Voorganger ds. A. J. Nicolai
Dit is de tweede kerkdienst waarin het verhaal van Tobit en Tobias centraal zal staan. In deze dienst ook aandacht voor de reis van Krijn de Haan naar Ecuador.
Hij komt vertellen wat de plannen zijn en wij wensen Krijn veel succes.
NB We gaan drie keer met elkaar uit het boek Tobit lezen als voorbereiding op de overdenking. De data zijn donderdag 20 juni, dinsdag 25 juni en donderdag 11 juli, van 19.00 uur tot uiterlijk 20.00 uur in de Sint Piter te Ureterp.
Opgeven mag, is niet nodig, bij ds. Aafke Nicolai
Zondag 7 juli 2024 in de Mande om 9.30 uur
Voorganger: ds. Aafke Nicolai
Organist: Jannie Oostingh
Ouderling: Gerrit van Dodewaard
Diaken: Cora van Valkenburg
DIENST VAN DE VOORBEREIDING
- Welkom en mededelingen
- Zingen: Psalm 23C vers 1, 2 en 5 Mijn God, mijn herder zorgt voor mij
- Votum en groet
- Gebed om ontferming
- Zo roepen wij u aan en zingen: 367D
- Zingen glorialied: Psalm 98 vers 1
DIENST VAN HET WOORD
- Gebed bij de open bijbel
- Inleiding:
- Tobit 5: 17
17 ‘Moge Gods zegen met je zijn, vriend,’ antwoordde Tobit. Hij riep zijn zoon en droeg hem op zich klaar te maken om met zijn reisgenoot te vertrekken. Hij wenste hem toe: ‘Moge God in de hemel jullie beschermen en gezond bij mij terugbrengen. Moge een engel jullie onderweg beschermen.’ Bij zijn vertrek kuste Tobias zijn vader en moeder. Tobit wenste hem een goede reis,
- Tobit 6: 2-9
2 Tobias ging samen met de engel op weg. Zijn hond kwam achter hen aan. De eerste nacht sliepen ze bij de Tigris. 3 Toen Tobias de rivier in ging om zijn voeten te wassen, dook er plotseling een grote vis uit het water op die naar een van zijn voeten beet. De jongen schreeuwde het uit, 4 maar de engel riep: ‘Grijp die vis, laat hem niet ontsnappen!’ De jongen kreeg de vis te pakken en bracht hem op het droge. 5 ‘Snijd hem open,’ zei de engel, ‘en haal de gal, het hart en de lever eruit. Bewaar die goed, want het zijn goede medicijnen. De rest van de ingewanden kun je weggooien.’ 6 Tobias deed dit, waarna hij de vis roosterde en er een deel van at. De rest zoutte hij in. De volgende ochtend reisden ze verder. Toen ze niet ver meer van Medië waren, 7 vroeg Tobias aan de engel: ‘Azarias, waartegen zijn het hart, de lever en de gal van die vis een medicijn?’ 8 De engel antwoordde: ‘Als iemand wordt gekweld door een demon of een boze geest, moet je het hart en de lever in zijn aanwezigheid verbranden. Dan vlucht de boze geest voor de stank en komt hij nooit meer terug. 9 De gal moet je in de ogen van een blinde smeren; als je er dan op blaast kan hij weer zien.’
- Zingen: 806 Zomaar te gaan met een stok in je hand
- Preek
- Zingen: 275 Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig
DIENST VAN GEBEDEN EN GAVEN
- Gebeden Zo bidden en zingen wij 367J
- Stil Gebed
- Onze Vader zingen 1006
- Collecte (kinderen van de kerk op schoot komen terug)
- Uitzwaaien van Krijn en Willemijn
- Zingen: Lied 900 Nada te turbe
- Slotlied: 416 Ga met God
- Zegen