren, een bijzonder Pasen: een wereld wijd uniek Pasen. Onze wereld staat grotendeels stil : talloze bouwwerken van onze Geest staan even stil… er is angst en vrees; als het virus mij raakt, wat gaat het met me doen? Er is verdriet om wie sterven…om wie alleen zijn, waarvoor hadden we die bouwwerken ook alweer…?
Tegelijk is er de boodschap van Pasen, die ik met overtuiging en geloof wil bevestigen in navolging van de vrouwen: deze zegen kan de kracht van de menselijke geest vernieuwen. De zegen ervaren we  als een geschenk van God, Is iedere lente weer jong, en fris…Wonderlijk….  Die kracht kan en mag ook ons nu des te meer bemoedigen, vertroosten en hoop geven.
In het vervolg van Mattheus 28 Jezus zou het zelf zo hebben gezegd: aan mij is gegeven (door God) de kracht van de hemel tot de hele aarde. De kracht van van de zegen reikt van de hemelen tot over de hele mensenwereld. Die zegen mogen wij ontvangen , eruit leven, en wellicht aan wie wil doorgeven.
Om op goede wijze te rouwen, om de werkers in de zorg te bemoedigen, om deze tijd te aanvaarden; de uitdagingen aan te gaan.
Er is wel een keuze: of een ontdekking, de wil om te ontvangen om hieruit te leven ; of in angst of boosheid te verzinken…
De vrouwen geven het voorbeeld. Stap voor stap, dag voor dag. Zij tellen vanaf nu dag 1; tot en met dag 50.
Dan in het pinksteren, de dag van de torah, de dag van het vuur van de Geest: om opnieuw te bouwen aan het bouwwerk van Gods inwoning op aarde.
Amen

PALMPASEN 5 APRIL 2020

Het uitgieten van de kostbare nardusmirre over de voeten van Jezus door Maria, zus van Martha en Lazarus, roept een heftig verwijt op bij Judas Iskariot. Zulke kostbare zalfolie had ook verkocht kunnen worden, en aan arme mensen gegeven kunnen worden. Jezus zelf zelf antwoordt dan: in iedere tijd zijn er armen onder jullie; Maar Jezus zelf zelf is niet in iedere tijd aanwezig. Dat doet denken aan een andere Bijbeltekst: er is een tijd voor alles: een tijd van lachen en een tijd van huilen, een tijd van ziekten en een tijd van gezondheid.; tijd van voorspoed en tijd van armoede. Zelf heb ik voor het eerst die plotselinge overgang van rijk naar arm meegemaakt begin jaren zeventig. De vader van een vriend was voor de vakantie nog een geziene en vakbekwame voorman, na de vakantie was hij ontslagen, staarde naar buiten uit het raam van zijn flat; verbijsterd en beroofd van mooi inkomen en identiteit. Tijden wisselen soms heel snel.
Nu ineens is de tijd van de Corona aan gebroken. Die zal een golf van nieuwe armoede verspreiden, plotseling. En armoe kan een aanslag zijn op je menselijke waardigheid.
Daarnaast dus het uitzinnige gebaar van Maria. De fles van de kostbare Nardusmirre stroomt over de voeten van Jezus. Nardus is een platje uit de Himalaya, mirre is een struik in het Midden-Oosten. die een aromatische hars geeft.  Dit intieme gebaar tekent de liefde tussen Jezus en Maria, verwijst naar Hooglied 1:12 waar de geliefden deze geuren herkennen. Tussen geliefden kan een kostbare geur van de zelfde waarde zijn als een paar gedeelde druiven, namelijk een teken van de liefdesband. Echter, vanuit het oogpunt van maatschappelijke rechtvaardigheid kan zoiets dwaas lijken. In onze Corona-tijd gaan ook wij heen en weer. Zijn uit het evenwicht. Enerzijds is er terecht volop aandacht voor de zorg voor wie getroffen worden door dit virus. Wat een aandacht en wat een zorg. Tegelijk zal de vraag opkomen: hoe lang is dit rechtvaardig en verstandig? Ten koste van wat gaat deze ‘lock down?
Soms is er spanning tussen de unieke liefde voor een mens en de vragen van rechtvaardigheid voor armen, vluchtelingen, bedrijven, organisaties.
Het antwoord van Jezus is wat schraal. De tijden verschillen. Nu is de tijd even van alles voor de liefdevolle zorg in ziekenhuizen. Straks wel weer vragen van rechtvaardigheid;
De kostbare zalving verwijst naar de zalving van Aaron door Mozes in Leviticus 8: 11-12. Aaron wordt daarmee dienaar in het heilige , op de liefdevolle plek tussen mensen en God; als het lied der liederen. Zo is er een plaats van liefde, intiem, kostbaar en heilig. De waarde van het leven zelf wordt er ervaren, de heiliging van het leven zelf. Want een samenleving zonder een plaats, en tijd voor de stroom van de liefde wordt koud, hard en wreed.
Echter een samenleving zonder vragen naar sociale gerechtigheid leidt tot een tweedeling van armen en rijken. Dus na de zalving  en vandaaruit mogen ook de vragen van verdeling, van armoe en van sociale rechtvaardigheid worden gesteld. Een opdracht van alle tijden!
Johannes (12) legt de nadruk op voeten en haren. Aan de voeten zitten betekent je laten beïnvloeden. Haren verwijzen wellicht naar een kort zinnetje , zo kort als een haar: bijv naastenliefde. Dit ene zinnetje is als een lijntje dat bergen kan optillen; dat is : hele samenlevingen kan beïnvloeden en veranderen. We zijn op weg naar Pasen, zegt Jezus. Dit gebaar aan mijn voeten en haar haren, zal veel mogen beïnvloeden, ten goede.
Zo kan ook onze Corona-tijd, met alle inzet voor het mensenleven, van waarde worden: de waarde en de heiliging van het leven zichtbaar maken.

ZONDAG 29 MAART 2020

In de afgelopen twee weken heb ik vele mensen gebeld. Even vragen hoe het gaat. Of u het redt. Wat u doet om het te redden in deze uitzonderlijke weken. Velen zijn nuchter en redden het tot nu toe heel goed. Opvallend was bijna allemaal beginnen betekenis te geven aan de gebeurtenissen. Dezelfde betekenis. Ik heb geen directe telefoonlijn met god, dus ik weet het niet beter dan wie dan ook. Maar zeer velen zeggen; een virus van 1 miljoenste centimeter zet het hele globale wereldbouwwerk van mensen stil: dit bouwwerk hebben we nodig om samen te werken, maar opeens herinneren we ons weer: wij hebben niet de controle!, wij hebben niet alle macht in de kosmos of op aarde of over het leven!
Zelf vind ik het opvallend dat alle kerken, moskeeën, synagogen, feestruimtes, vergaderzalen, praktisch alle universiteiten , hogescholen en universiteiten gesloten zijn . Zelfs kerken waar al 800 jaar zondag aan zondag eredienst was, zijn nu weken dicht!!
Kerken: wedstrijd in leukigheid. Moskeeën machtsvertoon; bij mekka is nu het grootste winkelcentrum gereed gekomen…; Synagogen kunnen zo twistziek zijn wie het goed doet;
Scholen universiteiten: machtsspel van managers… aantallen en Cito-gemiddelden…
Vraag: de aloude vraag opnieuw als we straks weer samenkomen: God dienen, en mens en schepping….?
Dat brengt me bij de derde vraag: beseffen we de waarde van het leven zelf? Van je eigen leven, de dag van leven, je leven is per dag…/Lazarus is doodziek, en zijn zus Martha rent verontrust heen en weer… verwijten, angstig of boos: had Jezus niet eerder kunnen komen? Zus Maria zit stil, maar heeft ook de vraag: had het niet anders gekund? Begrijpelijk, want in een crisis versmalt het leven, alle aandacht wordt opgeëist door dit ene: stikstof? CO2? Vluchtelingen? De boeren?
Jezus komt en zegt : ik zal een werk Gods laten zien. Zoals bij Maria en Martha, ja, er is nu nood, stress en vragen, vernauwing van het leven en het perspectief en van van het uitzicht. Maar er komt ook een nieuw uitzicht, perspectief . Let op wat wel nu zichtbaar wordt…
Bemoedigen en troosten is de opdracht voor plaatsen zoals deze:  enerzijds de nood aanvaarden en eraan werken, en tegelijk  vanuit plaatsen als dit, een huis van God laten horen : een nieuw uitzicht er komt een nieuw besef van leven, een opstanding van leven.
Blijf vertrouwen houden, houd goede moed, laat niet angst of paniek over ons komen! Die zijn nog gevaarlijker dan het virus!
Heb je een paardenbloem in het gras, bloesem van de amandelboom  gezien? De vogels horen zingen?
De energie tijd voor kinderen zelf?
Bereid je voor op Pasen!
Tot slot : uitzicht en hoop troost zijn afhankelijk van vertrouwen:

  1. Ben ik Pasen – teken van nieuw uitzicht – wel waard? Waardeer ik mijn dag van leven?
  2. Vertrouw ik daarom dat de stem in de stilte, van God ook tot mij spreekt nu?

Barmhartig is

ZONDAG 22 MAART 2020

De ontwikkelingen volgen zich snel op in deze tijd van de corona-crisis. Sinds iets meer dan een week geldt het devies: om thuis te blijven, en buiten afstand te bewaren.
Dit devies komt ook tenminste tweemaal in de bijbel voor, ook in tijden van plagen. Ga mijn volk in uw huizen en doe de deur dicht; Houd u de tijd van de plaag rustig, totdat die voorbij gaat. (Jesaja 26: 20, Exodus en bij Noach in de ark).
Vanaf maandag gold dit ook voor de schoolgaande kinderen. De keukentafel werd leslokaal, en de woonkamer speelplaats. Mem en heit (vader en moeder) zijn veelal thuis en moeten daar een weg vinden. Een aantal kinderen ontving namens onze gemeente een bouwplaat en een dvd met een bijbelfilm. Om samen te maken, om samen te kijken. Vooral om het samen te redden.
Net als Noach maken nu families van hun huis een ark: zorg goed voor jezelf en voor de kinderen, voor wie aan je zijn toevertrouwd. Dit model van Noach passen Mozes en Jesaja toe in hun eigen tijd. En nu wij, dat is de beste aanpak, zoals het nu lijkt.
Sinds afgelopen vrijdag is het thuis-blijf devies uitgebreid naar verpleeghuizen, ziekenhuizen: blijf op je plaats. Behalve in geval van stervensnood: dan mogen kinderen en ouders elkaar bezoeken, om de balans op te maken, om afscheid te nemen, om de waarde van het geleefde leven zelf te ervaren. Dat is nu de keerzijde van de crisis: we kunnen ontdekken de waarde van het leven zelf… los van alle gereis, van werken en van wat al niet. In het lied van Jesaja 26 staan soms tegengestelde ervaringen:
vers 14 : de schimmen van de dood kennen geen opstanding;
vers 19: uw doden, Heer , zullen leven vinden; dat is kennelijk de waarde van het leven vinden. Het is allebei waar: kwetsbaarheid, ziekte en eindigheid schudden ons heen en weer: iedereen is er nu mee bezig; wat een gedoe ineens! Tegelijk de een in stilte en de ander in de drukte thuis maar beiden kunnen de waarde van het leven beseffen. En Jezus zegent deze inzet! Hij zegent de kinderen, maar vast ook de ouders, die weer kind waren van hun ouders. Daar is zegen, opstanding uit de dood.
Sommigen gaan veel verder: deze crisis is een straf van moeder natuur of van God of iets anders… Dat is mij nog te snel, te groots..
Laten we eerst zoeken naar zegen, naar bemoediging: Zoals Jezus de kinderen, de ouders en de grootouders zegent; of het nu is in de stilte van ouderen of in de drukte van een gezin: weet je gezegend in de vraag wat belangrijk is.
In vele kerken, synagogen, moskeeën en op andere plaatsen staan voorgangers stil bij de vraag naar moed, troost en zegen voor ons allen, Dat alleen al geeft moed.
Daarom willen wij ook vanaf deze plaats zegen zoeken: Medeleven en gebed voor wie werken in de zorg, voor wie ziek zijn, familie van overledenen;
En voorbede voor wie ons regeren om beslissingen te nemen.