Eerste zondag Veertigdagentijd
Voorganger ds. Aafke Nicolai
Organist Andries Bakker
Collecte Diaconie (KIA Binnenland) / Kerk
We gaan in 40 dagen en zes zondagen op weg naar Pasen. We lezen Marcus 1: 12-15 (Zie meditatie).
VOORBEREIDING
- Orgelspel
- Mededelingen ouderling van dienst
- Aanvangslied: 221 vers 1 en 3 Zo vriendelijk en veilig als het licht
- Groet
V: De Heer zij met u.
A: Ook met u zij de Heer.
- Bemoediging
V: Onze hulp is in de Naam van de Heer,
A: die hemel en aarde gemaakt heeft.
V: Die trouw blijft tot in eeuwigheid
A: en niet loslaat wat zijn hand eenmaal begonnen is.
- Drempelgebed
V: Heer onze God
Alle harten liggen voor u open,
alle verlangens zijn aan u bekend
en voor u bestaan er geen geheimen.
A: Zuiver onze harten en gedachten
door de adem van uw geest.
Dat wij u voluit kunnen liefhebben
en uw naam alle eer aandoen.
Amen
(gemeente gaat zitten)
- Zingen: Psalm van de zondag 91 vers 1 en 5
- Gebed voor de nood van de wereld
- Zo roepen wij u aan en zingen: Gemeente (329)
DIENST VAN DE SCHRIFTEN
- Gebed om de opening van het Woord
- Lezen: Jeremia 1: 4-19 (Fries, door ouderling van dienst, Nederlandse tekst op beamer)
4De HEER richtte zich tot mij: 5‘Voordat Ik je vormde in de moederschoot, had Ik je al uitgekozen, voordat je de moederschoot verliet, had Ik je al aan mij gewijd, je een profeet voor alle volken gemaakt.’ 6Ik riep: ‘Nee, HEER, mijn God! Ik kan het woord niet voeren, ik ben te jong.’ 7Maar de HEER antwoordde: ‘Zeg niet: “Ik ben te jong.” Richt je tot iedereen naar wie Ik je zend en zeg alles wat Ik je opdraag. 8Wees voor niemand bang, want Ik zal je terzijde staan en je redden – spreekt de HEER.’ 9En de HEER strekte zijn hand uit, raakte mijn mond aan en zei tegen mij: ‘Hiermee leg Ik mijn woorden in jouw mond. 10Nu, op deze dag, geef Ik je gezag over alle koninkrijken en volken, om ze uit te rukken en te verwoesten, te vernietigen en af te breken, of om ze op te bouwen en te planten.’
11De HEER richtte zich tot mij: ‘Wat zie je, Jeremia?’ Ik antwoordde: ‘Ik zie een amandeltwijg.’ 12‘Dat zie je goed,’ zei de HEER. ‘Zo zeker als een amandelboom in het voorjaar uitbot, zo zeker laat Ik mijn woorden uitkomen.’
13De HEER richtte zich opnieuw tot mij: ‘Wat zie je?’ Ik zei: ‘Ik zie een gloeiend hete kookpot, die vanuit het noorden overhelt.’ 14Toen zei de HEER: ‘Vanuit het noorden zal onheil over alle inwoners van dit land worden uitgestort. 15Ik roep de volken van alle koninkrijken uit het noorden op – spreekt de HEER. Ze zullen dit land binnenvallen en hun tronen voor de poorten van Jeruzalem zetten, rondom de muren en om alle andere steden van Juda. 16Ik zal de Judeeërs vonnissen voor al het kwaad dat ze hebben gedaan. Ze hebben Mij verlaten, wierook gebrand voor andere goden en geknield voor wat ze zelf gemaakt hebben. 17Jij, Jeremia, maak je gereed en zeg hun alles wat Ik je opdraag. Laat je door hen geen angst aanjagen, anders zal Ik jou angst aanjagen in hun bijzijn. 18Ik maak je nu tot een vestingstad en een ijzeren zuil, tot een bronzen muur om stand te houden tegen het hele land: de koningen en leiders van Juda, de priesters en het volk. 19Ze zullen je bestrijden, maar je niet overwinnen, want Ik zal je terzijde staan en je redden – spreekt de HEER.’
- Zingen: 316 Het woord dat u ten leven riep
- Lezen: Marcus 1: 9-15(Voorganger)
V:…..
- Zingen: 339D Alleluia
- Uitleg en verkondiging
- Orgelspel
- Zingen: 852 U komt mij, lieve God
GEBEDEN EN GAVEN
- Dankgebed-Voorbeden
- Zo bidden en zingen wij: 367E
- Stil Gebed en Onze Vader
- Collectes
- Slotlied: 536 Alles wat over ons geschreven is.
- Zegen
- Zingen: 431b