Vredesduif

Een aantal jaren geleden gingen we naar Schotland. Ook naar het eiland Iona.

Het ligt voor de westkust van Schotland en is zo’n vijf bij twee kilometer groot. Om er te komen reis je via Glasgow naar de Schotse havenplaats Oban. Daar neem je de boot naar Mull en ga je bijna zestig kilometer over dat eiland om dan bij het laatste pontje te komen naar Iona, dat je al ziet liggen. Het lijkt aan het einde van de wereld, zeker wanneer het de hele dag regent en stormt. Iona is een spirituele plek. Sint Columba (521-597) arriveerde er in de zesde eeuw om er met twaalf gezellen een klooster te beginnen. Na een tijd van verval werd in de vorige eeuw het klooster weer opgebouwd en is iedereen van harte welkom. Vanuit dit klooster is een rijke traditie ontstaan van prachtige liederen. Eén daarvan is dit Pinksterlied.

Lied 701

Zij zit als een vogel, broedend op het water,
onder haar de chaos van de eerste dag;
zij zucht en zij zingt, moeder van de schepping,
wachtend op het woord totdat zij baren mag.

Het Hebreeuwse woord voor Geest is Ruach. Het is een vrouwelijke vorm. Een vrouwelijke gestalte van God, die wacht totdat ze mag baren als het woord klinkt. Zij doet denken aan Vrouwe Wijsheid uit Spreuken 8: 22-31, Als de Eeuwige de aarde schept door met zijn Woord grenzen aan de oerzee te stellen, is zij aan zijn zijde.

Zij zweeft boven zee, zweeft boven de bergen,
zoekend naar een plaats onder de hemelboog;
zij rust in de schoot, wachtend op het wonder
dat zich daar ontvouwt, verborgen voor ons oog.

Het beeld verschuift van zweven boven het water uit Genesis 1 en 2 naar zweven boven de bergen, op zoek naar een plek om te rusten. Dit doet denken aan de duif uit het verhaal van Noach uit Genesis 8: 8-12. Vervolgens wordt die rustplaats nader aangeduid als ‘de schoot’, zoals Gods moederschoot uit Psalm 139:13-16.

Zij danst in het vuur, schouwspel zonder weerga,
maakt de tongen los, taal en getuigenis,
bekeert, inspireert al wie naar haar luistert;
niets brengt haar tot zwijgen, vurig als zij is.

In vers 3 zitten we ineens midden in het pinksterverhaal uit Handelingen 2: dansend vuur, verbaasde toeschouwers, tongen van extase die eerst zwegen.

Want zij is de Geest, een met God in wezen,   
gift van de Verlosser aan zijn aardse bruid
de sleutel is zij, toegang tot de schriften,
vogel uit de hemel, witte vredesduif.

Het vierde vers vat alles samen: ‘zij is de Geest, één met God in wezen’. Het sluit aan bij de geloofsbelijdenis van Nicea, waarvan we dit jaar het 700 jarig jubileum vieren. In het lied komt de duif uit het verhaal van Noach en zijn ark weer terug, wit met een olijftak. Als teken van hoop wordt op Pinksterzondag de vredesvlag bevestigd aan de vlaggenmast van de Mande.

De pinksterbloem

I Petrus 1 vers 3

Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus: in zijn grote barmhartigheid heeft Hij ons door de opstanding van Jezus Christus uit de dood opnieuw geboren doen worden en ons zo levende hoop gegeven.

Het valt me op dat op dit moment zoveel pinksterbloemen bloeien in weilanden, langs de kant van de weg en in gazons. Ergens las ik dat ze vol zitten met vitamine C en vroeger veel gegeten werden om voorjaarsmoeheid te bestrijden. Na de koude winter leefden de mensen op na het eten van pinksterbloemen.

Pinksterbloemen bloeien altijd veel eerder dan Pinksteren en dat heeft niets te maken met de opwarming van de aarde, waardoor alles eerder bloeit.

Ze bloeien meestal omstreeks Pasen. In sommige streken heten ze ook Paasbloemen. De naam pinksterbloem komt niet van Pinksteren, maar van pinken. Pinken, jonge koeien die na de winter voor het eerst de wei ingaan. Pinkenbloemen zou een betere naam zijn.

Maar aan welk feest je de pinksterbloemen ook koppelt, van de boodschap van Pasen en met de boodschap van Pinksteren leeft een mens op, zoals mensen vroeger opleefden van het eten van Pinksterbloemen of paasbloemen in het voorjaar.

Aafke Nicolai

Op weg naar Pasen

Wij zijn onderweg naar Pasen, voor het zover is moeten wij nog door het dal van de drie dagen. Drie dagen, Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Paaszaterdag, dagen waar wij mensen er niet op ons Paasbest opstaan, integendeel.
Alle Passieverhalen uit de evangelies tonen ons een groep leerlingen van wie er één zijn meester verraadt, de ander verloochent hem en tenslotte laten allen hem in de steek. En dan hebben wij het nog niet over de priesters, farizeeën en Schriftgeleerden die Jezus uit afgunst aan de dood uitleveren of Pontius Pilatus die zijn rug niet recht houdt en bang voor zijn eigen positie Jezus overlevert.

De enigen die in deze rij niet thuis horen zijn een aantal vrouwen die Jezus blijven volgen, zij het van verre. Hoe kan in Godsnaam dit tafereel veranderen in een Paasverhaal?

Je zou het nooit geloven als het niet door diezelfde leerlingen was verteld die een ommekeer doormaakten die je niet voor mogelijk houdt. Het is dan ook niet hun eigen werk. Het is te danken aan die Ene, die ten einde toe en tot in de dood trouw is geweest aan zijn levensroeping en is afgedaald en meegegaan tot in onze verlorenheid. God met ons, Jezus, Redder is zijn naam.

Hij heeft geen kwaad met kwaad vergolden, en is door de Vader door de dood heen thuisgebracht en zijn Geest heeft van al die falende leerlingen getuigen gemaakt. Geen volmaakte mensen, maar mensen van hoop en nieuw leven om elke dag opnieuw op te staan en ruimte te geven aan het Leven opdat het aanschijn der aarde zal worden vernieuwd.

Ds. Aafke Nicolai

(Met dank aan Abt Thijs Ketelaars, nieuwsbrief Abdij van Egmond)

Ruimte scheppen voor een nieuw begin
Onderweg naar Pasen willen we af en toe stilstaan. Het heeft te maken met inkeer, met omkeer naar God en de ander. Besef van je eigen kwetsbaarheid.

In veertig dagen bereiden we ons voor het feest van Pasen
Hoe we op het getal veertig komen? Het tellen van de dagen begint op de woensdag vóór de eerste zondag in de veertigdagentijd. Die woensdag heet aswoensdag. Bij onze Rooms Katholieke broeders en zusters eindigt het carnaval en wordt op die dag een kruisje van as van de verbrande palmtakken van vorig jaar op het voorhoofd getekend. Vanaf aswoensdag tellen we door tot Pasen. Je zou dan op 46 dagen komen. Dat klopt. De zondagen tellen niet mee voor de veertig dagen. Wanneer je van plan bent om veertig dagen te minderen, dan geldt dat niet voor de zondagen. Dat blijven feestdagen.

Op de kerkelijke kalender is Pasen het belangrijkste feest
Belangrijker dan Kerst. De voorbereidingstijd voor kerst is vier weken. Voor Pasen hebben we zes nodig. In de protestantse traditie is steeds meer aandacht voor vasten. Bij vasten denk je aan minder eten, maar het kan ook iets anders zijn. Iets anders doen dan je gewend bent met speciale aandacht. Bijvoorbeeld elke week een kaartje sturen aan iemand die het nodig heeft. Of geen koekje bij de koffie. Of stille tijd invoeren. Ieder kan zelf iets bedenken om even stil te staan en je te bezinnen op het leven van Christus.

In onze gemeente bereiden we ons ook met zorg voor op het Paasfeest
Er zijn sobere maaltijden waar iedereen aan mee kan doen. Een sobere maaltijd is een vegetarische kop soep. Vaak erg smaakvol. Er is een speciaal collectedoel bij deze maaltijden. Ook dit jaar is er weer een 40 dagenkalender gemaakt door de ZWO-groep met mooie tips om te doen, gezegdes en uitspraken om over na te denken. Je kunt die kalender ook gewoon bij de tafel leggen, zodat je bij de maaltijd iets hebt om over te praten of na te denken. Tijdens de zes zondagen voor Pasen is er telkens een liturgisch bloemstuk, waarin verbeeld wordt met bloemen waar het in de Bijbeltekst over gaat.

Je bent uitgenodigd om even stil te staan op weg naar Pasen.

Lied 992

1 Wat wol de Hear noch mear fan ús      3 Wat wolle minsken mear fan ús
as dat wy earlik en trou op                         as dat wy brekke en diele
de wei gean fan ús God                               allyk ’t ús it foardiel is?

2 Wat wol de ierde mear fan ús         4 It is de Geast dy’t ús beweeecht
as dat wy tsjinje en hoedzje                Gods wil te dwaan en te soargjen
as minsken nei Gods byld?                 Foar al wat libje mei.

Ds. Aafke Nicolai

Samen zingen

 De kopij voor het kerkblad moet worden ingeleverd en vanavond is er een avondgebed en kerkenraadsvergadering. Meer dan genoeg te doen deze dag. De meditatie wil maar niet vlotten. Ik ben op zoek naar inspiratie. Zou muziek en zingen een passend onderwerp zijn? Bijvoorbeeld Psalm 96 of 146. Of het verhaal van David die op zijn harp speelde en met muziek koning Saul wist te kalmeren? Ik weet nog hoe het was in de coronatijd, toen we nog niet mochten zingen.

Terwijl ik het kerkblad schrijf wordt aangebeld. ‘We hadden toch afgesproken?’ Ik heb niet goed gekeken naar de datum en heb inderdaad afgesproken. ‘Kom binnen’ en ik zeg erbij ‘Dan moet je me wel helpen met mijn meditatie voor het kerkblad over muziek in de kerk’.

Muziek in de kerk is van wezenlijk belang. De kerk is de enige plek waar je samen zingt. En zij zegt: ‘Weet je nog. In de Mande werd volop samen gezongen op de kerst sing-in. Alle leerlingen van groep 1 tot en met groep 8 van de Dúnwizer deden dit jaar mee, met broertjes, zusjes, ouders en grootouders. De kerk was afgeladen vol. Ik vul aan ‘Op kerstavond moesten stoelen bijgezet worden in de Sint Piter. Koralen uit het Weihnachtsoratorium werden gezongen door een dubbelkwartet waar ikzelf in mee zong. Het grootste compliment was na de kerkdienst ‘De koorzang was mooi en we hebben samen ook heerlijk kunnen zingen’.

Op kerstochtend zong in de Mande Het Keningsfjild koor o.l.v. Gjildert van der Velde. Met de gemeente en het koor was het opnieuw een feest van bekende en soms wat onbekende kerstliederen. Mijn gast werkt in een verpleeghuis, zij vertelt ‘Na de maaltijd zette een collega de radio midden op tafel. De anders zo rustige bewoners zongen mee met de muziek en bewogen! Het was een bijzonder moment.’ ‘Samen zingen’ verbindt en is van onschatbare waarde. Samen zingen verdiept je geloof.

We zijn gezegend dat we zulke mooie kerken hebben en geweldige organisten, zangers, kosters, kerkenraad en vrijwilligers, die hiervoor zorgdragen.

Ds. Aafke Nicolai

Je bent een engel

Dat zeggen we of denken we wanneer iemand precies op het goede moment een handje komt helpen of een opbeurende opmerking spreekt. Wanneer iemand de tijd voor je neemt en je daar net behoefte aan had. Wanneer je overspoeld was door zorgen. Hoe doet iemand dat ‘een engel zijn’?
Een engel doet iets goed, waardoor de wereld er even wat lichter uitziet.
Een engel verschijnt onverwacht, niet gepland. Op de juiste plek op het goede moment.
Daarom lijkt het net of engelen vleugels hebben. Ze komen onverwachts aanwaaien, zonder aankondiging. Het heeft iets hemels, alsof ze verwijzen naar God.
Dat verrassende en onverwachte ervaar je ook wanneer je zelf een ander helpt. Je wist niet dat het zou gebeuren, en ineens zie je het en is je hulp nodig. Het is net wat op dat moment nodig is.

In al dat engelengebeuren ligt ook een boodschap verborgen. Een engel is namelijk een boodschapper van God.Wie voor een ander een boodschapper wordt, is tegelijkertijd ook een boodschapper van Gods liefde voor de mensen.
Waar mensen elkaar helpen bouwen we aan vrede op aarde, zoals de engelen op het veld de herders aankondigden ’Vrede op aarde aan alle mensen die hem liefhebben’.  Die boodschap van de engelen tillen ons op uit het aardse dal. Hoe vaak hebben we het te druk, zijn we te moe en lopen we aan elkaar voorbij?
Laten we het voorbeeld van de herders volgen en met eigen ogen de Messias aanschouwen. De hemelse boodschap van liefde en vrede vinden we juist in dit kleine aardse kind.
Dit kind laat je weer zien waar je een engel voor de ander kunt zijn …zo geef je het kerstlicht door aan elkaar.

Een gezegend kerstfeest toegewenst.

Aafke Nicolai

Van welk seizoen houd jij het meest?

Je denkt dan niet direct aan de herfst. Ik las een boek met de intrigerende titel ‘Geloven in seizoenen’. Het begint met de herfst. Daar zitten we nu zeker in.
De bladeren verkleuren en vallen van de bomen. Het is ook de tijd van de oogst.
Op zondag 10 november is er een oogstdienst. De herfst maakt melancholisch. Het kan ook herfst zijn in de kerk. In Johannes 6 vers 66 staat: ‘Toen trokken veel leerlingen zich terug en gingen niet verder met hem mee’. Dit is herkenbaar.
De kerken zijn minder vol. Het doet pijn om dat te constateren.
Het verhaal uit Johannes 6 gaat verder. In vers 67 staat: ‘Jezus vroeg nu aan de twaalf: ‘Willen jullie soms ook weggaan?’ De gemeente van Christus wordt kleiner, maar er zijn er ook die blijven en een prachtige veelkleurige herfstboom vormen.

In vers 68 staat: Simon Petrus gaf antwoord: ‘Naar wie zouden we moeten gaan, Heer? U hebt woorden van eeuwig leven’. Hij wil Jezus voor geen goud missen.
Petrus blijft, het is de vrucht van bezinning op wat voor hem echt van waarde is. Misschien liep je eerder mee met de massa. Iedereen hoorde immers bij een geloofsgemeenschap. Nu is het een bewuste keuze. In vers 69 staat: ‘en wij geloven en weten dat u de heilige van God bent.’
Geloven is vertrouwen in wat je nog niet ziet, zoals in de knoppen van de bomen al nieuw leven verborgen zit. Daar mag je op vertrouwen.
Het is pijnlijk dat minder mensen betrokken zijn bij kerk en geloven. Je kunt het vergelijken met een boom die zijn bladeren verliest in

de herfst. Het levert een andere veelkleurige boom van gelovigen. De vrucht van het verlies is dat je beseft hoe kostbaar je geloof is. In de knop zit de langverwachte toekomst van God met de mensen verborgen. Ik vind de herfst een hoopvolle tijd.

Aafke Nicolai

 

Opa

Enige tijd geleden heb ik samen met mijn moeder de zolder opgeruimd. Daar lagen jarenlang bewaarde schriftjes, albums, foto’s en knutselwerkjes. Alles door je handen. O kijk, dat is nog een brief van tante Minke of een tekening van toen ik in de eerste klas zat. Of een zelf ingeplakt album met plaatjes van het koninklijk huis. Ook vond ik een los blaadje. Uit mijn oude poëziealbum. Het album was al helemaal uit elkaar gevallen. Dit ene blaadje zweefde tussen alle andere papieren herinneringen. Ik pakte het op en las het. Het doet me denken aan een bekend Bijbelverhaal. Bij de evangelisten Matteüs, Markus en Lukas is het te vinden.

Het is een gelijkenis van Jezus, waarin hij vertelt van de zaaier. Kwistig strooit de zaaier met brede gebaren het zaad op de aarde.  Er valt zaad op de weg. Het wordt vertrapt en door de vogels opgegeten. Er valt ook wat zaad op rotsachtige bodem, het schiet op en verdroogd door gebrek aan water. Ander zaad valt tussen de distels, de distels schieten op en verstikken het. Er valt ook wat zaad in vruchtbare aarde en dat brengt honderdvoudig vrucht voort.

Mijn opa schreef in het poëziealbum van zijn kleinkind in zijn prachtige schoolmeesterhandschrift het volgende:

En…. nog een versje voor Aafke Johanna.

 Strooi vandaag een enk‘le bloem op des naastenpad,
strijk hem van ’t bezorgd gelaat enk’le rimpels glad,
lenig smart of droog een traan,
breng een enk’le zegen aan,
doe een woord van liefde horen
en…je dag is niet verloren.

Van je opa Johannes

Ds. Aafke Nicolai

‘Als nieuw!’

Protestantse gemeente It Keningsfjild sluit aan bij het jaarthema van de Protestantse Kerk: ‘Als nieuw! Leven in het licht van Gods Koninkrijk!’.

Het daagt uit om verantwoordelijkheid te nemen voor de medemens en voor de schepping.

‘Als nieuw! Leven in het licht van Gods Koninkrijk’ is inhoudelijk gebaseerd op het hoofdstuk ‘Van U is het Koninkrijk’ uit de visienota van de Protestantse Kerk. Scriba René de Reuver zegt daarover: “We bidden om de komst van het koninkrijk van God. Tegelijkertijd weten we door het woord van Jezus dat het koninkrijk nabij is, onder ons, hier en nu. Het is overal waar Jezus zich laat vinden en wij ons door Hem laten vinden. Dit vraagt om de levenskunst van scherp zien en onderscheiden waar het op aankomt. Zoals Paulus zegt: ‘Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.’ Deze levenshouding daagt ons uit om ‘als nieuw’ te leven.

Door te bidden, te zingen, te vieren en het goede te doen voeden we deze hoopvolle levenshouding.

 De illustratie van het jaarthema betekent het volgende.

  • Het gouden hart en de kroon worden tegelijk vastgehouden. Waar hart en handen bij elkaar komen, gebeurt er iets.
  • De handen (in gebed) reiken naar elkaar en geven zo het geloof handen en voeten.
  • De witte lijn is een kroon, en tegelijkertijd een kring van mensen die met elkaar verbonden zijn, samen zingen, samen bidden.
  • De schaduwlijn met gebogen hoofden: elkaar steunen in vreugde en verdriet.

Het is een inspirerend thema en het zal dit jaar telkens terugkomen in de activiteiten. Als eerste op de startzondag 29 september.

Ds. Aafke Nicolai

Bomen

Kortgeleden waren we een paar dagen in Duitsland en huurden een huisje in het bos. Wanneer je naar buiten keek zag je bomen. Geboren op de klei heb ik een voorliefde voor weidse uitzichten en wind. Maar bomen zijn belangrijk en onmisbaar voor ons milieu. In de omgeving van It Keningsfjild zijn we gezegend met bomen en weidse uitzichten. Wanneer ik aan bomen denk gaan mijn gedachten naar Psalm 1, daar worden mensen vergeleken met bomen.

Gelukkig de mens
die niet meegaat met wie kwaad doen,
……………………
Hij zal zijn als een boom,
geplant aan stromend water.
Op tijd draagt hij vrucht,
zijn bladeren verdorren niet.
Alles wat hij doet komt tot bloei.

Het roept bij mij een beeld op van vakantie. Hopelijk is er af en toe tijd om stil te staan, bij stromend water, een riviertje of beek. Waar je even uitrust en tot jezelf kunt komen. De omgeving in je opneemt en geniet van het moment. Want dat is de betekenis van vakantie, loskomen van alles wat moet van jezelf en anderen. Dat geeft ruimte om echt te zien wat voor moois de aarde te bieden heeft. Toen het in een kerkdienst die ik bezocht over Psalm 1 ging, werd mij eens gevraagd: Wanneer jij een boom was, welke boom zou jij dan willen zijn? Die vraag zette mij aan het denken over wie je bent en hoe je wilt zijn. Voel je je een robuuste kastanjeboom of een heerlijk geurende meidoorn of toch meer dat vrolijk bloeiende krentenboompje in het voorjaar. Iedere boom heeft, net als ieder mens, eigenschappen die uniek zijn. Ik lees in Psalm 1 dat God wil dat jij tot je recht komt zoals je bent, met al je eigenschappen, die bij je horen. Karel Eykman schreef bij iedere psalm een gedicht. Een stukje uit het gedicht dat hij schreef bij Psalm 1.

Als ik je zo zie
ben ik trots op jou.
Ik zou je mee willen geven:
Blijf nieuwsgierig en blijf overeind.
Ik wens dat we af en toe even stilstaan
en ons laten voeden door de bron van levend water.

Aafke Nicolai

Tobit: het leven als reis

Reizen zit mensen in het bloed. Wanneer het naar de zomer toe warmer wordt en de dagen langer, dan krijgen veel mensen zin om erop uit te gaan. Tegenwoordig hoef je niet eens meer zelf op reis om avonturen te beleven. Er zijn vele boeken met reisverhalen en tv-programma’s met reizigers.

Onze Belgische vrienden Aernoud, Philippe en Ruben liepen door de lage landen en ik herkende de route.
Ook in de bijbel staan reisverslagen. Het bekendste verhaal is dat uit Exodus. De naam zegt het al. Het volk trekt uit het land van de Egyptenaren op zoek naar een beter bestaan. Exodus betekent letterlijk uittocht. Jozef en Maria gaan op reis naar Bethlehem. Reizen gaat over de mogelijkheid om te groeien en nieuwe dingen te leren. ‘Waarheen je ook gaat, ga met je hele hart’, luidt een oude Chinese uitspraak. Dat is misschien wel een treffende samenvatting van het Bijbelboek Tobit.

Het boekje Tobit staat in de protestantse bijbel bij de deuterocanonieke boeken. Deze boeken hebben het net niet gehaald. Zij staan op de tweede plaats. Volgens de traditie worden de deuterocanonieke boeken wel gelezen, maar wordt er niet uit gepreekt. Veel mensen zullen daarom dit boekje niet kennen. Toch is het een prachtige vertelling, klein en fijn.
Rembrandt was bijzonder geïnspireerd door het boekje Tobit. Hij schilderde en tekende het verhaal en maakte etsen.
In de zomerperiode wil ik voor één keer toch preken over Tobit, in totaal drie keer.
Graag zou ik gemeenteleden willen uitnodigen met mij mee te lezen en mee de preek voor te bereiden. We gaan drie keer met elkaar een stukje uit Tobit lezen als voorbereiding op de overdenking.
De data zijn 20 juni, 25 juni en 11 juli, van 19.00 uur tot uiterlijk 20.00 uur in de Sint Piter te Ureterp. Opgeven mag, is niet nodig.

Ds. Aafke Nicolai

Rood

Wanneer ik voorga in de Mande of de Sint Piter doe ik in de consistorie mijn toga aan en pak een stola van de kleerhanger. Het vaakst de groene, ietsje minder vaak de paarse, nog weer minder vaak de witte en twee keer de rode stola. Soms is er enige verwarring. Welke kleur hoort bij deze zondag?
Dan check ik dat vaak nog even in het Dienstboek. Wel handig dat de kleur die over mijn schouders hangt overeenkomt met de kleur van het antependium, het kleed dat voor de tafel hangt. Op sommige dagen mag je kiezen.
De zondag na Pinksteren bijvoorbeeld. Je kunt dan kiezen voor wit of rood.
Bij Pinksteren hoort de kleur rood. Het rode antependium en de rode stola wordt alleen gebruikt met Pinksteren en de bevestiging van ambtsdragers. In Bakkeveen valt dit samen en is dit jaar dus maar één keer rood.

Rood heeft een dubbele betekenis. Rood staat voor liefde, passie en wijn, voor rode rozen en de rode loper. Rood heeft ook een andere kant. Het is ook de kleur van bloed en oorlog. De leerlingen van Jezus kunnen niet langer aanzien wat er om hen heen gebeurt. Zij hebben het bloed van Jezus gezien. Zij kunnen dat beeld van hun geslagen Heer niet uit hun hoofd krijgen. De leerlingen van Jezus hebben zich opgesloten. Weg, weg van verdriet en ellende, weg van teleurstelling. Maar dan waait er plotseling een verwarmende wind, die de luiken openrukt en de leerlingen naar buiten stuurt. Ga, ga erop uit. Niet het rood van het bloed zal het winnen, maar het rood van de vurige liefde en warmte van God voor ons.

Ds. Aafke Nicolai

Maak het verhaal af en kleur zelf de plaatjes

We zijn in de laatste weken een eind opgelopen met de verhalen van Marcus.
In korte en snelle pennenstreken schetst hij zijn evangelie. In Marcus 16 lezen we hoe Jezus wordt neergelegd in het rotsgraf in de tuin van Jozef van Arimathea. In zijn opstandingsverhaal wordt veel opengelaten. De vrouwen staan bij een leeg graf.
De verteller kleurt de plaatjes niet in, alsof hij zijn lezers wil zeggen: ‘Nu is het de beurt aan jou! In jouw leven wordt dit verhaal verder vertelt. Jij maakt deel uit van dit verhaal. Aan jou zal te zien zijn of het leven de dood overwint’.
Hoe doe je dat? Het begint met vertrouwen.
Daarover lezen we de komende weken. Zoals we erop mogen vertrouwen dat na elke winter het voorjaar begint. De zwarte schijnbaar dode aarde weer gaat leven.
Zo mag je vertrouwen hebben op een nieuw begin, na dood en verdriet, na mislukking en teleurstelling, telkens weer.
De Bijbelverhalen gaan met ons mee en laten zien hoe de volgelingen van Jezus op weg gaan. In het liedboek staat een lied dat een nieuw begin bezingt.

Lied 858 vers 1 en 2

Vernieuw in ons, o God,
uw liefde, lentelicht.
Herstel ons naar uw beeld en strijk
het kwaad uit ons gezicht.

Beadem ons, o Geest,
met wonderlijke kracht,
dan opent zich het leven weer,
een bloem in volle pracht.


Zie de oproep bij de kerkdienst van 14 april om een foto van de lente te sturen.

Aafke Nicolai

Bijna thuis

Henri Nouwen schreef een zeer geliefd boek met als titel ‘Eindelijk thuis’.
Daarin vertelt hij het verhaal van de verloren zoon aan de hand van het schilderij van Rembrandt over deze gelijkenis. Ik las kortgeleden de biografie van Etty Hillesum. Daarin gaat het over de ontwikkeling die Etty doormaakt.
Van een onrustige en zoekende ziel wordt zij een standvastige vrouw, die rust vindt in zichzelf, thuis is bij zichzelf. Ik zou bijna zeggen dat zij de goddelijke kern in zichzelf heeft gevonden. Zo gaat elk mens op weg in het leven.
Wanneer je op weg bent, op reis, zijn er altijd en overal vragen: Waar kom je vandaan, waarom ben je hier, waar ga je naartoe?
In het geloof vind je antwoord op die grote vragen.
Gaandeweg ga je leren waarom je hier bent op aarde, met vallen en opstaan.
Paasmorgen loopt er iemand verloren rond: Maria.
Ze is geestelijk dakloos, en weet niet meer waar ze het zoeken moet.
Alleen het graf is nog de tastbare herinnering aan haar geliefde rabbi.
En dan is Jezus daar die zegt: Maria!
Hij ziet tranen, twijfel, teleurstelling, pijn en hij komt tegemoet en noemt bij de naam. Zó doorbreekt hij de eenzaamheid.
‘Ik heb je bij je naam geroepen-Je bent van mij’(Jesaja 43: 1).
Christus zoekt ons.
Hij komt ons tegemoet, hij wil onder ons wonen. Nog voor wij hem zoeken komt hij ons tegemoet. Zijn laatste woorden zijn in het evangelie van Matteüs:
Zie ik ben met jullie alle dagen tot aan de voltooiing van deze wereld (Matteüs 28: 20).
Telkens laat hij weer een glimp zien van nieuw leven, van hoop, van liefde en komt hij, vaak door mensen heen, tegemoet.
Met Pasen mogen we thuiskomen.

Voor mensen die naamloos,
kwetsbaar en weerloos
door het leven gaan,
ontwaakt hier nieuw leven,
wordt kracht gegeven:
wij krijgen een naam.

 

(lied 647 vers 1)

Aafke Nicolai

Kiezen

We lezen in de maanden januari en februari steeds uit het boekje Marcus. Ik schrijf boekje, omdat het kleinste van de evangeliën is. Dat is zeker te merken bij het verhaal dat we lezen op de eerste zondag van de veertigdagentijd. Op zondag 18 februari lezen we het verhaal dat wordt omschreven als ‘de verzoeking in de woestijn’. Blijkbaar is het belangrijk dat je bij het begin van de veertigdagentijd nadenkt over wat je belemmert in het leven om het goede te doen. Bij de Rooms Katholiek broeders en zusters heet het de vastentijd. Een periode dat je bewuster leeft. Je doet iets niet. Bijvoorbeeld: geen koekjes eten, minder alcohol drinken of minder autorijden en vaker fietsen. Het kan ook iets zijn dat je dan juist wel doet. Bijvoorbeeld: bewust elke week een bezoekje brengen, een kaartje sturen of vaker vegetarisch eten.
Sommigen doen het geld dat je daarmee bespaart in een spaarpot en geven het aan een goed doel. Het is goed om op tijd na te denken over wat je dit jaar gaat doen.

De veertigdagenkalender van de ZWO-commissie van It Keningsfjild kan je op weg helpen.

Dit jaar lezen we Marcus 1: 12-15. Jezus wordt in de woestijn op de proef gesteld door de duivel. Matteüs en Lucas vertellen uitgebreid over de verleidingen waar Jezus aan blootgesteld wordt. Marcus vult het niet in. Ik hoorde eens een collega zeggen: ‘Je weet zelf wel wat je beproeving is’. Doe er dan deze veertigdagentijd iets aan.

Elke dag is er weer een nieuwe kans om het goed te doen.

Gebed om voor het goede te kiezen:

   Goede God,
Ik weet niet hoe het is om in een woestijn te zijn.
Wel ken ik woestijn ervaringen in mijn leven.
Momenten van eenzaamheid en wanhoop.
Wanneer ik denk ‘komt het wel goed’.
Jezus ging er heen om na te denken.
Veertig dagen lang.
Ik weet niet of ik het zou volhouden, God.
Misschien als U mij zou helpen?
En wat als er ook nog stemmen kwamen
die zeiden dat ik niet in U moet geloven,
dat ik weg zou mogen uit de woestijn
eten en drinken zou krijgen en gelukkig worden?
Wat zou ik dan kiezen?
Wij bidden U: Help mij
om voor het goede te kiezen
en te geloven in het Goede Nieuws.
Amen

Ds. Aafke Nicolai