Voorganger: ds. J.P. van Olffen, Menaam
Liturgie:
- Kaars brandt
- Orgelspel
Lied 23 B: 1, 2 en 5; De Heer is mijn herder - Binnenkomst kerkenraad
- Mededelingen
- Votum
- Groet
- Zingen: Lied 304; (3 coupletten) Zing van de Vader die in den beginne
- Gebed
- Zingen: Lied 1003 : 1 en 2 en 3 en 4; Stil is de straat.
- Stilte, moment van gebed [Ukraine]
- Zingen: Lied 1003 : 5; Stil is de straat.
- Gebed om de Heilige Geest
- Schriftlezing:
Ezechiël 37 : 15-28, nbv21 (leesrooster)
15 De HEER richtte zich tot mij: 16‘Mensenkind, neem een stuk hout en schrijf daarop: “Juda, en de Israëlieten die bij hem horen.” Neem dan nog een stuk hout en schrijf daarop: “Jozef” – dat is het stuk hout van Efraïm – “en heel het volk van Israël dat met hem verbonden is.” 17 Voeg die twee samen tot één geheel, zodat ze in je hand één stuk hout vormen. 18 En als je volksgenoten je vragen: “Wil je ons vertellen wat je hiermee bedoelt?”, 19 zeg dan: “Dit zegt God, de HEER: Ik neem het stuk hout van Jozef – dat van Efraïm dus – en van de stammen van Israël die met hem verbonden zijn, en Ik leg dat tegen het stuk hout van Juda aan. Ik maak er één stuk hout van, in mijn hand zullen ze één worden.” 20De stukken hout waarop je geschreven hebt, moet je duidelijk zichtbaar in je hand houden, 21 en dan zeggen: “Dit zegt God, de HEER: Ik haal de Israëlieten weg bij de volken waar ze terechtgekomen zijn, Ik zal ze overal vandaan bijeenbrengen en ze naar hun eigen land laten gaan. 22 Ik zal één volk van hen maken in het land en op de bergen van Israël, en één koning zal over hen allen regeren. Niet langer zullen ze uit twee volken bestaan en verdeeld zijn in twee koninkrijken. 23 Ze zullen zich niet meer verontreinigen met hun afgoden en hun afschuwelijke misdaden, Ik zal hen van hun zondige ontrouw redden en hen reinigen. Zij zullen mijn volk zijn en Ik zal hun God zijn. 24 David, mijn dienaar, zal hun koning zijn, en samen zullen ze één herder hebben. Mijn regels zullen ze in acht nemen en mijn bepalingen zullen ze naleven. 25 Ze zullen wonen in het land dat Ik aan mijn dienaar Jakob gegeven heb, het land van jullie voorouders. Zij en hun kinderen en de kinderen van hun kinderen zullen daar voor altijd wonen, en mijn dienaar David zal voor altijd hun vorst zijn. 26Ik sluit met hen een vredesverbond, een verbond dat eeuwig zal duren. Ik zal hun een vaste woonplaats geven en hen talrijk maken; mijn heiligdom zal voor altijd in hun midden staan. 27 Bij hen zal Ik wonen; Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn. 28En de volken zullen beseffen dat Ik, de HEER, Israël heilig doordat mijn heiligdom voor altijd in hun midden is.”’
- Zingen: Lied 283 : 1, 4 en 5; In de veelheid van geluiden
[m = Hoger dan de blauwe luchten, en de sterretjes van goud; Rust mijn ziel, uw God is Koning]
- Schriftlezing: Johannes 8:1-11, nbv21
1 Jezus ging naar de Olijfberg, 2en vroeg in de morgen was Hij weer in de tempel. Het hele volk kwam naar Hem toe, Hij ging zitten en gaf hun onderricht. 3Toen brachten de schriftgeleerden en de farizeeën een vrouw bij Hem die op overspel betrapt was. Ze zetten haar in het midden en 4zeiden tegen Jezus: ‘Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt toen ze overspel pleegde. 5 Mozes draagt ons in de wet op zulke vrouwen te stenigen. Wat vindt U daarvan?’ 6Dit zeiden ze om Hem op de proef te stellen, om te zien of ze Hem konden aanklagen. Jezus bukte zich en schreef met zijn vinger op de grond. 7 Toen ze bleven aandringen, richtte Hij zich op en zei: ‘Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen.’ 8Hij bukte zich weer en schreef op de grond. 9Toen ze dat hoorden gingen ze weg, een voor een, de oudsten het eerst, en ze lieten Hem alleen, met de vrouw die in het midden stond. 10Jezus richtte zich op en vroeg haar: ‘Waar zijn ze? Heeft niemand u veroordeeld?’ 11‘Niemand, Heer,’ zei ze. ‘Ik veroordeel u ook niet,’ zei Jezus. ‘Ga naar huis, en zondig vanaf nu niet meer.’
- Zingen: Lied 835 : 1 en 4; Jezus ga ons voor.
- Verkondiging
- Orgelspel
- Zingen: Lied 791 : 1, 2, 4 en 6; Liefde eenmaal uitgesproken.
- Gebeden
- Collecte
- Zingen: Lied 1010 : 1 en 4; Geef vrede, Heer, geef vrede.
- Heenzending
- Zegen
- Amen
Bijzonderheden:
Meer informatie over de collecte van de diaconie vindt u hier.
Bent u niet dienst aanwezig, maar wilt u aan de collectes bijdragen? Dan kunt u een gift overmaken.
Dit is het bankrekeningnummer van de diaconie: NL70 RABO 0305 1537 14 en dit van de kerk: NL14RABO 036.39.02.287.