Hervormde Kerk Bakkeveen
Historie
Delen uit de toespraak van Tjitse Bouma tijdens de laatste eredienst in de Hervormde Kerk van Bakkeveen op 19 februari 2012.
Nu we hier vanmorgen onze laatste dienst houden en afscheid nemen van deze kerk wil ik met u terug kijken in de tijd. Hoe het geloof in Bakkeveen is ontstaan. Het eerste prille begin was in 1168. Toen liet de eerste abt (een zekere Freark) van het klooster Mariengaarden Hallum een jonge monnik achter in Bakkeveen. Deze monnik heette Van Herman Jozef. Deze monnik is zeer actief geweest in deze streken. Waarschijnlijk is dit het eerste begin geweest van kerkelijke activiteiten in Bakkeveen. De derde abt van het klooster in Hallum was een zekere Tseard. Hij stichtte uit dankbaarheid voor de geschonken turf, aan de Beakendyk een kapel. Deze kapel kreeg de naam Mariahof. Er was een kerkhof bij en natuurlijk een pastoor. Het begon er aardig op te lijken. De vijfde abt van het klooster in Hallum kreeg een stuk turfland. Uit dankbaarheid richtte hij een uithof op in Bakkeveen. Een uithof was een soort boerderij waar men aan turfwinning deed en schapen hield voor wol en vlees. Een belangrijk man uit die tijd was Dodo. Dodo is de deftige naam voor Doede. Hij was een rijke boer, maar hij schonk als zijn bezittingen aan het klooster in Hallum. Hij bouwde in Bakkeveen een kluis (klein klooster) Hier diende hij God in alle eenzaamheid. Deze kluis stond op het Kloosterkampe. Ook wel Ûnwaerskampke genoemd achter onze begraafplaats. Maar toch liep het schijnbaar niet zo goed. Misschien omdat er te weinig mensen woonden, want in 1243, 75 jaar na het prille begin, wordt het zielenheil van de Bakkeveners overgedragen aan de pastoor van Duurswoude. Het is mogelijk dat de kapel in Bakkeveen nog wel gebruikt werd voor de erediensten, maar men was aangewezen op de pastoor van Duurwoude. De kapel heeft er gestaan tot 1578. In 1622 is de kapel een ruïne en in 1763 zijn de overblijfselen nauwelijks meer te vinden. Tot 1856 konden de mensen uit Bakkeveen die naar de kerk wilden, in Duurswoude terecht. Maar er woonden ook maar weinig mensen in Bakkeveen. Het is bekend, dat er in 1622 maar 2 gezinnen woonden. Het dorp Bakkeveen kwam weer tot leven na het graven van de vaart met sluizen voor de afvoer van de turf. Vanuit Drachten begon men te graven via Ureterp, Frieschepaalen, Siegerswoude, door Bakkeveen naar Waskemeer. In 1680 was de vaart klaar tot Waskemeer. In 1711 probeerde Jonkheer Tjeard van Aylva een kerk te stichten in Bakkeveen. Maar dit lukte niet. Het lukte wel in 1856 met behulp van het hele dorp onder leiding van de mannen die op de steen staan boven de deur van de kerk. Sikke Sikkema, L. Brouwer, R. de Jong en Jannes Terpstra. Ook de synode van de Hervormde Kerk heeft een belangrijke bijdrage geleverd. Het is een mooie sfeervolle kerk geworden.
De Hervormde kerk van Bakkeveen werd gebouwd in 1856. Halverwege de 19de eeuw lukte het een aantal lieden voldoende geld bij elkaar te krijgen voor de bouw van een eigen kerk. De Synode van de Herv. Kerk leverde een belangrijke bijdrage, maar het merendeel werd echter door de inwoners van Bakkeveen bijeen gebracht. Toen kon onder leiding van de heren Sikke Sikkema, L. Brouwer, R. de Jong en Jannes Terpstra met de bouw worden begonnen. Het is een mooie sfeervolle kerk geworden. Die beeldbepalend en de trots van het dorp geworden is, waarvan de bewoners vanaf het begin, in de korst mogelijke tijd, kans zagen de middelen die nodig waren voor onderhoud en restauratie bijeen te brengen. De kerk is in het voorjaar van 2012 verkocht.
Het orgel
Het orgel is een verhaal apart. Lang moest men het doen met een harmonium dat op de kreake stond, eigenlijk vond men dit maar niks. Een paar handige kerkleden ging de zaak opknappen. Van bezemstelen en ander rondhout maakte men een orgelfront, zodat het echt leek. De organist was echter minder gelukkig, hij kon n.l. de predikant niet meer zien, geen probleem een paar pijpen werden draaibaar gemaakt en als het nodig was werden ze gewoon opzij gedraaid.
In 1963 kwam hieraan een eind. Een paar gemeenteleden ontdekten dat bij orgelbouwer Leeflang in Apeldoorn een gebruikt orgel lag. Dit werd gekocht voor f. 6.000,–. Weer zag het dorp kans dit bedrag in een paar weken bijeen te brengen. Lang werd over de aanschaf van het orgel geheimzinnig gedaan. Er zou van alles mee aan de hand zijn. Dit bleek echter mee te vallen. Het orgel komt uit de gereformeerde kerk uit Stad aan het Haringvliet. Na de watersnoodramp van 1953 waren veel orgels in diverse kerken onherstelbaar beschadigd. Er werden veel acties gehouden om geld te verzamelen, Vanuit Engeland kwam veel geld, bestemd om orgels te repareren en te vervangen. Zo ook dit orgel. De firma Leeflang uit Apeldoorn plaatste een nieuw orgel in de Gereformeerde Kerk in Stad aan het Haringvliet. Toen het oude orgel verwijderd was bleek dat de schade veel geringer was dan men aanvankelijk gedacht had. Het werd dan ook niet weggegooid zoals oorspronkelijk de bedoeling was. Het werd opgeslagen ergens op een zolder. In principe mochten de vervangen orgels niet verkocht worden. Leeflang leverde het orgel voor de plaatsingskosten in de kerk van Bakkeveen (f.6.000,–). Om geen last te krijgen liet hij de transactie lopen via een werknemer die ook het orgel plaatste en repareerde. De hele transactie was dus volkomen legaal.
In 1963 moest het orgel gerestaureerd worden, door lekkage en krimpen verkeerde het orgel in zeer slechte staat. Dit gebeurde door de firma Bakker en Tamminga uit Leeuwarden. Men was zeer verbaasd over de verscheidenheid van materiaal en pijpen die in het orgel zaten. Sommige pijpen dateerden uit 1780. Deze reparatie kostte veel meer dan wat het orgel gekost had n.l. f.30.000,–. Ook dit bedrag kreeg men in korte tijd bij elkaar.
Het oorspronkelijke orgel was gebouwd door een van de Meulen uit Gouda. Geen echte orgelbouwer. Hij reisde met zijn wagen Zuid Holland en Zeeland door. Repareerde en stemde overal waar dit nodig was orgels. Door zijn werkwijze verzamelde hij een geweldige voorraad materiaal. Hiervan maakte hij af en toe een nieuw orgel. Omstreeks 1990 werden er open kerkdagen gehouden en in de kerk kwam een echtpaar op bezoek dat met vakantie was in Bakkeveen. De man werd volkomen lyrisch toen hij het orgel zag. Het bleek dat deze man jarenlang dit orgel had bespeeld in de Stad aan het Haringvliet en kende veel van de geschiedenis van dit bijzondere orgel.
Bij de verkoop van de kerk in 2012 is het orgel geschonken aan het harmonium museum in Paasloo waar het weer volledig is opgebouwd.
Het orgel uit de voormalige hervormde kerk te Bakkeveen, dat na verkoop van de kerk opgebouwd was in Paaslo, is door bemiddeling van de Vrienden van Sint-Petersburg aangekocht voor de voormalige Nederlandse kerk in St. Petersburg.
Inmiddels is deze kerk gerenoveerd en “ons” orgel daar weer in elkaar gezet en in gebruik genomen.
Informatie hierover is te vinden op de site van “Vrienden van Sint-Petersburg”.
Mocht u het orgel willen beluisteren dan kan dat via YouTube, waarbij het orgel wordt bespeeld door verschillende organisten in St. Petersburg. Dit orgelconcert is te beluisteren op: https://m.youtube.com/watch?v=uOHceCOz2Qg
Een andere mogelijkheid om het orgel te beluisteren kan door bij YouTube te zoeken naar “orgelconcert in St. Petersburg” en/of naar “former dutch church organ concert”, waarbij naast een uitleg en rondleiding het orgel bespeeld wordt.
Andries Bakker
Voormalige Nederlandse kerk Nevsky 20, Sint-Petersburg
Een stukje Bakkeveen in Vaticaanstad.
Al eeuwen worden er pelgrimstochten naar Rome ondernomen. Eertijds was zo’n reis een geweldige en uitputtende onderneming. De pelgrims moesten worden opgevangen en de gelegenheid krijgen tot zichzelf te komen. Daarom werden in Rome door de verschillende volkeren kleine kolonies gesticht, bestaande uit o.a. een kerkje, woonverblijven, een boerderij en een kerkhofje. Ook de Friezen hadden een kerkje, dat na een herbouw, waaraan een verwoesting vooraf gegaan was, in de twaalfde eeuw ingewijd werd. Op den duur raakte het kerkje min of meer in vergetelheid. Het kwam er verwaarloosd uit te zien, tot verdriet van enkele mensen. Deze hebben er voor gezorgd, dat de kerk van de Friezen of het Friezenkerkje, weer werd gerestaureerd en een ontmoetingsplaats voor de Nederlanders werd.
Vooral een man uit Joure, Lodewijk Damsma, heeft zich ingezet om dit doel te verwezenlijken. Hij kwam ook met een origineel idee: van ongeveer 1000 tot 1500 werden kloosters en kapellen opgetrokken uit kloostermoppen, âlde friezen, prachtige, gebakken stenen. Damsma kwam op de gedachte uit elke plaats in Friesland, waar zo’n bouwwerk had gestaan, een kloostermop te verkrijgen. We moeten daarbij bedenken, dat Friesland eertijds veel groter was. Stad en land werden afgereisd, ruwweg van Zeeland tot Denemarken weden zo’n 500 stenen verzameld. Uit dit aantal zijn ongeveer 200 uitgezocht. Hiervan werd in het Friezenkerkje een muur gemetseld. Wat heeft dit nu met Bakkeveen te maken? Welnu, in Bakkeveen is een uithof, een soort van dependance, van een groot klooster ui Hallum geweest. Van deze uithof is bijna niets overgebleven en evenmin van de vele kloosters in Friesland. Het enige wat nog restte waren enkele kloostermoppen. Eén hiervan is ingemetseld in de muur van de kapel van de kerk, Het Friezenkerkje staat dichtbij de machtige Sint-Pieterskerk. De steen uit Bakkeveen is de derde van rechts in de vierde rij van onderen.